Onder president Mario Draghi en zijn opvolger Christine Lagarde is de Europese Centrale Bank (ECB) de economie niet langer alleen via de geldmarkt gaan aansturen. Maar zij heeft haar werkterrein ook uitgebreid naar de kapitaalmarkt door op grote schaal langjarige obligaties op te kopen. Daardoor is de ECB echter wel kwetsbaar geworden voor het effect van renteverhogingen.
Zo kunnen forse vermogensverliezen worden geleden op haar balans (met 8.000 miljard euro aan beleggingen), maar wordt het voor de centrale bankautoriteiten ook heel moeilijk om opkoopprogramma’s als APP en PEPP af te bouwen.
Dat stellen Sylvester Eijffinger, emeritus hoogleraar monetaire economie aan de Universiteit Tilburg, en Mary Pieterse-Bloem, hoogleraar financiële markten aan de Erasmus Universiteit, in hun onderzoek naar de effectiviteit van het beleid van de ECB. Het rapport “Eurozone Government Bond Spreads: A Tale of Different ECB Policy Regimes” is gepubliceerd in het Journal of International Money and Finance.
Het tweetal stelt dat de negatieve rente waarvan op enig moment sprake was, geen enkel (positief) effect heeft gehad op de renteverschillen tussen lidstaten in de eurozone, omdat overheden vooral lang lenen.
Eijffinger en Pieterse Bloem, die overigens tevens hoofd van het investment office van Rabobank is, vinden dat de negatieve rente veel ongewenste bijwerkingen heeft gehad. Zo is de stabiliteit van de financiële markten ondergraven, omdat door die negatieve rente veel meer belegd is in aandelen, obligaties en vastgoed dan “normaal” is.
‘De haviken hebben de renteverhogingen, gekregen maar de opkoopprogramma’s lopen door tot eind 2024 met vermogensverliezen. Als Draghi en Lagarde eerder met de afbouw waren begonnen (zoals de Fed), dan had de ECB eerder met de renteverhoging kunnen beginnen en niet in onmogelijke situatie gekomen te zeilen tussen Scylla (recessie) en Charibdis (permanente inflatie)’ , oordeelt Eijffinger. Volgens het tweetal is het experiment van de negatieve rente een experiment is van het type “eens, maar nooit weer”.