Beheerders van actieve fondsen, waaronder hedgefondsen, staan onder toenemende druk om hun beleggingsideeën en -prestaties te onderbouwen met kwalitatieve gegevens. Door gebruik te maken van datawetenschap kunnen zij beter de hoogte van hun fees rechtvaardigen.
Dat komt naar voren uit het onderzoek The Art of Alpha, all about investment data science dat bewaarbank Northern Trust heeft gedaan onder 300 CIO’s en portefeuillebeheerders van asset managers over de hele wereld.
Uit het onderzoek blijkt dat 58 procent van de managers al gebruik maakt van datasets om zowel risico’s als kansen te identificeren. Zo voert 56 procent van de ondervraagden automatisch transacties uit op basis van signalen en/of trends. Tevens maakt de helft van de managers gebruik van gegevens om een beleggingstheorie te verdiepen of te sturen.
Volgens Gary Paulin, hoofd wereldwijde strategische oplossingen bij Northern Trust, passen asset managers zich aan, omdat institutionele klanten datawetenschap integreren in hun besluitvorming rond managerselectie.
Fondshuizen hebben tot dusver vaak vertrouwd op marketing, stermanagers of onderbuikgevoel, eerder dan op het vermogen diepgaand hun proces te beargumenteren en verdedigen. Daardoor zijn veel actieve fondshuizen uiteindelijk “index huggers” geworden. Daarbij is sprake van vergoedingen voor zogenoemd actief beheer, terwijl de tracking error doorgaans zo gering is da men sterk in lijn blijft met de benchmark. Maar in de sector spreekt men in dat geval van “Stuck in the middle” en wordt het voortbestaan bedreigd.
Asset managers proberen die gevaarlijke marktpositie te keren door of samen te gaan met het doel schaal te winnen, of door zich te specialiseren op een specifiek terrein. Ook helpt mee dat data-analyse steeds beter beschikbaar wordt door de beschikbaarheid van betaalbare software-as-a-service pakketten, aldus Paulin.
Tot voor kort werden de prestaties van fondsmanagers door de grote institutionele beleggers vooral gewogen door middel van “backtesting”. Ze hielden rekening met de topwegingen van een portefeuillebeheerder, de manier waarop hij of zij de holdings indeelde en er werd vaak nadrukkelijk gekeken naar de samenstelling en de ervaring van het team. Zo kon een beheerder worden gestraft voor zijn “stijldrift”, zijnde het najagen van beleggingen die tegen de eigen strategie ingingen.
Volgens Northern Trust kan men door het gebruik van data-analyse een fonds en/of verleend mandaat beter doorgronden. Ook neemt de noodzaak tot een goede uitleg van de genomen beleggingsbeslissingen op deze wijze sterk toe. Paulin stelt dat met gebruikmaking van beschikbare data(punten) ook steeds scherper zal worden gekeken naar vaardigheden, ESG-factoren en cyberveiligheid. ‘Deze trend zal de komende drie tot vijf jaar versnellen’, aldus Paulin.
De bedrijven die hun investeringsproces kunnen codificeren, kunnen het schaalbaar maken en makkelijker te verkopen. Ze kunnen gegevens gebruiken om over te schakelen naar een betere planning voor portefeuilletransities.
Dit vereist het vasthouden aan een beleggingsproces en het negeren van de kortetermijnverleidingen, zoals stijlveranderingen. Het betekent echter ook dat beleggers meer vertrouwen kunnen hebben in het opbouwen van gerichte portefeuilles op basis van overtuiging, die ondersteund wordt door beschikbare data.
Volgens Paulin presteren ideeën met een hoge overtuiging meestal goe, maar de alfa wordt uitgehold door de rest van de aandelen in een portefeuille die omwille van de vergoeding van een manager vaak wordt gerechtvaardigd. Datawetenschap kan een aantal van deze problemen helpen oplossen door asset managers bewuster te maken van het proces en beter in staat te stellen hun overtuiging af te stemmen op de omvang van hun posities. Ook kan de beschikbaarheid van data en analyse helpen om emoties het hoofd te bieden.
Meer achtergronden op Fondsnieuws:
- Banken moeten complexere analysemodellen kiezen
- Hart Advocaten: de datahonger van de AFM
- ‘Wie beleggersbedrag begrijpt, belegt beter’