Het factorgedeelte van de beheerportefeuilles van Rabobank heeft het voor het tweede jaar op rij beter gedaan dan de markt, al had cio Han Dieperink meer van de value-factor verwacht. Ook blijft het factorgedeelte nog altijd achter bij de beoogde factorpremie.
De aandelenportefeuille van Rabobank bestaat sinds 2015 voor een derde deel uit factorfondsen, voor een derde deel uit klassieke indextrackers en voor een derde deel uit actieve beleggingsfondsen.
Dat factorgedeelte bestaat uit zeven vrijwel gelijkgewogen fondsen: twee actieve fondsen - één van Allianz, één van Robeco - en vijf factor-etf’s van BlackRock. De actieve fondsen hebben het in 2017 na fondskosten 55 basispunten beter gedaan dan de index, de trackers 74 basispunten, vertelt Dieperink.
De kosten die Rabobank binnen Beheer Beleggen Actief rekent voor portefeuillebeheer - 32,50 euro plus 0,17 procent over het gemiddeld belegd vermogen per kwartaal - en voor basisdienstverlening - 0,05 procent per kwartaal over het gemiddeld belegd vermogen per kwartaal - zijn nog niet afgetrokken van dit rendement, legde de cio eerder al uit.
Strategie in 2018
Sowieso is de outperformance van 0,55 procent lager dan de factorpremie van 150 basispunten waarop Rabobank voor de lange termijn nog altijd mikt. ‘Mogelijk dat value het in 2018 beter doet’, blikt Dieperink vooruit. ‘Met de hogere rentes en sterke economische groei.’
Toch gaat de cio geen aanpassingen doen om de volledige premie volgend jaar wél te halen. ‘Wij timen factoren niet, behalve dat herbalanceren ook een vorm van timing is: laag kopen, hoog verkopen’, antwoordt hij op de vraag of de Rabobank-strategie in 2018 wordt bijgeschaafd. Ook andere beleggers adviseert hij zich ‘zeer bescheiden op te stellen waar het gaat om het timen van de markt’.
Momentum
In een blog op zijn eigen website noemde de cio eerder de value-factor al ‘de verliezer van het decennium’, om momentum tot winnaar van 2017 te kronen. Deze factor leverde een rendement van bijna 18 procent en deed het daarmee beter dan waarde, small-cap, lage volatiliteit en kwaliteit. ‘Ik wist wel dat momentum op de lange termijn de grootste bijdrage heeft aan de totale factorpremie, maar dat die zo hoog zou zijn in 2017 had ik niet verwacht’, borduurt de cio nu verder.
Aangezien bij Rabobank de single-factorfondsen gelijkgewogen zijn en de andere fondsen multi-factorfondsen zijn, heeft de bank daar niet extra van geprofiteerd in 2017.
Toch is Dieperink al met al ‘uiteraard bijzonder tevreden’ over de totale resultaten van de portefeuilles van Rabobank in 2017. Voor tarifering van Rabobank, maar na lopende kosten loopt de outperformance voor de profielen defensief, neutraal, offensief en zeer offensief uiteen van 2,8 procent tot 4,2 procent.
Wasmachine
Dieperink: ‘De totale outperformance van 3 tot 4 procent lijkt wellicht niet zo veel, maar stel dat je 3 tot 4 procent onder de benchmark had gezeten. Dat zou toch een wereld van verschil hebben gemaakt.’
Hij rekent dan ook liever door naar de menselijke maat. ‘In Rabobank Beheerd Beleggen is de gemiddelde portefeuilleomvang enkele tonnen. Voor mensen die zich zorgen maken over de aankoop van een nieuwe wasmachine, maken duizend of tienduizenden euro’s een groot verschil.’