De evenwichtskoers van de dollar ten opzichte van de euro wordt heen en weer getrokken tussen de monetaire problemen in de VS enerzijds en die in de eurozone anderzijds.
Dat zegt Paul Smets, obligatiespecialist van de Belgische vermogensbeheerder CapitalatWork, in een gesprek met Fondsnieuws.
Volgens hem maken beleggers zich zorgen over de Amerikaanse begrotingsproblemen en de kwantitatieve verruiming door de Federal Reserve, maar baart het zwalkende beleid van de ECB de markten nog grotere zorgen.
Deflatie- versus inflatieangst
Het ECB-beleid is voor de ene lidstaat te hard en voor de andere te soft. ‘Er dreigt door de saneringen en herstructureringen in de periferie van Europa een proces van deflatie, terwijl de kernlanden worden bedreigd door inflatie.’
Het monetaire beleid van Fed en ECB is volgens Smets daarbij niet goed te vergelijken: hoewel de verschillen in de VS onderling ook groot zijn, overheerst bij de Fed een fundamentele angst voor deflatie, terwijl de ECB zich in haar beleid uitsluitend richt op het bestrijden van de inflatie.
Stimuleren groei
Volgens de obligatiespecialist moet alle aandacht in de eurozone nu juist gericht zijn op het stimuleren van groei.
‘Men moet weer groei in het systeem zien te krijgen. Als bedrijven weer gaan investeren en consumenten weer consumeren, dan bestaat de kans op een crowding-out. Het belangrijkste is nu dat het vertrouwen terugkeert.’
Smets denkt dat de Europese regeringsleiders de beslissing hebben genomen dat zij de euro tegen iedere prijs zullen verdedigen. ‘Een scenario dat de eurozone uit elkaar valt, acht ik niet reëel. Je ziet nu al dat het proces is gestart, waarin de kernlanden de periferie subsidieert bij haar schulden.’
Politieke unie
‘In ruil daarvoor zullen vormen van een politieke en een fiscale unie worden afgedwongen. Een voorbeeld daarvan is dat Ierland gedwongen wordt zijn lage vennootschapsbelasting op te geven, dat Frankrijk en Duitsland een doorn in het oog is.’
Smets verwacht dat de ECB op grote schaal staatsobligaties zal opkopen. Wat de ontwikkelingen voor de korte termijn echter onvoorspelbaar maakt, is de slechte communicatie die door politieke leiders en monetaire autoriteiten wordt gebezigd.
‘Neem Angela Merkel. Zij verklaarde dat obligatiebeleggers moeten gaan meebetalen aan de schuldencrisis. Beseft ze wel hoe dat wordt opgevat door institutioneel beleggers, zoals pensioenfondsen, die een laag risicoprofiel hebben. Haar uitspraken geven enorme onrust op de markten.’
Achter de feiten aan
Niet alleen de communicatie deugt niet, vindt Smets. Ook heeft hij moeite met het feit dat de gezagsdragers achter de feiten aanhollen.
‘De crisis rond Griekenland ontwikkelde zich al maanden, maar het waren de markten die het voortouw namen. De ECB bij monde van Trichet communiceerde onduidelijk, totdat er eensklaps noodfonds was.’
Volgens Smets is de aanpak in de VS totaal anders. Daar speelt Fed-president Bernanke proactief op de crisis in. Hij heeft na de eerste ronde van kwantitatieve verruiming, een tweede ronde geïnitieerd en is volgens Smets bereid een derde en een vierde ronde te doen om de economie weer op stoom te krijgen.
Schuldencrisis
ECB-president Trichet zegt daarentegen niet wat hij doet en doet niet wat hij zegt, oordeelt Smets. Een concreet voorbeeld is de persconferentie ten tijde van het hoogtepunt van de Griekse crisis (dit voorjaar), waarin hij verklaarde dat de ECB niet aanvullend staatsobligaties ging kopen, maar daar enkele dagen later toch toe overging.
Een concreet voorbeeld is de persconferentie van afgelopen donderdag, waarin hij verklaarde dat de ECB niet aanvullend staatsobligaties ging kopen, maar dat nog tijdens de persconferentie op de markten wel deed.
CapitalatWork - een vermogensbeheerder die in België en Nederland meer dan 1,3 miljard euro onder beheer heeft - voert twee obligatiefondsen: het Government bond at work fund en het Corporate bond at work fund.
Deze fondsen zijn respectievelijk 1,5 en 10 jaar geleden gelanceerd en hebben 150 miljoen en 300 miljoen euro onder beheer.
Lange duratie
De fondsmanagers richten zich al twee jaar op een lange duratie: vijfjarige staatsobligaties en zesjarige bedrijfsobligaties. De YtD bedraagt 9 procent voor bedrijfsobligaties en 8 procent voor overheidsobligaties. In 2009 was dat respectievelijk 18 en 3 procent.
‘Bedrijven hebben over het algemeen gezonde balansen. Dat maakt dat we positief zijn over bedrijfsobligaties. Bij staatsobligaties moet je nu goed je huiswerk doen. De afgelopen twee jaar hebben we niet geïnvesteerd in de periferie van Europa.
‘Op een uitzondering na, dat is Italië. Daar is het primaire deficit marginaal. Op het vlak van de overheidsfinanciën staan ze er sterk voor. De begroting is er onder controle. In dat opzicht wordt Italië vaak onderschat.’
Meer achtergronden op Fondsnieuws:
‘Belegger, vermijdt vastrentende waarden’
Nieuwe Rorento-manager gaat accenten verleggen