Bij veel pitches kwam Achmea IM als winnaar uit de bus. Met inmiddels 203 miljard euro aan beheerd vermogen is de groei er nog niet uit. Dat zegt Twan van Erp, hoofd strategisch portefeuille advies en directielid, die behoedzaam, coöperatief, maar zonder blad voor de mond deelneemt aan de podcastserie ‘Wie is de slimste fiduciair manager?’
Met zijn achtergrond als actuaris heeft Twan van Erp een scherpe blik en een bovengemiddeld oog voor risico- en balansbeheer. Hij werkt al lang, ruim achttien jaar, bij Achmea waarvan vijf jaar bij Investment Management. Met klanten als pensioenfonds Vervoer, de medewerkers apothekers, het APF van Centraal Beheer en sinds kort ook het pensioenfonds van Ahold Delhaize, is zijn bedrijf een sterspeler in een hard krimpende markt.
Wat merk je nog van Achmea’s geschiedenis als coöperatie?
‘Ik denk dat we van huis uit oog hebben voor de lange termijn, met een breed maatschappelijk besef om het goed te willen doen, de sector echt vooruit te willen helpen. Tegelijk hebben we schaalgrootte en profiteren we van de kennis en onderzoekscapaciteit dat een groot moederbedrijf als Achmea met zich meebrengt. Dat is ook nodig in deze business, waar de marges laag zijn en waar je veel werkzaamheden moet verrichten om zaken goed voor elkaar te krijgen. We kunnen een breed spectrum aan vermogensbeheerders aanbieden aan onze klanten, tegen goede voorwaarden. En met alle wet- en regelgeving is het ook prettig als je investeringen kunt spreiden over een bredere klantgroep.’
Als we kijken naar assetallocatie, wat vind je van populaire categorieën als infrastructuur en private markets?
‘Die passen goed bij het DNA van een langetermijnbelegger als een pensioenfonds. Ik denk wel dat je niet allemaal dezelfde risicopremies moet ophalen. Anders kun je je afvragen of je wel iets nieuws aan het doen bent, of gewoon hetzelfde met iets minder volatiliteit.’
Naar de toekomst toe kun je na het pensioenakkoord meer illiquide gaan beleggen, dat wordt niet langer afgestraft door solvabiliteitsregels. Maar binnen defined contribution (DC) zit de aarzeling dat je aan iemand moet toezeggen: dit is jouw portefeuille, dit is de omvang. Terwijl illiquide assets nu eenmaal niet één op één meebewegen met markten – dus hoe doe je dat? Dat vraagt om onderzoek en denkwerk.’
Wat vind je van de aanhoudende kosten- en margedruk bij fiduciair management?
‘Dat is mede de reden waarom enkele Angelsaksische partijen deze markt inmiddels hebben verlaten, denk ik. Maar het gaat wel uitbodemen en dat moet ook. Het model dat we bieden, die overzichtsrol op de totale portefeuille van een pensioenfonds, daar is zoveel in gaande dat erkenning op zijn plaats is. We moeten als sector een adequate prijs vragen om die dienstverlening te kunnen garanderen. Het fiduciaire model is gestoeld op onafhankelijkheid. Behalve opties aanbieden, vind ik dat je ook een mening moet hebben en richting durven geven. Bijvoorbeeld: moet de fiduciair manager ook het LDI-management doen? Wij vinden dat een grote pre, maar leggen het niet op.’
De digitalisering gaat snel: kijken bestuurders straks real-time mee?
‘Bij ons gebeurt dat al. Met onze ESG-meter houden we de impact bij van de portefeuille op CO2-uitstoot en andere ESG-factoren. Die scores zijn zichtbaar in een online omgeving, zodat de klant en wij kunnen zien waar we bij kunnen sturen. Klanten kunnen makkelijk in hun portefeuille grasduinen en ook een individuele naam of titel opzoeken. Dat kan fijn zijn als er ergens controverse ontstaat. Tegelijk moet je mensen meenemen in die ontwikkelingen en wegwijs maken in het gebruik van zo’n dashboard.’
Zijn pensioenfondsen moedig genoeg als het gaat om investeren in de energietransitie?
‘Pensioenfondsen zijn vanuit hun DNA geen opportunistische beleggers. En wij zijn als fiduciair verantwoordelijk voor het geld dat ons is toevertrouwd. Het vermijden van onnodige risico’s is belangrijk. Impact investing of duurzame projecten vragen relatief veel van je governance, terwijl de daadwerkelijke impact over de hele breedte van de portefeuille beperkt is. En ben je dan ontwikkelaar of investeerder? Tegelijkertijd is klimaat is het thema van nu, en van morgen en van overmorgen. De beprijzing van CO2 gaat bedrijven echt in de wielen rijden, dat vraagt om een scherpe strategie van pensioenfondsen.’
De vraag van Geert Jan Troost van BlackRock aan jou: ‘De hele fiduciaire dienstverlening is vrij flexibel. Zie jij straks, na het nieuwe pensioenakkoord, delen van die fiduciaire dienstverlening overbodig worden en welke zouden dat dan zijn?’
‘Dat kan weleens minder het geval zijn dan we nu denken. In de beweging van DB (defined benefit) naar DC krijg je wellicht meer fondsen die lijken op de huidige PPI-markt: lean and mean met een volledig passief ingerichte beleggingsstrategie. Dat zou heel kosteneffectief kunnen zijn. In product-design en -management gaat dat een rol spelen, maar in de dagelijkse advisering van pensioenfondsen rondom beleggingsstrategie minder. Hun grote portefeuilles zijn over de jaren heen op maat vormgegeven en sluiten perfect aan bij de behoefte van de klant en die van de achterban, inclusief volledige ESG-integratie. Onze klanten willen dat graag houden, maar dan in de DC-context van het pensioenakkoord. Vanwege de omvang van die portefeuilles kan dat ook behoorlijk kostenefficiënt. Maar een confectie-oplossing wordt het nooit.’
Mijn volgende gast is Rogier van Harten van BMO, heb jij een vraag voor hem?
‘Pensioenuitvoerders hebben al aangegeven dat het nieuwe pensioenstelsel veel investeringen vraagt op administratief gebied. Asset managers zijn eigenlijk de stille partners in dit geheel. Hoe zit het met de transitie van het vermogensbeheer? Zijn daar ook nog grote en kostbare werkzaamheden te doen?’
Eerdere afleveringen in deze podcast-serie waren met Maureen Schlejen (NN IP), Geert Jan Troost (BlackRock) en Karin Roeloffs (Aegon AM).
Dit artikel is gepubliceerd in de vierde editie van FN Institutioneel dit jaar, dat donderdag 2 september 2021 aan geregistreerden is verzonden. U kunt zich hiervoor via deze link aanmelden.