De financiele sector wacht op zijn eigen Paul Polman, de topman van Unilever die op het gebied van duurzaamheid een voortrekkersrol vervult in het bedrijfsleven.
Dat zegt Giuseppe van der Helm, directeur van de Vereniging van Beleggers voor Duurzame Ontwikkeling (VBDO) in gesprek met Fondsnieuws.
‘Polman stelt op duurzaam vlak heldere doelstellingen, meet en rapporteert op gezette tijden de vooruitgang en bespaart en passant ook nog eens kosten’, zegt hij.
Om banken dezelfde kant op te bewegen, is het volgens Van der Helm van cruciaal belang dat men op het hoogste niveau eindelijk een werkelijk duurzaam beleid omarmt dat gericht is op de lange termijn.
‘Je moet jezelf de vraag stellen welk verschil je wilt maken voor de wereld. Dit kan door doelstellingen te formuleren op het vlak van milieu, maatschappij als bestuur, de zogeheten ESG-criteria.’
Best bewaarde geheim
Niet dat banken op dit moment helemaal niks doen op duurzaam gebied, maar Van der Helm verwijt banken vooral dat ze het te weinig uitdragen. De communicatie over de mogelijkheden om duurzaam te beleggen bijvoorbeeld, daar schort het nog aanzienlijk aan.
Van de Helm: ‘Begin met uit te leggen wat je doet. Zo is een concreet gevolg van de duurzame criteria bij de Rabobank dat je daar niet meer terecht kan voor aandelen van EADS, het moederconcern van Airbus. Dat is maar bij weinigen bekend.
En neem ING, die veel geld uitgeeft aan sponsoring, waaronder het Nederlands elftal. Maar de boodschap behelst niet meer dan “wij zijn een prima bank”. De duurzame beleggingsmogelijkheden bij banken zijn eigenlijk hun best bewaarde geheim.’
Gemiste kans
Dat banken niet meer de aandacht vestigen op duurzaam beleggen (en sparen), noemt Van der Helm een gemiste kans. ‘Het is immers een segment binnen de financiële industrie dat al veertien jaar groeit’, zegt hij.
‘Die groei is weliswaar traag, maar veerkrachtig, want ook na de afschaffing van bepaalde fiscale voordelen in Nederland was er geen terugval in het duurzaam gespaard en belegd vermogen te zien.’
Aan de interesse voor duurzaam beleggen ligt het evenmin, vervolgt de directeur van de in Utrecht gevestigde belangenvereniging. Hij wijst op cijfers uit 2012 van Eurosif, een pan-Europese organisatie met als doel de duurzaamheid van Europese financiële markten te bevorderen.
Daaruit kwam naar voren dat toen al bijna de helft van de Europese beleggers (op basis van belegd vermogen) niet meer wenst te beleggen in bepaalde producenten van wapens zoals clusterbommen en landmijnen.
Carbon bubble
Duurzaam, of maatschappelijk verantwoord beleggen kent vele gradaties, van het uitsluiten van bepaalde bedrijven, het kiezen voor de beste bedrijven in elke sector (best in class) tot het beleggen in bedrijven die de wereld ten goede willen veranderen.
Voor Van der Helm staat duurzaam beleggen simpelweg voor investeren in de toekomst. ‘Neem de malaise in de energiesector waar het FD in juni over berichtte. Dat ging over de honderden miljoenen euro’s die grote energiebedrijven aan beurswaarde hebben zien verdampen. Dat komt door hun eigen conservatisme: de omwenteling naar renewables gaat sneller dan men dacht.’
Ook beleggers hebben volgens hem te weinig oog voor de ‘carbon bubble’ gehad, het feit dat fossiele brandstoffen op een dag schaars zullen worden en meer duurzame oplossingen gesubsidieerd zouden worden.
Bevolkingsgroei
Een lange termijnvisie is binnen het duurzame beleggingsvraagstuk dus onontbeerlijk. ‘Denk bijvoorbeeld aan hoe we om moeten gaan met een wereld waarin de bevolkingsgroei alleen al tijdens een mensenleven als dat van mij groeit van 4 miljard naar 9 miljard mensen en waarin de toenemende welvaart in opkomende economieën zal zorgen voor een nauwelijks te bevatten behoefte aan energie, voedsel en grondstoffen.’
Duurzaam beleggen zal de komende jaren verder oprukken, zo is de overtuiging van Van der Helm. Niet in de laatste plaats om de resultaten die ermee behaald worden. ‘Vorig jaar heb ik een prijs voor beste groene beleggingsfonds mogen uitdelen