Het ministerie van Financiën heeft nagelaten om schoon schip te maken toen het in 2008 staatssteun verleende aan SNS Reaal. Daardoor kwam de bank-verzekeraar verder in de problemen, wat leidde tot de nationalisatie een jaar geleden.
Dat concludeert de commissie Frijns/Hoekstra die voor Financiën en de Nederlandsche Bank (DNB) onderzoek deed naar de val van SNS Reaal.
De belangrijkste conclusies:
- Het ministerie van Financiën had harde eisen moeten stellen aan SNS Reaal bij de verlening van staatssteun in 2008
- Nationalisatie van SNS was onvermijdelijk, maar DNB en Financiën grepen te laat in
- De kwaliteit van het toezicht van DNB ten tijde van de overname van Property Finance was ondermaats. Zo werd er blind vertrouwd op de inschattingen die SNS Reaal zelf maakte over de risico’s
- Tot 2011 had DNB te weinig oog voor de risico’s van de groeistrategie van SNS Reaal
Het ministerie heeft toen het vijf jaar geleden 750 miljoen euro steun gaf, geen harde eisen gesteld aan de bankverzekeraar om financieel orde op zaken te stellen. Daar was toen voldoende reden voor, ook al waren de problemen bij vastgoeddochter Property Finance op dat moment niet urgent. SNS Reaal had toen al wel een zwakke balans vooral vanwege problemen bij de verzekeringsdochters.
Brussel
Opdracht was te onderzoeken of de toezichthouder en het ministerie adequaat hebben gehandeld. De commissie concludeert dat de nationalisatie onvermijdelijk was, maar wel omdat DNB en Financiën te laat in actie zijn gekomen en te laat contact hebben gezocht met de Europese Commissie. Ook had het ministerie direct op een hoger niveau met Brussel moeten praten.
‘Ineffectief’
De commissie stelt daarom voor om bij staatsteun duidelijke eisen te stellen hoe de bank duurzaam gezond kan worden. En beveelt ook het benoemen van een overheidstrustee aan. De overheidscommissaris, waarvoor het ministerie in 2008 koos bij ING, ABN Amro en SNS Reaal, is ‘ineffectief’ gebleken. Dat komt vooral om de wet voorschrijft dat deze het belang van de vennootschap moet dienen. Onvoldoende dwingende actie Ook kraakt de commissie kritische noten over het toezicht van DNB in de periode tot 2011. Het had onvoldoende oog voor de risico’s van de groeistrategie van SNS Reaal. En als het wel werd gezien werd er onvoldoende dwingende actie op ondernomen.
Directeur toezicht
De commissie is ook ontevreden over het functioneren van de pas in 2010 geïntroduceerde organisatiestructuur met een zelfstandige directeur voor het toezicht op financiële instellingen. Die was juist bedoeld om dat toezicht effectiever te maken na de debacles van Icesave en DSB.
In de huidige opzet is de afstemming tussen het toezicht op algemene economie en op individuele financiële bedrijven volgens de commissie ‘onvoldoende gewaarborgd’.
Arnold Schilder
De commissie heeft ook geen goed woord over voor de kwaliteit van het toezicht in de periode tussen 2006 en 2008. Zo liet directeur toezicht Arnold Schilder topman Sjoerd van Keulen van SNS Reaal al weten dat het wel goed zat met de goedkeuring van de overname van vastgoedbedrijf Property Finance nog voordat de toets was begonnen.
Bovendien vertrouwde DNB bij deze toets op de inschattingen die SNS Reaal zelf maakte over de risico’s, nota bene terwijl de bank-verzekeraar een jaar eerder nog was gezakt voor het DNB-examen voor zijn interne risico-organisatie. Pas in 2010 zou de bank daarvoor slagen.
Topcriminaliteit
Ook had de bank onvoldoende oog op de integriteitsrisico’s bij Property Finance. Daar was bij het klantenbestand sprake van verwevenheid met Nederlandse topcriminaliteit.
Dirk Schoenmaker
Dirk Schoenmaker, dean van de Duisenburg School of Finance, is het volledig eens met de aanbeveling van de commissie Frijns om de overheidscommissaris bij staatgesteunde banken te vervangen door een zogenoemde trustee. ‘Als een overheidscommissaris eenmaal benoemd is, moet hij zich houden aan de bepalingen in het Burgerlijk Wetboek. Die verplicht een commissaris, dus ook de overheidscommissaris, om te handelen in het belang van de vennootschap. En dat belang hoeft niet te stroken met het overheidsbelang.’
Met de aanbeveling van Frijns om de governance van de Nederlandsche Bank aan te passen, is Schoenmaker het oneens. De commissie wil dat de president van DNB weer het voortouw krijgt in de coördinatie van toezichtstaken. Nu is de directeur toezicht het aanspreekpunt voor het bankentoezicht, ook extern.
Volgens Schoenmaker moeten de verschillende rollen bij DNB – microtoezicht op de financiële sector, monetair beleid en macro-prudentieel beleid – gescheiden verantwoordelijkheden blijven. ‘Deze disciplines hebben een geheel verschillende context.’
Hij pleit wel voor versterking van het macro-prudentiële toezicht. Dat is de verbinding tussen macro-ontwikkelingen en het micro-toezicht. Voorbeeld: bij SNS Reaal zijn de ontwikkelingen in de markt voor commercieel onroerend goed (macro) niet vertaald naar het directe toezicht op de bank (micro).
Swank ‘volstrekt onzichtbaar’
Frijns uit kritiek op de invulling van het macro-prudentiële toezicht. Dat ligt nu bij de directeur monetaire zaken en financiële stabiliteit, Job Swank. Die was volgens Frijns volstrekt onzichtbaar in het dossier SNS Reaal.
Copyright: Het Financieele Dagblad, 23 januari 2014.