Jorik van den Bos, Kempen CM
i-hFF6V2k-L.jpg

Van oudsher sterke dividendsectoren als vastgoed, utilities en telecommunicatie hebben het op dit moment moeilijk in de Amerikaanse S&P. De reden is dat beleggers vooruit lopen op een renteverhoging door de Fed. Fondsnieuws nam drie dividendfondsen in de FN Universe onder de loep.

De Federal Reserve maakte gisteren tijdens haar tweedaagse vergadering van het beleidsbepalend comité duidelijk dat de inflatie in de richting van 2 procent gaat, zoals de beleidsdoelstelling van de centrale bank is.

Voor aandelenbeleggers heeft een renteverhoging ook gevolgen, met name voor dividendaandelen. Als de spread tussen dividend- en obligatierendement inkomt, dan is dat voor een deel van de beleggers van oudsher reden om voor ‘risicovrije’ obligaties te kiezen - wat overigens nu een discutabele definitie voor obligaties is.

Onzekerheid in VS raakt dividendfondsen

De onzekerheid over de rentemaatregel door de Fed, alsook de ongewisse uitkomst van de Amerikaanse presidentsverkiezingen maakt dat drie gerenommeerde dividendfondsen in de fondsendatabase FN Universe het thans wat moeilijker hebben: het DWS Top Dividende fonds noteert over één maand -1,39 procent, Robeco Global Conservative Equities staat op -1,88, terwijl Kempen Global High Dividend Fund nog op een plus staat van 0,71 procent.

Op jaarbasis presteren alle drie de fondsen ongeveer gelijk met een rendement van gemiddeld pakweg 3,3 procent.

Over drie jaar hebben de dividendfondsen van Deutsche Asset Management, Robeco en het Kempen-fonds van Jorik van den Bos (foto) respectievelijk 39,26 procent, 41,55 procent en 27,16 procent cumulatief rendement behaald.

Van den Bos zegt in een reactie op de performance van zijn fonds: ‘In ons beleggingsproces kijken we altijd heel gedisciplineerd naar de waardering van aandelen. Daardoor hebben we misschien wat gemist in een sterk jaar als 2014.’

‘Dit jaar is de aandacht voor waardering weer teruggekeerd, deels door een herstel in grondstoffenprijzen en meer recent door de oplopende rente. Ons fonds heeft daarvan geprofiteerd en de meer klassieke (en dure) dividendaandelen blijven in zo’n omgeving achter.’

Bekijk hier de vergelijking tussen deze drie fondsen

Sectorverdeling fondsen

Het Kempen fonds heeft in zijn sectorallocatie, volgens data van Morningstar, vooral het accent liggen op basismaterialen, cyclische consumentengoederen en financiële waarden (bijna 38 procent van de portefeuille). Sectoren die het thans moeilijker hebben op de aandelenmarkten, zoals vastgoed, gezondheidszorg en utilities, zijn samen goed voor 20 procent.

DWS Top Dividende, dat over de hele cyclus doorgaans voor een defensiever beleid kiest dan de peers, heeft in de sectorallocatie een exposure van bijna 21 procent naar gezondheidszorg en utilities en van slechts 1 procent naar vastgoed. Het zwaarste gewicht in de portefeuille hebben defensieve consumentengoederen (25,58 procent) en de communicatiesector (ruim 13 procent).

Het Robeco-fonds heeft bij de sectorallocatie het zwaarste gewicht toegekend aan financiële waarden (17,77 procent), gevolgd door defensieve consumentengoederen (meer dan 15 procent) en de communicatiesector (12,55 procent). De exposure naar gezondheidszorg, vastgoed en utilities is ongeveer 25 procent.

Het Kempen-fonds presteert de laatste weken beter dan de andere, meer conservatief ingerichte fondsen, maar dat is ook terug te zien in het risico. De beta van het fonds is volgens data van Morningstar 1,26, tegen 0,88 voor het Top Dividende fonds en 0,62 voor het Robeco-fonds. 

De markt heeft een beta van 1. Dit is de benchmark, waartegen aandelen alsook fondsen worden afgezet. 

Meer achtergronden op Fondsnieuws:

Author(s)
Categories
Access
Limited
Article type
Article
FD Article
No