Laten we eerlijk zijn, er bestaat veel zin en onzin bij duurzaam beleggen en de wetgeving is op zijn minst vaag en complex. Ziet u nog het spreekwoordelijke bos door de bomen?
Wat wel vaststaat is dat de klimaattransitie en decarbonisatie de komende decennia een impact zullen hebben op uw beleggingsportefeuilles. Dit houdt risico’s in, maar creëert ook opportuniteiten. Bij 41 procent van de Europese vermogensbeheerders is decarbonisatie nog geen focus, maar staat hoog op de agenda. Wat houdt dit precies in?
De transitie naar een mondiale economie met een lagere CO2-uitstoot is een structurele trend in onze maatschappij. Dit valt niet te ontkennen. Die transformatie heeft een impact op onze economieën, sectoren en bedrijfsmodellen. Het resulteert niet alleen in complexiteit en risico’s, maar creëert ook opportuniteiten.
Klimaattransitie kun je niet negeren
Om exact in kaart te kunnen brengen hoe die transitie de komende jaren in de praktijk zal verlopen, is er veel technologie, research en analyse nodig. Betrouwbare data en klimaatmodellen moeten de professionele belegger toelaten om die transitie te integreren in beleggingsprocessen en portefeuilles.
Als belegger is het niet alleen essentieel om de risico’s en de opportuniteiten van de klimaatverandering goed te begrijpen, maar tevens in te schatten in welke mate ze reeds in de koersen zijn verrekend.
In de komende decennia zal het klimaat zowel de mondiale productie als de consumptie van goederen en diensten beïnvloeden. Bovendien zal ze aanzienlijke kapitaalinvesteringen vereisen. Dit zal een invloed hebben op ons wereldwijde energiesysteem, vraag en aanbod van grondstoffen en het gebruik van landoppervlakte. Maar, de transitie zal niet rechtlijnig verlopen en zal verschillen per regio en per sector. De weg ernaar toe is dus heel onzeker en zal leiden tot verschillende uitkomsten.
Belangrijk in heel dit proces zijn de zogenaamde kantelpunten waarbij de relatieve kost van nieuwe groene technologieën lager wordt dan de huidige kostprijs en waarbij toetredingsbarrières minimaal zijn. De drie voornaamste factoren die dergelijke kantelpunten zullen sturen zijn technologische innovatie, voorkeuren van consumenten en bedrijven en tenslotte het klimaat- en economisch beleid van overheden.
Transformatie van de wereldwijde energievraag
Elektrificatie en decarbonisatie zullen de komende jaren leiden tot een shift in ons mondiaal energiesysteem. De eerste verwijst naar het vervangen van fossiele brandstoffen door elektriciteit en de laatste naar het reduceren van de C02-uitstoot door bijvoorbeeld groene energie. Volgens BlackRock en Sustainalytics zullen groene energiebronnen 50 procent uitmaken van de wereldwijde vraag naar energie tegen 2050. Dit omvat het produceren van groene electriciteit en het gebruik van energiebronnen met lage CO2-uitstoot zoals waterstof, biomassa enz. Nu is dit slechts 20 procent. De elektrificatie in de vastgoed- en transportsector en de decarbonisatie in de electriciteitssector nemen het leeuwenaandeel van die stijging voor hun rekening.
Impact op sectoren en regio’s
De energietransitie zal zich sneller voltrekken in de ontwikkelde landen dan in de groeilanden. Veranderende beleggers- en consumentenvoorkeuren en een groener industrieel overheidsbeleid, in de VS maar vooral in Europa, leiden immers tot dalende kosten en een snellere adoptie van groene technologieën. Kantelpunten zoals hierboven aangehaald zullen vlugger bereikt worden in het Westen. De twee drijvende krachten achter die divergentie met de groeimarkten zijn de kapitaalkosten en de groei van de vraag naar energie.
De vier kritische sectoren in de klimaattransitie zijn elektriciteit, transport, vastgoed (gebouwen) en de industrie. Deze zijn verantwoordelijk voor de meerderheid van de wereldwijde energiegerelateerde CO2-emissies.
De trend naar elektrificatie zal vooral de groei in de electriciteitsmarkt versnellen, zowel in de ontwikkelde landen als in de groeilanden. Het electriciteitsverbruik wordt verwacht toe te nemen met 150 procent tegen 2050. Daarin zal het aandeel van groene energiebronnen alleen maar stijgen.
De diverse sub-industrieën in de transportsector (via de weg, luchtvaart, scheepvaart) zullen de transitie ondergaan aan verschillende snelheden. Volgens BlackRock vertegenwoordigen elektriciteit en groene brandstoffen 40 procent van de totale transportvraag tegen 2050 t.o.v. amper 4 procent in 2020. In het Westen zal dit zelfs 60 procent bedragen.
Ook de vastgoedsector zal sneller evolueren dan andere sectoren. Naast het gebruik van elektriciteit en groene brandstoffen, is energie-efficiëntie de belangrijkste verklarende factor. Minder dan 20 procent van de totale energievraag zal hier uiteindelijk komen uit vervuilende bronnen.
De industriële sector tenslotte bengelt achteraan in de energietransitie, zowel in de ontwikkelde landen als de groeilanden. Dit is toe te schrijven aan de complexere technische haalbaarheid en de kostencompetitiviteit van groene oplossingen. Hier spelen de groeilanden een cruciale rol in de toekomst. En daar zie je nog steeds een vrij koolstofintensieve energievraag.