De asset management industrie ligt onder een vergrootglas nu onderzoek uitwijst dat hun meest duurzame fondsen alsnog in vervuilende bedrijven beleggen. De waarschuwing voor gezichtsverlies klinkt, maar ook de aantekening dat de onvolledigheid in de huidige duurzaamheidsregelgeving het ook wel écht lastig maakt.
De helft van de Europese beleggingsfondsen die zichzelf hebben ingeschaald in de meest duurzame categorie, belegt in vervuilende bedrijven. Dat concludeerde deze week een collectief van negen journalistieke media uit onder meer Nederland, België en Luxemburg op basis van onderzoek onder 838 fondsen en 130.000 aandelen en obligaties.
In België wordt volgens De Tijd al 16,8 miljard euro belegd in donkergroene fondsen, goed voor 7 procent van het vermogen van Belgen in die fondsen. Van de 388 onderzochte fondsen worden er 155 op de Belgische markt aangeboden, en die doen 582 investeringen in fossiele brandstofbedrijven, goed voor 3,6 miljard euro.
FSMA-voorzitter liet zich in De Tijd zeer kritisch uit over greenwashing en stelde dat de Belgische toezichthouder er zeker op gaat toezien, maar voorlopig nog niet de controletools heeft. Hij is ook kritisch tegenover de Europese Commissie die het systeem van de donkergroene fondsen al invoerde terwijl de Europese definities van duurzaam beleggen nog niet op punt staan, zo schrijft De Tijd. ‘Wie aan greenwashing doet, zet zijn professionele betrouwbaarheid op het spel en krijgt een beroepsverbod opgelegd. Ook de banken die de dubieuze fondsen verdelen en zo greenwashing bewust toelaten, zullen we aanpakken en beperkingen opleggen bij het commercialiseren van zulke donkergroene fondsen’, stelt hij in De Tijd.
Onvolledige duurzaamheidsregelgeving
Feit is dat fondshuizen stoeien met onvolledige richtlijnen. Anders dan financiële producten ingedeeld onder artikel 6 (“grijs” in de sector genoemd) en artikel 8 (“lichtgroen”) onder duurzaamheidsregelgeving SFDR, hebben artikel 9 producten duurzaam beleggen als expliciete doelstelling (“donkergroen”).
Maar wát duurzaam beleggen dan precies is, was bij de inwerkingtreding van de wet nog niet bekend. Aanvullende uitspraken van toezichthouders in de periode daarna waren bovendien vaak onduidelijk, onvolledig of tegenstrijdig. En nog steeds liggen interpretatievragen rond duurzame beleggingen voor bij de Europese Commissie. Regels uit de SFDR worden daardoor verschillend geïnterpreteerd.
Dennis van der Putten van Actiam zei in een interview met FTM woensdag meer aanscherping van de regelgever te willen, meer duiding. ‘Mag ik in een oliebedrijf beleggen – ja of nee? En als dat bedrijf voor slechts twee procent in olie zit, mag het dat dan? Dit is nu een compleet open norm en daardoor komt de definitie van duurzaamheid waar we eigenlijk allemaal nog naar op zoek zijn niet dichterbij’, aldus het hoofd duurzaamheid.
Maureen Schlejen, chief commercial officer van Actiam, vult in een reactie tot Investment Officer aan: ‘Actiam zet zich van oudsher sterk in voor duurzaamheid en past daarbij de geldende wet- en regelgeving vanzelfsprekend toe. We zien ook dat er volop een maatschappelijk debat plaatsvindt over de betekenis van duurzaamheid en de definities die daarvoor gelden. Voor Actiam is het maatschappelijk debat aanleiding om opnieuw de dialoog aan te gaan. Daarvoor zullen we partners en andere betrokkenen uit de samenleving uitnodigen.’
Schlejen laat weten dat Actiam per 1 januari 2023 voor 14 beleggingsfondsen de SFDR classificatie heeft aangepast van 9 naar 8. ‘Dit past beter bij hoe op dit moment maatschappelijk wordt aangekeken tegen de verschillende categorieën.’
Een woordvoerder van Mirova laat weten dat de asset manager de nieuwsberichten in de pers ernstig neemt. ‘Voor fossiele brandstoffen hebben wij een geformaliseerd, transparant en gehandhaafd beleid. Sinds de oprichting van Mirova tien jaar geleden hebben wij bijvoorbeeld niet geïnvesteerd in de olie-, gas- en mijnbouwsector, noch in de luchtvaart, omdat wij van mening zijn dat de risico’s daarvan te groot zijn.’
Fossiel: doen of niet?
Die aanpassing is ook in lijn met het advies van Dufas aan de leden om voorzichtig te zijn met de classificatie van artikel 9 fondsen, als op voorhand niet ‘enige mate van zekerheid bestaat’ dat de beleggingen in het fonds ook daadwerkelijk nu maar ook in de toekomst als duurzaam kan worden beschouwd.
Concreet stelt Aan den Toorn van de branchevereniging Dufas dat beleggingen in fossiele bedrijven voor veel asset managers als niet-duurzaam worden bestempeld. ‘Maar er zijn ook asset managers die beleggingen in fossiele bedrijven aanmerken als duurzaam.
Bijvoorbeeld als een fossiele bedrijf een positievere bijdrage aan de energietransitie leveren dan haar concurrenten – “best in class”- , of als er met de belegging gecombineerd met engagement beoogd wordt het fossiele bedrijf te helpen verduurzamen, of als die fossiele bedrijven een geloofwaardig transitieplan naar net zero hebben. Met name dit laatste is volgens de letter van SFDR, tot op heden, niet uitgesloten.’
De AFM in Nederland lijkt vooralsnog coulanter dan de FSMA. ‘We hebben er dus ook wel begrip voor dat fondsbeheerders nog niet altijd alles goed doen’, zei coördinator sustainable finance Raoul Köhler tegen Investico. De AFM gaf woensdagmiddag in reactie op enkele vragen van Investment Officer navolgende antwoorden in dit artikel. Daarbij stelde de toezichthouder klip en klaar: SFDR is geen labelling-regime, maar wetgeving gericht op transparantie.