Indexbeleggers zijn parasieten. Dat stelt Charles Gave, de altijd contraire analyticus van het onderzoeksbureau GaveKal.
Gave stelt dat actief management er op neerkomt dat naar de ‘juiste prijs’ wordt gezocht. ‘Dat is een continu proces van trial en error.’
Feitelijk komt actief management neer op een ‘mean reversion’ strategie: steeds weer wordt gekeken of aandelen onder- of overgewaardeerd zijn, omdat aandelen altijd weer op enig moment terugkeren naar het historisch gemiddelde.
Bij indexbeleggen wordt die ontdekkingsreis naar de juiste prijs(stelling) niet gemaakt: het enige dat er toe doet is de relatieve grootte van het aandeel - hoe groter de marktkapitalisatie, hoe meer je er als belegger van moet hebben.
Dat betekent dat indexbeleggen een kwestie van momentum-beleggen is. ‘Het belachelijke is dat in een normaal functionerende kapitaalmarkt geldt hoe hoger de prijs, hoe lager de vraag. Maar voor indexbeleggers geldt: hoe hoger de prijs, hoe hoger de vraag.’
Indexbeleggen kan werken als het niet de ‘core’, maar de ‘satellite’ van de strategie is. Als je 10 procent van het vermogen in passieve beleggingen steekt en de rest actief beheert, dan kan je met een dergelijke strategie profiteren van de zoektocht van actieve managers naar onder- en overgewaardeerde aandelen, aldus Gave.
De Fransman concludeert: aandelenbeleggers moeten over de langere termijn worden afgerekend op een rendementsdoelstelling van 6 procent per jaar. Benchmarks leiden daarentegen tot misallocatie van kapitaal en veroorzaken bovendien een diepgaand instabiel systeem.
Recentelijk haalde Charles Gave ook al uit naar indexbeleggen. Hij vergeleek het toen met socialisme.
Meer achtergronden op Fondsnieuws: