image001_0.jpg

Er wordt gezegd dat de Belg een baksteen in zijn maag heeft. We denken dat er naast die baksteen ook een holding in die maag ligt. Dat kunnen we niet anders dan concluderen als we de discussies volgen van particuliere beleggers op beursfora. Hoe kan die interesse voor holdings verklaard worden? 

Een eerste element heeft veel te maken met de overvloed aan holding die de beurs van Brussel gekend heeft, de goede prestatie van heel wat van die holdings heeft ook tot hun succes bijdragen en last but not least waren er de continue pleidooien van professor Roland van der Elst om holdings in portefeuille te nemen als alternatief voor de klassieke bancaire beleggingsfondsen.  

Vandaag tellen we nog vijftien holdings op een totaal van 128 genoteerde aandelen, maar het was ooit anders. We telden het even (manueel) na in het ‘Memento der Effekten’ van 1993. Zo vonden we 58 holdings op een totaal van 167 genoteerde aandelen, of ongeveer 1 op 3! 

In dat verre verleden stond de Brusselse koerslijst bol van diverse waterval(holding)structuren. We onderscheidden er zo 5. De meest bekende was ongetwijfeld deze geconcentreerd rond GBL (1). Boven GBL noteerden het Zwitserse Pargesa en het Waalse Nationale Portefeuillemaatschappij. Een trapje hoger in die structuur vonden we de niet-beursgenoteerde holdings Fibelpar, Erbe en Frère-Bourgeois.

Onder GBL noteerde Electrafina. 
De groep Brederode (2) telde ook heel wat kleinere holdings, onder en boven zich. We denken hierbij aan Auximines, Belgo Katanga, Afrifina, Monceau-Zolder en La Liève. Boven Bois Sauvage (vroeger Financière Lecocq genaamd)  (3) vonden we dan weer Surongo terug, een trapje hoger was er het niet-beursgenoteerde Entreprises et Chemins de Fer en Chine. 

Waterval

Minder geweten is dat de familie Boël rond Sofina (4) ook een mooie watervalstructuur had uitgebouwd. Zo controleerde de overkoepelde holding Union Financière Boël (UFB) Henex, dat op zijn beurt Glaces de Moustier-sur-Sambre controleerde dat zelf de aandelen Sofina van de familie aanhield. Onder Sofina noteerde nog de kleine holding Sidro die zich vooral in olie-aandelen had gespecialiseerd. 

De structuur rond UCB (5) is de vijfde in ons beknopte overzichtje. Vandaag noteert Financière de Tubize boven UCB, maar tot in mei 2005 was er nog een tussenholding, genaamd Financière d’Obourg. 

Discount

Dat holdings vandaag nog een wezenlijk onderdeel uitmaken van de gemiddelde Belgische beleggingsportefeuille, is een goede evolutie. Wat ons wel stoort, is dat discussies m.b.t. het al dan niet kopen van holdings, zich grotendeels richt op de grootte van de discount. Dé discount is het belangrijkste voor vele beleggers. In welke aandelen die holding geïnvesteerd is, is minder relevant, of erger nog, is zelfs niet geweten. Bij de perikelen van Sofina in de laatste weken ging het ook veelal over de hoogte van de premie die dan ineens weer een discount geworden was. Spijtig genoeg deed niemand de moeite om na te gaan welke de belangrijkste posities zijn. 

We fronsten ook de wenkbrauwen toen op een beursforum iemand zich op 13 mei de vraag stelde waarom Financière de Tubize die dag met 14 procent daalde. Waarschijnlijk had de betrokkene niet gezien dat de koers van UCB onderuit ging door tegenvallend productnieuws, of misschien wist hij niet dat Tubize een indirecte belegging in UCB was? 

In het geval van GIMV spreken we dan wel graag over discount en premies. Ten eerste past de groep een heel conservatieve waarderingsmethode toe op zijn niet-beursgenoteerde participaties. Zo worden deze gewaardeerd aan EV/EBITDA-multiples van vergelijkbare genoteerde bedrijven minus een discount van 25 procent.

En ten tweede, als GIMV participaties te gelde maakt, dan blijkt dat de verkoopprijs 50 procent tot soms 100 procent hoger ligt dan de laatste waardering. In het boekjaar 2020/21 was dat 53 procent meer bij 3 verkochte participaties, in het boekjaar 2021/22 lag de waarde van de 4 verkochte participaties zelfs 107 procent (!) hoger dan de laatste waardering. Voorwaar straffe prestaties die weinig of geen aandacht kregen in de financiële pers. 

De 4.000 tekens die we hierboven neerpenden, kunnen we relatief eenvoudig samenvatten in de volgende 148 tekens : 1) heb aandacht voor de samenstelling van de portefeuille van de holding en 2) staar u niet blind op de discount/premie waarmee de holding noteert. 

Gert De Mesure is onafhankelijk beleggingsexpert en gespecialiseerd in vastgoedvennootschappen, Belgische aandelen en smallcaps. Hij is Investment Officer kennisexpert.

Gerelateerde artikelen op Investment Officer:

Author(s)
Categories
Tags
Target Audiences
Access
Limited
Article type
Article
FD Article
No