Wall Street schrijft geschiedenis met de grootste emissie ooit van het ‘exotische’ internetfonds Alibaba. Zelden gingen zo veel bedrijven naar de beurs om geld op te halen als nu. Kuddes beleggers investeren gretig in aandelen uit de sectoren internet en technologie. Hoe lang gaat dat goed?
Het leeglopen van een zeepbel op de financiële markten komt nooit helemaal onverwacht. Neem de legendarische crash van de jaren twintig van de vorige eeuw.
‘Wall Street begon duidelijk te wankelen in maart 1929,’ schrijft de Amerikaanse historicus Charles Geisst in zijn klassieke bestseller 100 years of Wall Street. ‘De Federal Reserve raakte steeds meer verontrust over de koers- niveaus van aandelen. Na een rustige zomer waarin nog meer toeristen New York bezochten, begonnen koersen te dalen. Op 24 oktober 1929 barst de zeepbel.’
Terwijl de Britse premier Winston Churchill als gast toekijkt op het balkon van de beursvloer zakt de New York Stock Exchange met 12 procent bij een recordomzet van 12 miljoen aandelen. Als het nieuws bekend wordt, stromen honderden Amerikanen naar de beurs. Ze verzamelen zich op de hoek van Wall Street en Broad Street. De gebeurtenis levert beroemde beelden op van lang rijen Amerikaanse beleggers, brokers en bankiers in pak en - toen nog – met hoed. De massahysterie van de jaren ervoor over de successen op de beurs slaat om in collectieve angst.
‘De zomer ervoor verzamelden mensen zich hier nog om hun financiële helden naar hun werk te zien gaan in de ochtend,’ noteert Geisst. In de jaren erna zouden de beurzen in de VS nog eens 90 procent van hun waarde verliezen.
Alibaba
Twee weken geleden was het Waldorf Astoria-hotel in New York het onverwachte toneel van een beursgekte die ook gerust historisch genoemd kan worden. In het art-decohotel uit 1931 verzamelen zich honderden beleggers, brokers, analisten en bankiers. Deze kudde intelligent ogende individuen komt voor de aftrap van de roadshow van de Chinese internetgigant Alibaba. Het levert een stormloop op die het hotel nauwelijks kan verwerken.
Toeristen kijken verbaasd. Voor de lift naar de achttiende verdieping staat een kronkelende rij van wel honderd meter tot in de kelder. Sommigen zijn duidelijk in een staat van opwinding. Deze beleggers in New York zijn niet bevangen door angst en depressie zoals in 1929. Ze zijn juist gretig en hongerig – en in voor een goede grap.
De held van de dag is natuurlijk Jack Ma (49), de man die vanuit zijn slaapkamer met Alibaba een winstgevend miljardenbedrijf heeft gebouwd dat nu de wereld moet gaan veroveren. Ma grapte dat hij tien jaar geleden ook naar Amerika kwam voor een geldinjectie. Zijn beoogde twee miljoen dollar kreeg hij echter niet van de dertig investeerders bij wie hij zijn hand ophield. Nu kom ik wat meer halen, zegt de voormalige leraar Engels met een brede grijns en tot grote hilariteit van het publiek.
Facebook en Google
Een van de honderden wachtende fondsbeheerders in de lobby van het Waldorf Astoria zegt nog nooit zo veel mensen gezien te hebben op een presentatie van een bedrijf. Maar hij wil niets weten van een hype. ‘Dit heeft niets te maken met de internetgekte van veertien jaar geleden. We leven in andere tijden. Alibaba is winstgevend en de groeikansen zijn enorm.’ Het geloof in de potentie van bedrijven als Alibaba maar ook Twitter en Facebook wordt breeduit gedeeld.
Het is geen toeval dat Facebook juist op de dag van de aftrap van de marketingcampagne van Alibaba een beurswaarde passeert van 200 miljard dollar. Het bedrijf is meer waard dan oude giganten als Coca-Cola en IBM. Concurrent Google is zelfs 400 miljard dollar waard. De hooggespannen verwachtingen voor Google van vlak na de beursgang tien jaar geleden zijn wel afgenomen, gemeten aan de koers-winstverhouding.
Tien jaar geleden betaalden beleggers voor Google tachtig keer de verwachte toekomstige winst. Nu is dat negentien keer. Voor Facebook wordt 38 keer de winst betaald. Wall Street verwacht dat de winst van Facebook sneller zal toenemen dan die van Google. Facebook is volgens analisten ‘een koopje’ in vergelijking met andere socialemediabedrijven. De koers-winstverhouding van LinkedIn is 83 en die van Twitter staat op een fenomenale 148.
Zeepbellen
Het geloof van de massa leidt vaak tot massahysterie. Dat creëert in de beurswereld financiële zeepbellen, aldus John Mackay in 1841 in het driedelige boek Memoirs of Extraordinary Popular Delusions and the Madness of Crowds. De Brit beschreef de Nederlandse tulpenmanie van de zeventiende eeuw, de Zuidzee-zeepbel en de zotheid van de kruistochten. Mackay in zijn voorwoord: ‘Mensen denken in kuddes, ze raken buiten zinnen in kuddes, en ze komen langzaam weer bij hun verstand, een voor een.’
Een van de individuen die erom bekendstaan zijn verstand erbij te houden is Robert Shiller. De econoom en Nobelprijswinnaar noemde de huidige waardering van de Amerikaanse aandelenmarkt in juli ‘zorgwekkend.’ Janet Yellen, voorzitter van de Federal Reserve, waarschuwde in dezelfde maand voor een mogelijke zeepbel. Haar zorg betreft vooral de hoge koersen van socialemediabedrijven, die prompt een tik kregen. Of daarmee een nieuwe dotcomcrash in aantocht is, is de vraag.
Afgemeten aan de koers-winstverhoudingen lagen de waarderingen veertien jaar geleden veel hoger. Gemiddeld werd toen voor de S&P 500 dertig keer de verwachte winst betaald. Nu is dat slechts negentien keer. De bullmarkt is nu veel breder gespreid over sectoren dan rond de eeuwwisseling. Dat is waarom veel aandelenstrategen en beleggers denken dat koersen verder omhoog kunnen.
Verlieslijdende start-ups
Correcties zijn van alle tijden. Maar vooral de timing is moeilijk te voorspellen. Zeker is dat de periode die voorafgaat aan een beurscorrectie meestal wordt gekenmerkt door extreme groeiverwachtingen. Die worden soms ingelost maar ook vaak zwaar overdreven. Momenteel worden voor verlieslijdende start-ups miljarden betaald. Bedrijven als Google en Facebook betalen die overnames in aandelen die op hun comfortabele koersniveaus goud waard zijn. Grote vermogensbeheerders als Blackrock and T. Rowe Price investeren steeds vaker vooraf mee in start-ups die kansrijk zijn voor een beursgang.
Dat beurzen op recordniveaus staan jaagt veel nieuwe bedrijven automatisch richting beurs. Dit jaar maakten al meer dan tweehonderd bedrijven hun entree in Amerika. Ze komen veelal uit de (bio)technologiesector en de internetwereld. Bedrijven en hun private aandeelhouders worden geprikkeld door de hoge prijzen die beleggers betalen op de beurs. Lang niet al die nieuwe beursfondsen laten een mooi koersverloop omhoog zien. Maar cashende insiders hebben dan allang hun succesvolle transacties gerealiseerd.
‘Hottest ipo of the year’
Alibaba is zonder twijfel de ‘hottest’ IPO van het jaar. Dit soort hooggespannen verwachtingen onder beleggers waren het laatst zichtbaar bij Facebook, dat in 2012 16 miljard dollar ophaalde in een rommelige beursgang. Maar het aandeel is sindsdien bijna verdubbeld. Alibaba mikt met zijn beursgang op een flink hogere oogst van 21 miljard dollar. Het wordt de grootste beursgang ooit in Amerika. En misschien wel de grootste ooit in de wereld als de beursgang van Agricultural Bank of China, met 22,1 miljard dollar opgehaald geld in 2010, wordt overtroffen.
Volgens Renaissance Capital, een onderzoeksbureau uit Connecticut, zit er in de VS nog veel meer in de pijplijn, zeker als Alibaba zacht landt op Wall Street. Vloerbrokers, publiek en pers zullen massaal toestromen voor de poorten van de New York Stock Exchange. Als Alibaba slaagt met zijn plannen wordt het record van 2000, toen in totaal voor 80 miljard dollar aandelen zijn verkocht in beursintroducties, overtroffen. Niet lang daarna werd het feest echter wel grondig verstoord.
Dit artikel staat in het Fondsnieuws-magazine dat 17 september is verschenen als bijlage bij het FD.