Uitgevende instanties van green bonds willen de gerealiseerde impact van hun projecten nog weleens rooskleuriger presenteren dan die is, bijvoorbeeld door de broeikasgasuitstoot op meerdere onderdelen van één activiteit te rapporteren.
Beleggers moeten beducht zijn op dit soort dubbeltellingen, volgens het Green Bond team van NN Investment Partners onder leiding van Bram Bos (foto). Bos was samen met green bond analisten Isobel Edwards en Kaili Mao in Amsterdam voor een presentatie voor journalisten.
‘Als de emittent bijvoorbeeld de vermeden broeikasgasemissies van zowel de opwekking van hernieuwbare energie als de transmissie van hernieuwbare energie rapporteert, zullen wij eisen dat hij de vermeden broeikasgasemissies voor deze twee activiteiten apart vermeldt’, legde Mao uit.
Pas dan kan de daadwerkelijke impact gemeten worden, volgens de analist. Desgevraagd beaamde Bos dat andere beleggers soms wel degelijk de “dubbele impact” door rapporteren richting hun klanten, waarbij Mao sprak van “opgepompte cijfers”. Ze zouden dat wel aan de kaak willen stellen, antwoordden ze op de vraag van een aanwezige journalist.
Greenwashing
Het onderwerp past in de vraagstukken waar de sector zich de laatste maanden steeds nadrukkelijker over buigt, na diverse verhalen over asset managers die zich groener voordoen dan ze zijn. Gisteren werd nog bekend dat opsporingsambtenaren een inval hebben gedaan bij Deutsche Bank en DWS, om verdenking van “greenwashing”.
Bos beaamde dinsdag dat de verhalen over andere fondshuizen de sector niet in een goed daglicht stellen en belastend kunnen zijn. ‘Er moeten niet te veel van dit soort verhalen meer komen.’ Andere fondshuizen daarop aanspreken, vindt hij geen logische oplossing. Liever spreekt hij bedrijven aan, en zorgt hij ervoor dat de vier green bond fondsen van NN Investment Partners enkel in écht groene projecten beleggen en daar de juiste cijfers over rapporteren.
Dat is soms lastig, volgens Edwards en Mao, die de gegevens van elke emittent uitpluizen om te zien of er geen dubbelingen of andere “opgeblazen” cijfers worden gerapporteerd. Edwards is daarnaast al een jaar bezig met het verzamelen van gegevens om alle vier de fondsen van het team te laten aansluiten op de door de groene taxonomie van de Europese Unie. In sommige gevallen moet ze zich richten op een syndicaat van banken, om sneller de benodigde data van een bedrijf te krijgen.
Greenium
Een ander veelbesproken thema rondom green bonds is de premie die je als belegger betaalt voor deze obligaties die in bestaande of nieuwe duurzame projecten beleggen. Een “gewone” obligatie van een bedrijf dat een rol speelt of kan spelen in de energietransitie, zou goedkoper zijn en dus meer rendement opleveren, zo is de veelgehoorde opvatting.
Ook Bos wordt vaak aangesproken over het onderwerp, zei hij. ‘Maar het verschil is veel kleiner dan gedacht. Je hebt het vaak over 1, misschien 2 basispunten. Daarbij moet je breder kijken. Een gediversifieerde portefeuille met green bonds doet het op dit moment beter dan een gediversifieerde portefeuille met obligaties die niet dat label dragen.’
In de praktijk laten beleggers zich bovendien niet tegenhouden door deze greenium, blijkt volgens hem uit de stroomcijfers. Bos: ‘Waar je veel uitstroom ziet bij obligatiefondsen, hebben wij een instroom van zo’n 800 tot 900 miljoen euro in onze green bonds strategieën dit jaar. Wat voor mij bewijst: óók met de stijgende rentes, maken mensen de switch naar duurzaam beleggen.’
Aanpak
Diezelfde rentes maken wel dat het team de laatste maanden een pas op de plaats heeft gemaakt. De laatste aankopen dateren van daarvoor, vertelde Bos. Destijds belegde het team onder meer in groene obligaties van een Australische bank, van een papierbedrijf en van de Europese Unie, waarmee Bos duidelijk wil maken dat de regio- en sectorkeuzes uiteenlopend zijn.
Los van de specifieke projecten, onderzoekt het team daarbij ook altijd de uitgevende instelling zelf, bijvoorbeeld om erop te kunnen vertrouwen dat een eventuele herfinanciering eveneens goed terecht komt.
30 procent van het aanbod aan green bonds, gelijk aan 341 groene obligaties, valt uiteindelijk af voor NN IP, omdat het niet aan de groene eisen van het team voldoet. Bos: ‘Voor ons moet het 100 procent zeker zijn dat een green bond en zijn uitgevende instelling ook echt donkergroen zijn. Pas daarna volgt de “gewone” creditanalyse, waarbij we nagaan of de risk-return goed genoeg is.’
NN Investment Partners, een van de marktleiders op het gebied van green bonds, bereikte vorig jaar de 5 miljard euro beheerd vermogen in green bonds, beheerd door een team van zeven mensen.
NN IP heeft vier green bond fondsen, waarbij de oudste uit 2016 stamt en de jongste uit maart 2021. Deze beleggen alle vier hoofdzakelijk in Europa, aangezien het aanbod daar ook het grootst is en Europa het verst is op duurzaamheids-vlak, mede door regelgeving op dat vlak.
Wat betreft de impact, daarover stelt het team dat de green bond portefeuilles van NN IP vorig jaar 407 MW aan hernieuwbare energie-capaciteit hebben toegevoegd en een jaarlijkse output van 856 GWh aan hernieuwbare energie.
De green bond markt is in 2021 de Europese high yield markt voorbij gestreefd in grootte. Vorig jaar is voor 440 miljard euro aan groene obligaties uitgegeven. Voor dit jaar verwacht NN IP 600 miljard euro.