Green bonds worden matuur en zijn een goede diversificatie in een portefeuille omdat ze bovengemiddeld transparant zijn.
Dat zegt Julien Bras (foto), obligatiebeheerder bij Allianz Global Investors. Hij stelt dat green bonds een interessante manier zijn om meer diversificatie te krijgen te krijgen in de obligatieportefeuille. ‘Het belangrijkste argument voor mij om green bonds op te nemen in portefeuille, is hun transparantie in vergelijking met traditionele obligaties.
Op het moment van emissie engageert de emittent zich om de opbrengst te gaan investeren in ecologisch duurzame obligaties. Bovendien krijgt de belegger daarna regelmatig een reporting van wat er met het geld gebeurt. Tot slot, en dat is geen verplichting maar komt wel steeds vaker voor, is dat de emittenten gaan rapporteren over welke impact een green bond nu daadwerkelijk heeft. Als belegger is dat een heuse troef’. Bras vindt het ook een voordeel, omdat hij als fondsbelegger kan uitleggen aan zijn klanten hoe hun geld het verschil maakt.
Bras vindt het wel belangrijk om te benadrukken dat er op het vlak van liquiditeit, rendement en ratingvereisten geen verschil bestaat tussen een klassieke en een groene obligatie.
Green Bond Principles
Het Green Bond Principles dat gebruikt wordt als kader voor de groene obligaties, is volgens Bras zeer sterk. Het kaderwerk bestaat sinds 2014 omdat het zich ‘richt op de juiste en correcte maatstaven, zonder dat het al te beperkend wordt. De standaard in Europa, die op dit momenteel wordt uitgerold, leunt heel dicht tegen aan tegen de Green Bond Principles. Dat zal ons veel helpen. Dat gaat in de goede richting en is ook niet te complex. Het green Bond kader bevat vier grote principes of aanbevelingen, ten eerste dat er een engagement bestaat van de emittent om de opbrengsten voor groene projecten te gebruiken, ten tweede is er een tracingmethode om na te gaan waar het geld naartoe vloeit, ten derde een systeem bestaat bij de emittent bestaat om de projecten te selecteren, en tot slot minstens een jaarlijkse reporting.’
Bras voegt er nog aan toe dat het Europese kader, dat momenteel in de steigers staat, er nog twee belangrijke elementen of principes aan toevoegt. Ten eerste is er een externe verificatie die plaatsvindt, waarbij een auditor nagaat hoe het geld wordt gebruikt, en ten tweede een element op het niveau van de emittent. Er wordt immers nagegaan of die emittent een afdoende strategie heeft op het vlak van de milieutransitie.
‘Voor ons als fondsbeheerders is dat laatste element zeker belangrijk, omdat we ervoor willen zorgen dat de bedrijven waarin we beleggen niet enkel hun zakelijke strategie op orde hebben, maar dat hun businessmodel ook afgestemd is op de principes van het Parijse Klimaatakkoord.’
Bras vindt in een notendop dat de Europese regels rond Green Bonds en het kader dat daarmee samenhangt, prima zijn afgestemd op de behoeften van de markt en van beleggers.
Portefeuilles
Bras beheert een fonds dat voor minstens 85 procent in green bonds beheert, en maximaal 15 procent cash aanhoudt. ‘Die emittenten moeten afgestemd zijn op de Green Bond Principles en op de lijst die we zelf hebben opgesteld binnen Allianz, en ook voldoen aan de Europese Taxonomie. Ook de emittenten moeten een geloofwaardige transitiestrategie hebben.’
In het fonds is er een overwogen positie in bedrijfsobligaties ten opzichte van supranationals, agencies en overheidsobligaties. ‘Dat willen we zo houden omdat we denken dat de privésector nog beter verandering teweeg kan brengen dan de overheid, hoewel er nog een weg af te leggen is’, besluit Bras.