15652694953_34b2473c2e_k_1.jpg

In tegenstelling tot de Verenigde Staten en Australië blijft greenwashing in de Europese beleggingssector onbestraft, ondanks dat de huidige wetgeving nationale toezichthouders toestaat hard op te treden tegen bedrijven die beleggers misleiden. De meeste toezichthouders in de EU hebben te weinig middelen om daadwerkelijk actie te ondernemen.

De belangrijkste Europese financiële toezichthouders verklaarden dinsdag dat in de EU de autoriteiten er de voorkeur geven samen te werken met de sector bij de implementatie van nieuwe, complexe regels voor duurzame beleggingen.

In haar Final Report on Greenwashing stelt de Europese Autoriteit voor Effecten en Markten (Esma) dat formele handhavingsbesluiten “tot nu toe beperkt zijn” omdat nationale toezichthouders, zoals CSSF in Luxemburg en AFM in Nederland, dergelijke onregelmatigheden meestal aanpakken binnen hun lopende toezicht. 

Volgens Esma hebben toezichthouders moeite om inbreuken vast te stellen binnen een regelgevingskader dat is gebaseerd op “onduidelijke of dubbelzinnige definities”.

Misleidende praktijken

Greenwashing wordt gedefinieerd als een misleidende praktijk waarbij een bedrijf overdreven of valselijk claimt dat zijn producten of diensten milieuvriendelijk zijn. Dit wordt vaak gedaan om milieubewuste consumenten en investeerders te trekken zonder echt de inspanningen te leveren om de impact op milieu en omgeving te verminderen. In wezen gaat het om misleidende marketingstrategieën.

De EU heeft echter nog steeds geen duidelijke wettelijke definitie van greenwashing. De sector heeft daar herhaaldelijk toe opgeroepen, maar het is een punt dat de EU wil aanpakken bij de herziening van haar kader voor duurzame financiering. Toch hebben Europese toezichthouders, net als hun tegenhangers in de VS en Australië, al de bevoegdheid om hard op te treden tegen misleidende informatie die bedrijven gebruiken bij het op de markt brengen van hun producten.

In de Markets in Financial Instruments Directive (Mifid) van de EU is daarover een regel vastgelegd. De Amerikaanse Securities and Exchange Commission gebruikte in september een vergelijkbare regel om een boete van 19 miljoen dollar op te leggen aan de Duitse vermogensbeheerder DWS voor onjuiste marketingclaims over sommige van zijn beleggingsfondsen. De Australische toezichthouder Asic legde afgelopen zomer een boete van 140.000 Australische dollar op aan de Amerikaanse fondsbeheerder Vanguard wegens “onjuiste en misleidende” beweringen over ESG-uitsluitingen.

Geen enkele EU-zaak aangespannen

In de EU zijn echter geen gevallen van greenwashing voorgelegd aan rechtshandhavingsinstanties, meldt Esma. Het eindrapport over greenwashing inventariseert de feedback die het heeft ontvangen van de 27 nationale markttoezichthouders die deel uitmaken van het Europese toezichtnetwerk. Esma heeft de namen van landen en bedrijven niet genoemd.

Slechts één enkele nationale toezichthouder heeft daadwerkelijke gevallen van greenwashing geïdentificeerd, terwijl dertien landen gevallen van potentiële greenwashing hebben gemeld. In vier landen werd een onduidelijke definitie van “duurzame investering”, zoals vastgelegd in de Sustainable Finance Disclosure Regulation (SFDR), gerapporteerd als “een uitdaging” voor het identificeren van greenwashing.

In negen landen vroegen de toezichthouders aan beleggingsbeheerders om hun duurzaamheidsgerelateerde informatie te wijzigen, waaronder fondsnamen, methodologieën en beleggingsprocessen. Eén vroeg twee fondsbeheerders “onmiddellijk maatregelen te nemen” en de informatie op hun websites te wijzigen. In twee landen zijn orders gegeven aan beleggingsondernemingen.

Middelen niet voldoende

De autoriteit zei dat toezichthouders “duurzaamheidsgerelateerde capaciteiten en expertise” opbouwen door middel van trainingsprogramma’s, extra personeel, samenwerking met relevante nationale agentschappen en dialoog met niet-gouvernementele organisaties. ‘De meeste nationale toezichthoudende autoriteiten zijn echter van mening dat hun middelen niet volstaan’, aldus de autoriteit.

In de hele EU hebben nationale toezichthouders ongeveer 92 voltijdsequivalenten (fte’s) toegewezen aan duurzaamheidskwesties, wat neerkomt op een gemiddelde van 3,2 per toezichthouder. Dit varieert van 35 fte’s bij één toezichthouder tot 0,25 fte bij een drietal andere.

Het Esma-rapport laat ook zien dat er grote verschillen zijn tussen nationale toezichthouders als het gaat om de toegang tot ESG-gegevens. Tien nationale toezichthouders zeggen dat er voldoende ESG-gegevens beschikbaar zijn, terwijl er zeventien problemen ondervinden. ‘Belangrijk is dat de uiteenlopende visies van nationale toezichthouders op de behoefte aan gegevens een afspiegeling lijken te zijn van de verschillende toezichtpraktijken’, aldus Esma.

De Europese Bankenautoriteit (EBA) en de Europese Autoriteit voor Verzekeringen en Bedrijfspensioenen (Eiopa) publiceerden dinsdag ook rapporten over greenwashing in hun respectieve sectoren. Volgens de EBA is het aantal vermeende gevallen van greenwashing in de EU in 2023 met 26 procent gestegen ten opzichte van 2022, omdat er meer gecommuniceerd is over producten die met duurzaamheid te maken hebben.

Gerelateerde artikelen op Investment Officer:

Author(s)
Categories
Target Audiences
Access
Limited
Article type
Article
FD Article
No