Met de beursnotering van ABN Amro krijgt het Damrak er mogelijk een volksaandeel bij. In de afgelopen jaren waren beleggers terughoudend met het investeren in banken. Anders dan verzekeraars blijven Europese banken al geruime tijd sterk achter bij de brede Europese aandelenmarkt.
‘Om te voldoen aan de hogere kapitaalvereisten en strengere regelgeving moesten de banken hun buffers versterken en flink investeren in hun IT-systemen’, zegt Patrick Lemmens, portfoliomanager van Robeco New World Financials Fonds. Tegelijkertijd strompelde Europa van de ene naar de andere crisis.
Levensverzekeraars hebben weliswaar ook te maken met strengere kapitaalnormen, maar kennen volgens Lemmens minder problemen, mede dankzij hun stabiele kasstroom.
Hoewel het proces van deleveraging in Europa veel langzamer verloopt dan in de Verenigde Staten, is er volgens de fondsmanager al veel vooruitgang geboekt.
Dividend
‘Banken die nu geld ophalen, doen dat vooral om verder te kunnen groeien. De meeste banken maken een pas op de plaats en kiezen ervoor om een riant dividend uit te keren.’
In feite zijn er voor beleggers drie smaken, zegt Lemmens: banken en verzekeraars die een hoog dividend uitkeren, die in een herstructureringsmodus zitten en partijen die op groei mikken.
ABN Amro wordt een dividendaandeel. Lemmens belegt vooral in de laatste categorie. ‘Financials die in staat zijn om hun boekwaarde en dividend te laten groeien, leveren op de beurs de beste prestatie op de lange termijn. Dit zijn spelers die inspelen op structurele trends in de wereld.’
Een voorbeeld is Credit Suisse, die haar pijlen richt op private banking in het Verre Oosten en daarmee profiteert van de snelle groei van vermogenden in deze regio.
Technologiebedrijven
Aangezien er nog veel moet gebeuren op het gebied van IT en cyberveiligheid, ziet hij daarnaast groeimogelijkheden voor technologiebedrijven die banken en verzekeraars bedienen. Buiten Credit Suisse vindt Lemmens ook KBC, BBVA en ING aantrekkelijk.
‘ING positioneert zich in landen als Duitsland en Frankrijk met haar onlinedienstverlening als bank van de toekomst en heeft hier nog veel groeikansen.’
Maar Europese banken met een groeistrategie zijn volgens Lemmens schaars. In de verzekeringssector zijn er wat dat betreft wat meer mogelijkheden en heeft hij posities in onder meer NN Groep, AXA en Aegon. De Duitse gigant Allianz vindt hij dan weer minder aantrekkelijk vanwege het gebrek aan focus.
Hoewel de Europese banken en levensverzekeraars volgens de fondsbeheerder goedkoop lijken, moeten beleggers zich niet blindstaren op de waardering.
‘Vooral banken die aan het herstructureren zijn, zoals Deutsche Bank, ogen goedkoop. Ik zou eerst wachten op bewijs dat de maatregelen daadwerkelijk tot een betere winstgroei leiden.’
Een belangrijke koerstrigger voor de hele sector is een stijging van de rente, maar dat kan in Europa nog wel even op zich laten wachten, denkt Lemmens.
Ook wanneer een duidelijke rentestijging uitblijft, kunnen de Europese banken de komende jaren een inhaalslag maken ten opzichte van hun Amerikaanse branchegenoten, zegt Joost de Graaf, portfoliomanager van het Kempen Global High Dividend Fund.
‘Europese bankaandelen zijn de afgelopen jaren duidelijk achtergebleven, waardoor het waarderingsverschil met de Verenigde Staten is opgelopen. Dit terwijl een aantal Europese landen een sterk geconsolideerde bankensector kent die structureel winstgevender is dan in de VS.’
De Europese sector staat er volgens hem financieel een stuk beter voor dan voorheen. Omdat ook het toezicht is aangescherpt, zijn de risico’s daarom veel lager dan voor de kredietcrisis.
Daar staat weliswaar ook een lager rendement op het eigen vermogen tegenover, maar dit vindt hij helemaal niet erg zolang het maar hoger ligt dan de kosten van het eigen vermogen.
Instapmoment
‘Het lijkt erop dat beleggers de lagere risico’s bij de banken nog niet goed inprijzen, zodat het wellicht een goed moment is om in te stappen’, zegt De Graaf.
Volgens hem is het dividend in de sector over het algemeen veilig, al zullen vooral de banken terughoudend zijn met het verhogen van de uitkeringen zolang er nog wat onzekerheid is over de kapitaalvereisten.
In 2017 ontstaat hierover meer duidelijkheid. Tegen die tijd kunnen beleggers in theorie op Europese banken een dividendrendement verwachten van ruwweg 5 procent, uitgaande van de huidige waardering van circa een keer de boekwaarde, een rendement op het eigen vermogen van 10 procent en een pay-outratio van 50 procent, zo rekent De Graaf voor.
Als de waardering gelijk blijft, dan kan het totaalrendement derhalve uitkomen op circa 10 procent per jaar. Voor de levensverzekeraars zal dat volgens hem waarschijnlijk wat lager liggen omdat hier meer concurrentie is.
Dividendgroei
Dividendgroei is een ander verhaal. ‘Banken zijn vooral afhankelijk van de economie en slechts een beperkt aantal kan bovengemiddeld groeien dankzij een specifiek businessmodel’, zegt De Graaf.
Hij wijst bijvoorbeeld op UBS vanwege de focus op wealth management en op Svenska Handelsbanken, die een heel hoog serviceniveau aanbiedt. Maar ook ING heeft volgens hem laten zien dat ze met haar succesvolle ING Direct-model in het buitenland sterk kan groeien.
‘Bij beleggers is dit echter bekend. Bovendien is een sterke groei bij banken niet altijd gunstig, want dit heeft in het verleden vaak tot problemen geleid.’
Dit artikel staat in het Fondsnieuws-magazine dat op 25 november verschijnt.