De beleggingssector heeft een nieuwe weg ingeslagen. Een waarin duurzaamheid een integraal onderdeel is van het proces. Dat geldt voor obligaties niet minder dan voor aandelen. Groene obligaties, of green bonds, zijn in dat kader het bekendste voorbeeld.
De opbrengst met de uitgifte ervan wordt gebruikt voor de financiering van projecten die het milieu ontlasten.
Er zijn meer van dit soort impactobligaties, zoals klimaatobligaties, environmental (awareness) bonds en social impact bonds. Te denken valt daarnaast aan bedrijfsleningen uit ontwikkelingslanden. Sommige van deze obligaties hebben echter meer kenmerken van een verzekering of prestatiecontract, wat ze als alternatief voor een traditionele obligatie met een vaste coupon ongeschikt maakt. Groene obligaties, die steeds vaker door bedrijven worden uitgegeven, kennen dat probleem niet.
Apple
De markt voor groene obligaties begint dan ook serieuze vormen aan te nemen. Dit werd onlangs bevestigd door Apple. Het bedrijf haalde in februari 1,5 miljard dollar op bij beleggers, een nieuw record. Op de obligaties met een looptijd van zeven jaar betaalt de maker van de iPhone 2,85 procent rente.
Voor het hele jaar verwacht kredietbeoordelaar Moody’s dat de uitgifte van groene obligaties door de grens van 50 miljard dollar gaat. Verschillende fondshuizen vinden de markt nu volwassen genoeg voor specifiek hierop gerichte producten. Met de introductie van de Barclays MSCI Green Bond Index is er sinds vorig jaar bovendien een belegbare index.
Standaard ontbreekt
Kritiek op groene obligaties is er ook, die vooral te wijten is aan het ontbreken van standaarddefinities voor het predicaat ‘groen’. Consultant KPMG waarschuwde daarom onlangs dat de geloofwaardigheid van groene obligaties wordt bedreigd en roept de sector op zichzelf te reguleren.
Ondanks dit alles associëren de meeste particulieren duurzaam beleggen nog altijd vooral met aandelen. Het uitsluiten van activiteiten of sectoren, het filteren op duurzaamheidsscores, thema- fondsen en engagement zijn hier gemeengoed.
Duurzaam beleggen in aandelen is dan ook verder ontwikkeld, zegt onder meer State Street Global Advisors. Dat beeld zou ook af te leiden kunnen zijn uit de oproep van Rabobank aan fondshuizen om meer duurzame obligatietrackers te lanceren, omdat de spoeling nog te dun zou zijn.
Voorbij de financiële kant
Bij Aegon Asset Management zien ze dat anders. Als belegger in hoofdzakelijk vastrentende waarden staat duurzaamheid er al tien jaar op de radar, helemaal sinds de financiële crisis in 2008. ‘Wel leggen we de accenten net iets anders’, zegt hoofd rente en geldmarkten Gerard Moerman. Hij benadert het thema vooral vanuit risicoperspectief. ‘Als obligatiebelegger zijn wij vooral gericht op de neerwaartse risico’s. Wat kan ervoor zorgen dat de uitgevende instelling haar coupon niet meer kan betalen? Daarbij spelen go- vernance en het claimrisico de grootste rol.’
Aegon AM is naar eigen zeggen zeker niet de enige obligatiebelegger die criteria op het gebied van mens, milieu en bestuur (ESG-criteria) naast financiële aspecten is gaan meewegen bij het nemen van beleggingsbeslissingen. Moerman: ‘Wat dat betreft kun je spreken van een omslag in de markt.’
Wel erkent hij dat in diezelfde markt, en dan vooral onder institutionele beleggers, men lang heeft geworsteld met de vraag: ‘Hoe pakken we dat bij staatsobligaties aan?’
‘Traditionele kredietbeoordelaars belichten alleen de financiële kant van de zaak’, verklaart Moerman. ‘Rusland bijvoorbeeld. Dit land is sterk afhankelijk van de inkomsten uit olie en gas, terwijl er nauwelijks oog was voor de po- litieke structuur, mensenrechten of corruptie. Om die reden hield het land heel lang de status van investment grade. Totdat de sterk gedaalde olieprijs plotseling noopte tot forse afwaarderingen.’
Inmiddels zijn er partijen die in dit gat gesprongen zijn, zoals MSCI. ‘Hun rating geeft een veel breder beeld en is hierdoor stabieler. En juist als obligatiebelegger wil je zoveel mogelijk volatiliteit ontwijken.’
Ten aanzien van bedrijfsobligaties lijkt de aanpak op het gebied van duurzaamheid veel op die van aandelen. Door te werken met een uitsluitingslijst en actief de dialoog op te zoeken, kan een veiligheidsmarge worden ingebouwd.
Jaknikkers
Ook hier vertrouwt de assetmanager op data van MSCI. Liberty Global, het moederbedrijf van onder andere Ziggo, is daar een goed voorbeeld van, zegt Rinse Boersma, portfoliomanager in het credit-team. ‘De analisten van MSCI vinden dat ‘cable cowboy’ John Malone, de topman van het bedrijf, te veel omringd wordt door jaknikkers en erg opportunistisch is in de overname- en fusiemarkt. Daar houden we met onze exposure zeker rekening mee.’
Net als de markt stelt ook Aegon AM continu stappen te zetten op het gebied van maatschappelijk verantwoord beleggen en impact-beleggen. Zo hanteert het voor Aegon Nederland, zijn grootste klant, nu naast een minimale kredietrating ook een minimale ESG-rating.
Deze maand wordt een nieuwe propositie gelanceerd waarin beleggingen met veel impact centraal staan. ‘We richten ons op de sociale huizenbouw in Nederland en staatsgegarandeerde leningen, zoals voor windmolenparken’, zegt Harald Walkate, bij de Haagse assetmanager hoofd verantwoord beleggen. ‘Deze obligaties zijn minder liquide, maar bieden een hogere premie. Daarmee komen we tegemoet aan de wensen van onze klanten.’
Dit verhaal staat in het Fondsnieuws-magazine ‘Monetaire hocus pocus uitgewerkt’