
‘Mijn hele carrière is anders gelopen dan ik ooit had kunnen bedenken’, zegt Peter Roebben. Als CEO van de Hongaarse tak van KBC is hij aan zijn achtste Europese avontuur bezig. Vanwaar zijn keuze voor een leven als expat, en wat leerde het hem over de kleine en grote verschillen met onze mede-Europeanen?
Ruim dertig jaar al heeft Peter Roebben Europa doorkruist voor KBC Group, met tussenstops in onder meer Londen, Madrid, Parijs, Praag, Dublin, Sofia en Boedapest, waar hij sinds januari 2025 aan het hoofd staat van K&H Bank en country manager is voor KBC in Hongarije.
U bent al decennialang actief als expat. Hoe begon dat traject destijds?
Roebben: ‘Ik ben geboren in een klein Limburgs dorp en voelde een sterke behoefte om andere horizonten te verkennen. Niemand in onze familie deed dat, maar ik had die nieuwsgierigheid en die heb ik nog altijd. Ik wou echt de wereld zien. En daarnaast vond ik het ook belangrijk om professioneel snel autonomie te krijgen. Tegenwoordig gaat het er anders aan toe in bedrijven, maar in de jaren negentig was werken in het buitenland daartoe de beste manier. Het plan was aanvankelijk om in Azië en later Amerika te werken. Ik had een ticket voor Tokio op zak en had alles al besproken met mijn ouders. Maar in 1992 crashte de Japanse beurs en besloot de bank het kantoor in Tokio op te doeken. En zo kwam ik in Londen terecht.’
U kreeg door de jaren heen een unieke kijk op Europa.
‘Klopt, 1992, dat was het jaar van het verdrag van Maastricht, de oprichting van de Europese Unie en de basis van de euro. Zo heb ik op beperkte schaal de Europese eenmaking meegemaakt. Het is een evolutie die een enorme positieve impact heeft gehad voor de landen in Zuid- en Oost-Europa, maar ook voor de landen in West-Europa. Tegelijk blijft het een realiteit dat al die landen hun eigen historiek hebben, en ook een eigen cultuur. Je kan dus niet zomaar ergens binnenwandelen en ervan uitgaan dat iedereen je begrijpt omdat je ook Europeaan bent.’
Wat zijn die grote verschillen dan?
‘De verschillen hebben vaak te maken met de geschiedenis. Als ik naar een nieuw land verhuis, probeer ik altijd veel geschiedenisboeken te lezen. Het helpt bijvoorbeeld om te weten dat Ierland een geschiedenis van armoede en massa-emigratie heeft gekend. Dat laatste verklaart onder andere hun verbondenheid met de VS en zelfs Australië. Ieren zijn ook echte verhalenvertellers en dus heel goede marketeers.’
Op welke eigenheden en gevoeligheden bent u in Oost-Europa gestoten?
‘Die regio is getekend door vijftig jaar communisme. Bedrijven die we daar overnamen, waren vaak voormalige staatsbanken of -verzekeraars. De mensen die er werkten, waren gevormd in een systeem waarin initiatief nemen afgeraden werd. En als je dan als jong geweld uit het Westen binnenkomt met een een andere aanpak, botst dat soms. Tegelijk zijn er ook in Oost-Europa grote verschillen. De Bulgaren zijn de koningen van de improvisatie. Die kunnen met enorm weinig middelen heel veel realiseren. Mogelijk omdat dat volk het lang niet breed had. Tsjechen zijn de Duitsers van Oost-Europa. Ze werken gestructureerd, punctueel, analytisch.’
En de Hongaren?
‘De Hongaren ervaar ik als bijzonder flexibel, zij zijn het gewoon om zich slim aan te passen aan nieuwe omstandigheden. Landen die lang deel hebben uitgemaakt van het Oostenrijks-Hongaarse keizerrijk kennen een traditie van uitgebreide analyses. Je krijgt een rapport met alle mogelijke opties, maar de beslissing blijft uit. Want als het dan fout loopt, kan men altijd zeggen dat er ook andere opties waren. Ondertussen zijn het onderwijs en de maatschappij sterk geëvolueerd en speelt dat veel minder bij de jongere mensen die we aanwerven.’
Hoe combineer je zo’n internationaal parcours met een gezin?
‘Mijn vrouw is van Spanje. We hebben elkaar leren kennen in Spanje. Onze zonen zijn in het buitenland geboren en zijn altijd meegegaan. Dat betekent internationale scholen, veel verhuizen, telkens weer een nieuw huis zoeken. Het positieve is dat ze enorm veel kansen hebben gekregen. Ze spreken verschillende talen, zijn internationaal ingesteld. De jongste studeert in Canada, de oudste in Zwitserland. Ze zijn echt Europeanen, met twee paspoorten. Maar er zijn ook nadelen: minder binding met grootouders, neven, nichten.’
U hebt nog een zevental jaar voor het pensioen. Wat zijn uw toekomstplannen?
‘Ik heb geleerd dat ik een slechte planner ben. Mijn hele carrière is anders gelopen dan ik ooit had kunnen bedenken. Telkens kwam er iets op mijn pad dat ik niet had voorzien. Dus heb ik op een bepaald moment beslist: ik maak geen plannen meer. Ik focus mij op de job die ik nu heb – en dat is een interessante. Hongarije is een belangrijke, complexe markt voor KBC. Ik amuseer me.’
U hebt veel gesproken over culturele verschillen. Wat is uw belangrijkste les?
‘Dat mensen mensen zijn. Cultuur is belangrijk – het geeft structuur, identiteit, houvast. Maar als je door die buitenste lagen heen kunt gaan, voorbij de verschillen, leer je pas echt de mens als mens kennen. Dat geldt trouwens zowel voor collega’s als voor klanten. En dan wordt het pas echt interessant.’
Dit interview is onderdeel van de zomerserie waarin we Belgen aan het woord laten die in het buitenland zijn gaan wonen én er een belangrijke rol in de financiële sector vervullen.
Lees ook: