business pijl omhoog.jpg

Pensioenfondsen zijn druk bezig om hun asset allocatie te wijzigen om daarmee in te spelen op structurele verschuivingen op lange termijn. De allocaties aan private markets zijn weliswaar gedaald ten opzichte van vorig jaar, maar dat werd vooral veroorzaakt door de vrees voor inflatie en renteverhogingen op de kortere termijn.

Dat zegt Marisa Hall. Zij is co-head van het Thinking Ahead Institute dat het jaarlijkse, gezaghebbende onderzoek naar de grootste pensioenfondsen in de wereld heeft uitgevoerd. ‘Wij verwachten dat de allocaties aan private markets op de lange termijn aanzienlijk zullen blijven toenemen, omdat er behoefte is aan nieuwe primary investments om nieuwe modellen van duurzame economische groei te ondersteunen.’

Groei AUM 50 procent 

Uit het gepubliceerde onderzoek blijkt dat de 300 grootste pensioenfondsen in de wereld in 2021 hun beheerde vermogen hebben zien stijgen tot 23.600 miljard dollar, een stijging van 8,9 procent. Ondanks het sterke beursjaar is de groei wel licht vertraagd ten opzichte van 2020, toen het pensioenvermogen met 11,5 procent toenam. Over de afgelopen vijf jaar is de groei van het vermogen meer dan 50 procent geweest. 

Hall: ‘Dit is een verhaal met twee kanten. Enerzijds illustreert een nieuw record het optimisme dat een wereldwijde pandemie heeft kunnen trotseren. Maar aan de andere kant vertraagt de groei en staan de seinen voor de lange termijn op oranje.’ Zij verwijst daarbij naar de stijgende inflatie, het rentebeleid van de centrale banken en stagnerende wereldwijde groei. Hierdoor kan de dekkingsgraad van pensioenfondsen op de langere termijn geraakt worden.

Fondsen staan onder immense druk

‘Pensioenfondsen staan onder immense bestuurlijke druk, met een toenemende politisering van ESG in sommige regio’s die tegemoetkomt aan de roep om meer substantiële en dringende klimaatmaatregelen. De optelsom van stevige economische druk op korte termijn naast deze structurele veranderingen op lange termijn zal het alleen maar moeilijker maken om een evenwicht te vinden tussen financiële veerkracht op korte termijn en financiële en klimaatduurzaamheid op lange termijn.’

Noord-Amerika is nu goed voor bijna 46 procent van de activa van de 300 grootste pensioenfondsen ter wereld. Dit is een stijging ten opzichte van de 41,7 procent van eind 2020. Europese pensioenfondsen zijn goed voor 25,9 procent en Azië-Pacific voor 25,5 procent. Het toegenomen wereldwijde aandeel van Noord-Amerika was grotendeels te danken aan de snelste groei op jaarbasis van de belegde activa, namelijk met 9,2 procent, gevolgd door Europa (+8,3 procent) en Azië-Pacific (+8,0 procent) en Latijns-Amerika en Afrika (+3,9 procent) in diezelfde periode.

De VS zijn nu goed voor bijna 40 procent van het totale beheerde vermogen van de top 300 van pensioenfondsen; 148 fondsen in de ranglijst zijn van Amerikaanse origine. Na de VS zijn de landen met het grootste aantal pensioenfondsen in de ranglijst het VK (23), Canada (18), Australië (15), Nederland (12) en Japan (11). Sinds 2016 zijn er in totaal 37 nieuwe fondsen in de ranglijst bijgekomen, waarbij de VS de grootste nettowinst boekten (14 fondsen) en Japan het grootste nettoverlies (5 fondsen). In dezelfde periode had het VK een nettoverlies van drie fondsen, terwijl Zwitserland een nettowinst van drie fondsen had.

DB- versus DC-fondsen 

In de top 300 van fondsen domineren de activa van de fondsen met Defined Benefit (DB) regelingen nog steeds met 63,5 procent van de totale AUM. Het aandeel van de activa van DB-fondsen is in de loop der jaren echter licht gedaald, aangezien fondsen met een Defined Contribution (DC) regeling (23,8 procent), reserve funds (11,8 procent) en hybride fondsactiva (0,9 procent) langzaam terrein winnen.

DB-pensioenfondsen domineren in Noord-Amerika en Azië-Pacific, waar zij respectievelijk 72,7 procent en 65,2 procent vertegenwoordigen. In Europa zijn DB-fondsen ook goed voor het grootste deel van de activa (51 procent), terwijl in andere regio’s DC-pensioenfondsen domineren, waar slechts 17,9 procent van de activa in DB-pensioenfondsen is ondergebracht.

Volgens het onderzoek maken de 20 grootste pensioenfondsen nu 41 procent uit van de totale activa. Dat is  iets minder dan vorig jaar (41,8 procent), aangezien zij in de loop van het jaar met 6,6 procent zijn gegroeid, vergeleken met 8,9 procent voor de 300 grootste fondsen. Op langere termijn hebben de 20 beste fondsen echter een hoger groeipercentage, met een samengesteld jaarlijks groeipercentage voor de laatste vijf jaar van 8,8 procent tegenover 8,5 procent voor de 300 beste fondsen. Gemiddeld belegden de fondsen uit de top 20 ongeveer 53,5 procent van hun activa in aandelen, 27,9 procent in vastrentende effecten en 18,6 procent in alternatives en cash.

Zorgen over marktvolatiliteit 

Marisa Hall: ‘De agenda’s van pensioenfondsbesturen zijn terecht een richtsnoer geworden voor de complexe strategische uitdagingen waarvoor de mondiale markten en economieën zich gesteld zien. Het raadplegen van de jaarverslagen van s’werelds allergrootste pensioenfondsen is ook een manier om potentiële oplossingen voor deze grote uitdagingen te leren kennen. De meerderheid maakt zich zorgen over de toenemende marktvolatiliteit en onderzoekt verdere manieren om de spreiding van hun beleggingen te vergroten, met name in de context van de wereldwijde economische vertraging.’ 

Thinking Ahead Institute is onderdeel van de Amerikaanse consultant Willis Towers Watson. 

Author(s)
Target Audiences
Access
Limited
Article type
Article
FD Article
No