Seth Glickenhaus, de 94-jarige fondsbeheerder van Glickenhaus & Co. en overlever van de Grote Depressie, gelooft niet dat de wereld een crisis van dezelfde omvang staat te wachten. Hij ziet koopjes op de aandelenmarkt.
De correspondent van Het Financieele Dagblad sprak met hem.
Seth Glickenhaus moet zowat de laatste actieve professionele belegger zijn die de Grote Depressie bewust heeft meegemaakt. Hij was vijftien toen de beurs in 1929 zwaar onderuitging.
Tijdens de daaropvolgende Grote Depressie ging hij in 1934 aan de slag als obligatiehandelaar bij beurshuis Salomon Brothers. Vier jaar later startte hij zijn eerste eigen beleggingsfirma. In 1960 richtte hij Glickenhaus & Co op, dat vandaag ruim $ 1 mrd beheert voor particulieren en institutionele beleggers.
De huidige financiële crisis heeft parallellen met de crisis uit de jaren ‘30. Maar verschillen zijn er ook, zegt Glickenhaus, op de dag dat de Dow-Jonesindex onder de 8000 punten zakte.
Wat zijn die parallellen en verschillen?
‘Net als toen komen grote bedrijven in de problemen: ze gaan failliet of laten zich overnemen. Maar het zijn de verschillen die mij doen geloven dat we deze keer geen al te diepe en lange recessie krijgen. De situatie was toen uitzonderlijk slecht’
‘President Roosevelt introduceerde een reeks programma’s om de depressie te verlichten, en die hadden na verloop van tijd een grote gevolgen. Veel van die programma’s bestaan vandaag de dag nog en zullen daarom de economie helpen ondersteunen. Daarnaast pompen overheden wereldwijd duizenden miljarden dollars in hun economieën en bedrijven in moeilijkheden. Ik denk wel dat het een jaar zal duren eer we een verbetering van de economie zien.’
Zal Barack Obama straks te boek staan als de nieuwe Roosevelt?
‘Obama heeft al laten merken dat hij de economie prioriteit zal geven. Hij zal zich voorzien weten van goede adviseurs. Maar het zijn niet alleen Democraten die willen bijspringen met overheidsgeld. De Republikeinen doen dat ook.’
U had in de jaren negentig nog een belang in Chrysler en volgt de auto-industrie al lang. Moet de overheid Detroit helpen?
‘Ik heb allang geen aandelen meer in autobedrijven. Die sector zal de weg terug wel vinden, door faillissementen of met hulp van de overheid. Het zal waarschijnlijk dat laatste worden. De overheid moet dan wel voorwaarden opleggen: lonen omlaag, productie omhoog, beperkingen op bonussen en pensioenen.’
Toen aandelen begin jaren tachtig dood verklaard werden, was u een schaarse optimist. Kort daarop begon een jarenlange stierenmarkt. Hoe staat dat nu?
‘Ik zie een koopjesmarkt. De ravage is overdreven. Er is zo veel verkocht dat we nu aan zeer aantrekkelijke prijsniveaus zitten. De stevige correctie is te wijten aan de overdreven aandacht van de media voor de economische problemen, wat resulteerde in een diepe angst bij beleggers.’
‘Het economische nieuws overschaduwt al het andere nieuws, en de media negeren de pluspunten van de economie. Een van de pluspunten is dat 30 procent van de wereldeconomie het volgend jaar beter zal doen dan dit jaar. Landen als China en India zullen nog immer economische groei kennen, al zal die minder stevig zijn. Ook dat zal de recessie helpen beperken.’
Welke sectoren vindt u momenteel aantrekkelijk?
‘Om te beginnen: de energietransporteurs, dus de bedrijven met aardgas- en oliepijpleidingen. Zij hebben hun dividend al zeventien opeenvolgende kwartalen verhoogd, en zullen dat de volgende vijf kwartalen blijven doen. Zelfs in een recessie blijft er vraag naar energie: mensen doen nog altijd de lichten aan, gebruiken een fornuis en verwarmen hun woning.
Ook de drogebulkrederijen zijn aantrekkelijke investeringen geworden na de recente afstraffing op de beurs. Zij transporteren grondstoffen als ijzererts, cement en graan naar groeilanden als China en India en het Midden-Oosten. Van de financiële instellingen zou ik afblijven. Ik heb geen flauw benul wat hun winst- of verliescijfers nu precies zijn.’
Copyright: Het Financieele Dagblad, 23 november 2008.