Het risico is groot dat overheden wereldwijd, maar in het bijzonder in het Westen, inflatie stimuleren om de ontstane schuldenberg weg te werken. Desondanks hoeft dat goede beleggingen niet in de weg te staan.
Dat zegt Bruce Stout, senior manager van het Aberdeen Global World Equity Fund, in een gesprek met Fondsnieuws.
Uit eerdere gegevens van Société Générale blijkt dat bij het oplopen van de inflatie van 4 procent in de komende tien jaar de schulden in de eurozone van 83,8 procent tot 56,6 procent van het bruto binnenlands product zal dalen.
In de VS zou dat neerkomen op een daling van 97,5 procent tot 65,9 procent.
Gevarenzone
Volgens hem is het gevaar dat de schuldencrisis overslaat naar andere landen geenszins verdwenen. ‘Het risico bestaat nog steeds dat er een escalatie optreedt’, aldus Stout.
‘Want het gaat niet alleen om Griekenland, de andere Zuid-Europese landen en het Verenigd Koninkrijk. Ook de Verenigde Staten en Japan zitten in de gevarenzone.’
Volgens hem is er sprake van een ernstig mondiaal probleem. ‘De schuldenproblemen die in Griekenland aan het licht zijn gekomen en kunnen overwaaien, raken alle landen.’ Stout hoopt op een zachte landing.
Minder sprake van een link
‘Maar al zou er zelfs een double dip optreden, dan zijn er nog altijd voldoende beleggingskansen’, zegt de fondsmanager. Hij gelooft dat goede investeringsbeslissingen steeds minder te maken hebben met magere of slechte fundamentals op macroniveau.
Dit uit zich in de beleggingsstrategie van het wereldaandelenfonds Aberdeen Global World Equity Fund, die door het twaalfkoppige team van het fonds wordt gevolgd. Het team dat onder leiding staat van Stephen Docherty, Head of Global Equities, bepaalt via consensus in welke ondernemingen wordt belegd.
‘Centraal staat bij ons het selecteren van kwalitatief goede bedrijven, die ondergewaardeerd zijn en goede vooruitzichten hebben op het gebied van winstgroei, omzetten en dividenduitkeringen’, aldus Stout.
Niet gokken
Daarbij krijgt het investmentteam hulp van zes regionaal opererende teams van analisten. De portefeuille van het fonds bestaat gemiddeld uit 60 tot 70 bedrijven.
Ondernemingen worden opgenomen op basis van een buy-and-hold benadering. Het gaat altijd om bedrijven met een marktkapitalisatie van meer dan 1 miljard dollar.
‘We nemen echter geen bets, omdat we niet in gokken geloven. Alleen bedrijven waarin we geloven en zonder een hoog risicoprofiel zijn, komen in de portefeuille, ongeacht hun weging in de MSCI World-index.’
Zuidelijk halfrond
Door deze benchmark niet te volgen, kan het team diversificatie aanbrengen in de portefeuille en wereldwijd beter op kansen inspelen, stelt Stout. Daarbij is de focus sterk gericht op kansen op het zuidelijk halfrond, en dan met name de opkomende markten in Azië en Latijns-Amerika.
Het gaat daarbij niet zozeer om bedrijven die daar beursgenoteerd zijn, maar wel een belangrijk deel van de omzetten en winstgroei daarvandaan halen. Als voorbeeld noemt hij de Duitse sportartikelenfabrikant Adidas waarin 3 procent van het fonds belegd is.
‘De reële inkomensgroei en consumptie zijn erg toegenomen in de zich ontwikkelende landen en die trend zal zich voortzetten. Dat hebben ze voor op de ontwikkelde economieën op het noordelijke halfrond, die nog lang geplaagd zullen worden door hoge schulden en een hoge spaarratio.’
Binnenlandse vraag
Stout ziet de beste investeringsmogelijkheden in op opkomende markten gerichte banken, verzekeraars, energiebedrijven, retailers en producenten van consumptiegoederen. ‘Die richten zich op de sterk stijgende binnenlandse vraag.’
Het rendement van het Aberdeen Global World Equity Fund bedroeg begin mei Year-to-Date 0,54 procent. De MSCI World Index zette een plus neer van 3,43 procent.
Dit verschil komt door het feit dat er een sterke performance in de VS is geweest en het fonds onderwogen is in dat land.