Het is veel te vroeg om de risico’s in beleggingsportefeuilles af te bouwen. Het einde van de huidige cyclus kan nog wel een aantal jaren op zich laten wachten.
Dat schrijft Goldman Sachs Asset Management (GSAM) in haar Investment Outlook voor het derde kwartaal. ‘Na zes maanden van sterke aandelenrendementen - en aanhoudende bezorgdheid over de rek die uit de cyclus zou zijn en over hoge waarderingen - lijkt het aanlokkelijk om risico’s in portefeuilles af te bouwen in voorbereiding op een eventuele terugval’, beaamt het fondshuis.
Maar, op basis van een ‘breed scala aan economische en marktvariabelen’ concludeert GSAM dat de groeifase eerder nog twee jaar voortduurt dan dat er een ‘onmiddellijke ommekeer’ gaat plaatsvinden.
Volatiliteit
Ter illustratie wijst Goldman op de driemaandelijkse volatiliteit op de Amerikaanse aandelenmarkten. ‘Die bereikte het laagste punt in de cyclus in april en staat nog altijd dicht bij dat niveau. Gewoonlijk heeft aandelenvolatiliteit de neiging eerst een tijdlang op te klimmen voordat de cyclus draait.’
Ook de spreads op credits bewegen richting het laagste punt in de cyclus en lopen volgens het huis in de regel eerst een tijdje op alvorens de cyclus draait.
Dynamisch
Dat wil niet zeggen dat GSAM erop rekent dat de aandelenkoersen op korte termijn verder oplopen. Sterker nog, het huis heeft voor de zomer zelf juist wat posities afgebouwd.
Die keuze verantwoordt het fondshuis door te zeggen dat ‘het niet te vroeg is om dynamisch te zijn’. Op de middellange termijn behoren aandelen wel degelijk tot de voorkeurscategorie van GSAM, maar op de korte termijn is er volgens Goldman sprake van een verhoogd risico op negatieve data-verrassingen. Bovendien rekent GSAM voorlopig op relatief lage rendementen.
Uitbreiding groei
Het macro-economische plaatje is nog altijd optimistisch, schrijft het huis, dat voor de tweede jaarhelft rekent op een verbreding van de wereldwijde economische groei. ‘Klimmende groeiverwachtingen, wegebbende politieke onzekerheid en de ontwikkelde markten die opkomende markten overstijgen: de macro-economie ligt er gunstig bij. Het derde kwartaal zal de economische groei zich uitbreiden. Dan lijkt de tweede jaarhelft op de eerste: een uitbreiding van de groei die leidt tot krappere arbeidsmarkten en opwaartse druk voor de inflatie.’
Inflatie
Wat die inflatie betreft, verwacht het fondshuis dat die in Amerika verderop in de tweede jaarhelft geleidelijk weer aan zal sterken. De huidige tegenwind voor inflatie wordt volgens GSAM voornamelijk veroorzaakt door factoren die tijdelijk van aard zijn, bij-effecten van de vertraging in de wereldwijde arbeidsmarkt bijvoorbeeld. Voor Japan en Europa rekent het op een aanhoudend lage inflatie. ‘De VS lijkt de meest waarschijnlijke kandidaat voor een eventuele versnelling in loongroei en inflatie, maar dit vraagt mogelijk wel om een daling van het al lage werkloosheidspercentage.
Dan verwacht GSAM in de tweede jaarhelft nog een strikter monetair beleid en een minder grote rol voor politieke risico’s op de financiële markten. ‘De Franse verkiezingsuitslag en de afgenomen kans dat Italië volgend jaar verkiezingen uitschrijft, hebben de risico’s in Europa aanzienlijk verminderd.’