Op 18 november 2022 heeft ESMA haar consultatie gepubliceerd over de richtsnoeren “on funds’ names using ESG or sustainability terms”. De consultatie is de laatste in een reeks anti-greenwashing initiatieven van ESMA en heeft tot doel om richtsnoeren te ontwikkelen voor fondsen met ‘ESG’ of ‘duurzaam’ gerelateerde termen in hun naam.
De richtsnoeren zijn bedoeld om ervoor te zorgen dat de naam van een fonds daadwerkelijk een weerspiegeling vormt van het beleggingsbeleid zoals beschreven in het prospectus. De richtsnoeren zullen van toepassing zijn op onder meer icbe- en abi-beheerders.
Wat houden de richtsnoeren in?
In essentie dat de naam van een fonds in haar fondsdocumentatie of reclame niet misleidend mag zijn en alleen ‘ESG’ of ‘duurzaam’ terminologie mag gebruiken wanneer bepaalde duurzaamheidsdrempels worden behaald. De richtsnoeren proberen zo het risico op greenwashing door fondsen aan te pakken. De duurzaamheiddrempels zijn de volgende:
(i) Als een fonds het woord ‘ESG’ of een ‘ESG-gerelateerd’ woord in haar naam gebruikt, dan moet minimaal 80 procent van het fonds zijn geïnvesteerd in beleggingen met ecologische of sociale kenmerken dan wel in duurzame beleggingen zoals bedoeld in SFDR;
(ii) Er geldt een extra drempel als een fonds het woord ‘duurzaam’ of een afgeleide daarvan in haar naam gebruikt. Binnen de zojuist genoemde drempel van 80% moet dan tenminste 50% worden geïnvesteerd in duurzame beleggingen;
(iii) De term ‘impact’ of ‘impact beleggen’ mag alleen worden gebruikt als wordt voldaan aan de zojuist genoemde 80 en 50 procent drempel en daarbovenop moeten de investeringen van het fonds – naast een rendement – ook een positieve, meetbare sociale of ecologische impact genereren; en,
(iv) Tot slot heeft ESMA minimum safeguards geïntroduceerd voor fondsen die de termen ‘ESG’ of ‘duurzaam’ in hun naam bezigen, bestaande uit uitsluitingscriteria. Deze uitsluitingscriteria zien erop dat niet wordt geïnvesteerd in bijvoorbeeld bedrijven die tabak of controversiële wapens produceren.
Relatie tot SDFR
ESMA is ook voornemens om bovengenoemde drempels te hanteren voor lichtgroene fondsen (artikel 8 SFDR-fondsen) die ‘ESG’ in hun naam hebben. Maar deze drempels stellen verschillende eisen aan artikel 8 fondsen, afhankelijk van hun naam.
ESMA zegt dat het niet de bedoeling is dat de richtsnoeren de vereisten uit SFDR of de Taxonomieverordening interrumperen, maar dit gebeurt weldegelijk door een minimum drempel te introduceren voor artikel 8 fondsen die ‘ESG’ gerelateerde termen in hun naam hebben. Het voorstel dreigt daardoor twee soorten artikel 8 fondsen te creëren, te weten artikel 8 fondsen met ESG in hun naam en artikel 8 fondsen zonder ESG in hun naam en dus zonder een minimum drempel.
Dit kan verwarrend zijn voor beleggers aangezien een fonds dat bijvoorbeeld voor 75 procent investeert in beleggingen die ecologische of sociale kenmerken promoten geen enkele ESG aanduiding in haar naam heeft.
Onduidelijke definities
Wat volgens SFDR een ‘duurzame belegging’ is, levert binnen de sector de nodige kopzorgen. Dit heeft ook implicaties voor de door ESMA voorgestelde richtsnoeren, aangezien deze verwijzen naar de bestaande definitie van ‘duurzame belegging’ in de SFDR.
SFDR definieert een duurzame belegging als een “belegging in een economische activiteit die bijdraagt aan het bereiken van een milieudoelstelling of een sociale doelstelling”, wat een nadere specificatie vergt op niveau van de activiteiten van de belegging en bovendien ruimte laat voor meerdere interpretaties.
In september 2022 hebben de ESA’s aan de Europese Commissie gevraagd om de definitie van duurzame beleggingen te verduidelijken. De Commissie zal uiterlijk op 30 december aanstaande haar evaluatie van SFDR publiceren. Hopelijk geeft dat de sector meer duidelijkheid over het concept ‘duurzame belegging’ dat flexibel en pragmatisch zou moeten zijn met het oog op openbaarmakingsverplichtingen in plaats van alleen rigide minimum drempels op te werpen.
Drie jurisdicties
Het voorstel van ESMA voor anti-greenwashing regels is in navolging van voorstellen die de toezichthouders in de Verenigde Staten en in het Verenigd Koninkrijk hebben geïntroduceerd.
De voorstellen in de drie jurisdicties zijn echter niet op elkaar afgestemd. Wanneer bijvoorbeeld een Europees fonds ‘ESG’ in haar naam gebruikt, dan moet tenminste 80 procent van het fonds worden geïnvesteerd in beleggingen met ecologische of sociale kenmerken, maar dit hoeft niet altijd hetzelfde te zijn voor fondsen in de VS of VK. Deze verschillen zullen het extra complex maken voor fondsbeheerders met een grensoverschrijdende distributiestrategie.
Wanneer van toepassing?
Een definitieve versie van de richtsnoeren wordt verwacht in het tweede of derde kwartaal van 2023. Het is de bedoeling dat de richtsnoeren drie maanden na publicatie op website van ESMA inwerking treden. Er is een overgangsperiode van 6 maanden voorgesteld voor fondsen die nu ESG of duurzaam gerelateerde namen hebben. Deze fondsen zullen hun beleggingen in overeenstemming moeten brengen met de duurzaamheidsdrempels of hun naam moeten wijzigen om greenwashing te voorkomen.
Casper Westerink is advocaat bij Hart Advocaten, dat één van de kennispartners van Investment Officer is en maandelijks een bijdrage levert.