Voor beleggingsadviseurs en vermogensbeheerders is een radicale verschuiving in aantocht. De Europese Commissie heeft in een nieuw voorstel voor de SFDR bepaald dat deze marktpartijen buiten de reikwijdte van de SFDR 2.0 zullen vallen.
De Europese Commissie heeft een voorstel ingediend voor een vernieuwde Sustainable Finance Disclosure Regulation (SFDR 2.0). Voor vermogensbeheerders en beleggingsondernemingen verandert de situatie aanzienlijk, omdat zij volgens dat voorstel buiten de reikwijdte van de SFDR komen te vallen. Hoewel het Europese wetgevingsproces nog moet worden doorlopen, is het de verwachting dat de nieuwe regels in werking zullen treden vanaf 2027 of 2028.
Beperkte reikwijdte SFDR 2.0
De Europese Commissie wil dat SFDR 2.0 zich voortaan uitsluitend richt op partijen die daadwerkelijk duurzame financiële producten aanbieden, zoals ontwikkelaars van pensioenproducten, fondsbeheerders en verzekeraars. Beleggingsondernemingen treden op als distributeur en zullen daarom buiten de SFDR 2.0 vallen. Dit geldt ook voor andere financiële marktpartijen die geen producten ontwikkelen, maar zich beperken tot advisering of beheer. Denk hierbij aan kredietinstellingen die vermogensbeheer verlenen en verzekeringsondernemingen die adviseren over verzekeringsgebaseerde beleggingsproducten.
Volgens de Europese Commissie spelen deze partijen vooral een rol als distributeur, waarbij het helpen van klanten bij het vinden van passende producten voorop staat. Daarom past hun dienstverlening niet bij het productgerichte karakter van de SFDR. Kortom, alleen partijen die producten aanbieden, moeten zich straks aan de SFDR 2.0 houden.
Welke verplichtingen vervallen voor beleggingsondernemingen?
Alst beleggingsondernemingen buiten de reikwijdte van de SFDR 2.0 worden geplaatst, komen meerdere verplichtingen te vervallen. Een uitgebreide bespreking van alle verplichtingen blijft hier achterwege, maar ik noem enkele illustratieve voorbeelden:
- Precontractuele informatie die moet voldoen aan de regels uit de SFDR.
- Het opnemen van een Principal Adverse Impact (PAI)-verklaring.
- Transparantie van het beloningsbeleid met betrekking tot de integratie van duurzaamheidsrisico’s.
Duurzaamheidsvoorkeuren onder MiFID II
Hoewel beleggingsondernemingen niet langer onder de reikwijdte van de SFDR zullen vallen, betekent dit niet dat alle verplichtingen voor beleggingsondernemingen met betrekking tot ‘groen beleggen’ daarmee verdwijnen. Beleggingsondernemingen vallen immers nog steeds onder de reikwijdte van MiFID II. Dit betekent dat zij de wettelijke plicht hebben om het ken-uw-client-beginsel na te leven. Een beleggingsonderneming die beleggingsadvies en portfoliobeheer aanbiedt, moet dus de individuele duurzaamheidsvoorkeuren van cliënten blijven uitvragen.
Tijdens de contractuele relatie moet de beleggingsonderneming, in lijn met de verplichting om in het belang van haar cliënten te handelen (best execution), ervoor zorgen dat het verstrekte advies of voorgestelde vermogensbeheer zowel de financiële doelstellingen als de opgegeven duurzaamheidsvoorkeuren van de cliënt weerspiegelt. De beleggingsonderneming moet daarom zorgen dat de effectenportefeuille die zij aanbiedt, daadwerkelijk groene beleggingen bevat als de klant dat wil. Dit is ook een punt van aandacht in het kader van productgovernance. De duurzaamheidsvoorkeuren moeten ook in de periodieke – doorgaans jaarlijkse – rapportage worden meegenomen. Daarnaast heeft de AFM in haar position paper van juni 2020 benadrukt dat onder toezicht staande instellingen duurzaamheidsaspecten dienen te integreren in hun bedrijfsvoering, productontwikkeling, risicobeheer en investeringsbeslissingen.
Deze regels omtrent duurzaamheidsvoorkeuren gelden overigens niet voor execution-only, maar enkel voor advies en vermogensbeheer.
Handhaving
Het enkele feit dat beleggingsondernemingen in de toekomst niet meer aan de SFDR hoeven te voldoen, betekent niet dat de toezichthouder nu niet meer zal handhaven. De AFM heeft in haar jaarverslag van 2024 kenbaar gemaakt 97 toezichtsbrieven te hebben gestuurd die betrekking hebben op de naleving van de informatieverplichtingen van de SFDR. Het staat beleggingsondernemingen natuurlijk vrij om vrijwillig te blijven voldoen aan de SFDR 2.0.
Niet onbelangrijk om te vermelden is dat de toezichthouder op dit moment intensief onderzoek doet bij meerdere beleggingsondernemingen naar de naleving van de duurzaamheidsvereisten binnen het product-oversight-and-governancebeleid. Beleggingsondernemingen dienen de SFDR-verplichtingen te blijven naleven, totdat SFDR 2.0 inwerking treedt.
Wat nu?
Het wetgevingsproces verloopt via de gewone procedure, wat betekent dat over het voorstel onderhandeld moet worden door de medewetgevers: het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie. Pas na een akkoord met deze instanties zal de uiteindelijke tekst van de verordening vastgesteld worden en zal definitief duidelijk worden hoe de nieuwe regels eruitzien. Na de inwerkingtreding is er een implementatieperiode voorzien. De Europese Commissie houdt rekening met een implementatieperiode van 2027 tot 2028.
Beleggingsadviseurs of vermogensbeheerders, moeten dus voorlopig aan de huidige SFDR blijven voldoen. Om te anticiperen op SFDR 2.0 is het raadzaam om in kaart te brengen welke verplichtingen voortvloeien uit de SFDR en welke uit MiFID II, zodat duidelijk is welke bedrijfsprocessen kunnen worden beëindigd of gewijzigd na de inwerkingtreding van SFDR 2.0.
Hanine Al-Nassar is advocaat bij Hart Advocaten, onderdeel van het expertpanel dat maandelijks een bijdrage voor Investment Officer schrijft.