Op 5 februari 2024 hebben het Europees Parlement en de Raad van de EU een belangrijk akkoord bereikt over de verordening inzake ESG Rating Providers (‘ERR’). De ERR verplicht beleggingsondernemingen (en ander financiële ondernemingen) om informatie op hun website te publiceren als zij ESG-ratings gebruiken in hun marketingmateriaal aan beleggers.
ESG ratings hebben impact op vertrouwen van beleggers
ESG-ratings hebben een grote impact op het vertrouwen van beleggers in duurzame producten en daarmee ook op de algehele werking van de kapitaalmarkt voor duurzame financieringen. De huidige ESG-ratingsmarkt vertoont tekortkomingen en ondermijnt het vertrouwen van beleggers in ESG-ratings vanwege het gebrek aan transparantie over de wijze waarop ESG-ratings tot stand komen. Het gevolg is dat beleggers niet goed weten of en in hoeverre hun beleggingen bijdragen aan ESG-doelstellingen.
De ERR moet dit vertrouwen van beleggers in ESG-ratings helpen herstellen. Deels door (publicatie-)verplichtingen te introduceren voor ESG-ratingaanbieders (waarover straks meer) en deels door beleggingsondernemingen en andere financiële ondernemingen te verplichten transparant te zijn over de ESG-ratings die zij gebruiken in hun marketingcommunicatie aan beleggers.
Publicatieverplichtingen voor beleggingsondernemingen
Eén van de doelstellingen van de ERR is dat beleggers adequaat geïnformeerd worden over ESG-ratings en de methodes die aan deze ratings ten grondslag liggen. Deze doelstelling wordt opgelegd via de ERR (voor financiële ondernemingen die niet onder SFDR vallen, zoals execution-only aanbieders) en deels via wijzigingen in de SFDR.
Beleggingsondernemingen moeten aan deze doelstelling bijdragen door aan beleggers dezelfde gedetailleerde informatie ter beschikking te stellen die vergunningsplichtige ESG-ratingaanbieders moeten verstrekken. Concreet betekent dit dat als een vermogensbeheerder een ESG-rating publiceert van een financieel instrument uit één van haar beleggingsportefeuilles, dat de vermogensbeheerder verplicht is om op haar website gedetailleerde informatie te verstrekken over de methodes en de bronnen die gebruikt zijn bij de totstandkoming van de desbetreffende ESG-rating. Daarnaast moet in het marketingmateriaal een link naar de website zijn opgenomen waarop beleggers deze informatie kunnen terug vinden. Dit is bovenop de stapel van SFDR informatieverplichtingen die al rusten op beleggingsondernemingen.
Verplichtingen gelden ook voor execution-only
Hoewel de SFDR niet van toepassing is op execution-only aanbieders, wordt via de ERR dezelfde transparantieverplichtingen alsnog opgelegd aan beleggingsonderneming die exection-only diensten aanbieden. Ook zij zullen de ESG-ratings die zijn afgegeven door (beursgenoteerde) ondernemingen en die in hun diensten zijn verwerkt, moeten verstrekken met een link naar de website van de execution-only aanbieder waarop gedetailleerde informatie over de ESG-rating is terug vinden.
Publicatieverplichtingen voor ESG-ratingaanbieders
De informatie die beleggingsondernemingen moeten vermelden op hun website is omvangrijk en gedetailleerd. Dit blijkt wel uit de publicatieverplichtingen die de ERR stelt aan ESG-ratingaanbieders. De belangrijkste volgen hierna.
Een belangrijke verplichting die wordt opgelegd aan ESG-aanbieders is dat zij beleggers moeten informeren of en in hoeverre de ESG-rating rekening houdt met de doelstellingen zoals die zijn neergelegd in internationale verdragen. Dit betekent dat een aanbieder bij iedere ESG-rating in ieder geval informatie moet verstrekken in hoeverre de desbetreffende (beursgenoteerde) onderneming:
- voldoet aan de klimaatdoelstellingen uit het Klimaatakkoord van Parijs (E-factor);
- de kernverdragen naleeft van de Internationale Arbeidsorganisatie (S-factor); en,
- voldoet aan internationale normen over belastingontduiking en -ontwijking (G-factor).
Waar aanbieders voorheen één rating konden afgeven voor alle drie de ESG factoren tezamen, verplicht de ERR dat voor iedere ESG-factor afzonderlijk een rating moeten worden afgegeven. Deze ratings moeten ook zodanig worden gepresenteerd dat beleggers in staat zijn om de afzonderlijke ESG-ratings van verschillende (beursgenoteerde) ondernemingen met elkaar te vergelijken.
Tot slot moeten aanbieders – in het kader van het double materiality principle – expliciet vermelden of de afgegeven ESG-rating betrekking heeft op de financiële risico’s die de (beursgenoteerde) onderneming loopt, of dat de ESG-rating betrekking heeft op de impact die de (beursgenoteerde) onderneming heeft op het milieu of op de maatschappij.
De bovenstaande verplichtingen brengen een behoorlijke due diligence met zich mee voor ESG-ratingsaanbieders, die zich vertaalt in een omvangrijke en gedetailleerde informatieplicht voor beleggingsondernemingen.
What’s next
Het Europees Parlement en de Raad van de EU moeten de tekst van de ERR nog formeel goedkeuren voordat deze de laatste stappen van het wetgevingsproces doorloopt. De verwachting is dat de ERR eind 2025 inwerking zal treden.
Casper Westerink is advocaat bij Hart Advocaten, een van de kennisexperts van Investment Officer die maandelijks een bijdrage levert.