Aandelen van bedrijven in de Amerikaanse gezondheidssector zijn tot wel 20 procent ondergewaardeerd.
Oorzaak zijn flinke koersdalingen die het gevolg zijn geweest van angst dat de hervormingsplannen van president Obama de sector zouden schaden.
Dat zegt Hilary Natoff, fondsbeheerder van het Fidelity Funds Global Health Care Fund, in een gesprek met Fondsnieuws.
Dit beleggingsfonds is genomineerd voor een FD Morningstar Award in de categorie Aandelen Sector.
Onderwaardering
De gedaalde k/w-verhoudingen van Amerikaanse ondernemingen in de gezondheidssector waren het gevolg van de hervormingsplannen van Obama.
‘Er heerste angst voor de negatieve gevolgen die hervormingen voor bedrijven zouden hebben. Deze angst leverde volatiliteit op’, aldus Natoff.
Maar doordat de Democraten sinds januari geen supermeerderheid meer in de Senaat hebben, staat volgens Natoff de branche er beter voor.
‘Het is zeer onwaarschijnlijk dat de hervormingen doorgaan, zoals Obama die voor ogen had. Er komt mogelijk wel een vorm van hervormingen, maar die zal minder ingrijpend zijn.’
Volg de actuele koers van het Fidelity Global Health Care Fund
De laatste keer dat aandelen zo goedkoop waren, was begin jaren negentig in de Clinton-jaren, vervolgt de Britse. Oud-president Bill Clinton en zijn vrouw Hillary wilden destijds ook de gezondheidssector ombouwen.
Volgens Natoff zijn de vooruitzichten voor de wereldwijde gezondheidssector goed. Dat komt niet alleen door de onderwaardering van Amerikaanse bedrijven, maar ook door een sterke groei van de medische en farmaceutische sector in de opkomende landen.
Opkomende markten
Het Fidelity-fonds bouwt bovendien zijn belang in opkomende markten uit. Daar is Natoff in het tweede kwartaal van 2009 mee begonnen. ‘Groei van het bruto binnenlands product betekent namelijk groei van de gezondheidszorg’, zegt ze.
Opkomende landen als Brazilië, India en China investeren miljarden in de gezondheidszorg. ‘Ze hebben nog een wereld te winnen daar. Ze willen meer mensen toegang geven tot goede medische zorg.’
Daar profiteren volgens haar lokale en Westerse bedrijven van. Ze noemt als voorbeeld de Britse farmaceut GlaxoSmithKline, Diagnosticos da America uit Brazilië en China Shineway, dat traditionele Chinese geneesmiddelen produceert.
Bottom-up
De fondsmanager hanteert een bottom up-benadering. Ze zoekt bedrijven met een hoge groei, een sterke pijplijn, gunstige prijzen en zo min mogelijk blootstelling aan regulering.
‘Je moet echt naar de ondernemingen zelf kijken en minder naar de sector als geheel.’ De belangrijkste beleggingen zijn Roche, Pfizer en Johnson & Johnson.
Het fonds heeft de laatste drie kwartalen van 2009 beter gepresteerd dan de index (MSCI World Health Care), mede dankzij de beleggingen in opkomende markten.
In het eerste kwartaal boekte het rendement een minder goed rendement. ‘Toen belegden we meer defensief, in big cap farmaceutische bedrijven’, aldus Natoff.
Rendement
Over heel 2009 heeft Natoff een rendement van 21,4 procent behaald. De index boekte ene plus van 15,7 procent.
De eerste weken van 2010, tot 5 februari, heeft het fonds een negatief rendement geboekt van 3 procent tegenover -6 procent voor de index.