De wil om duurzaam te beleggen is ruimschoots aanwezig onder Nederlandse pensioenfondsen, maar de kennis ontbreekt nog vaak. Meer dan de helft van de grootste pensioenfondsen van Nederland kan niet aantonen dat er kennis in het bestuur is van verantwoord beleggen.
Dit is één van de conclusies van de jaarlijkse benchmark van de Vereniging van Beleggers voor Duurzame Ontwikkeling (VBDO), waarin de vijftig grootste Nederlandse pensioenfondsen van Nederland worden beoordeeld op de prestaties van hun verantwoord beleggingsbeleid.
Bij 55 procent van de ondervraagde pensioenfondsen heeft het bestuur niet kunnen aantonen dat er kennis in het bestuur is van verantwoord beleggen. Slecht 16 procent van de bestuurders heeft een volledige ESG-cursus of training afgerond.
Het overgrote deel van de pensioenfondsen laat zich adviseren door experts op het gebied van verantwoord beleggen. Uit een onlangs gepubliceerde enquête van Caceis Nederland onder 32 Nederlandse pensioenfondsen, opgesteld in samenwerking met de VBDO, blijkt ook dat pensioenfonds sterk op hun asset managers en fiduciars leunen voor de duurzaamheidsrapportages met betrekking tot de beleggingsportefeuille. Slechts 18 procent van de ondervraagde pensioenfondsen doet dit zelf.
Gat tussen beleid en uitvoering
Hoewel 92 procent van de pensioenfondsen uit de Caceis-enquête ESG-factoren heeft geïntegreerd in de investment beliefs, is er een duidelijk gat zichtbaar tussen het beleid en de uitvoering. Slechts 12 procent heeft namelijk doelstellingen mét tijdslijnen opgenomen in hun ESG-beleid.
In het VBDO-onderzoek ligt dit percentage zelfs nog iets lager. Van de 50 grootste Nederlandse pensioenfondsen neemt maar 10 procent een duidelijk stappenplan met tijdsgebonden en meetbare doelen mee in hun implementatie. Een kleine 2 procent stelt niet alleen meetbare doelstellingen op voor de samenstelling van de eigen beleggingsportefeuille, maar neemt daar ook de impact in mee van de gemaakte investeringen op mens en milieu in praktijk.
Verder komt uit het onderzoek naar voren dat maar een klein deel van de pensioenfondsen van hun vermogensbeheerders eisen dat ze opereren in lijn met de doelstellingen van het pensioenfonds. Het gevolg hiervan is dat het ESG-beleid van de aandelenportefeuille maar voor iets meer dan 50 procent wordt toegepast in de uiteindelijke beleggingen. Bij bijna de helft 44 procent van de pensioenfondsenportefeuilles is er nog onvoldoende aansluiting op het beleid voor verantwoord beleggen.
‘Lat steeds hoger’
Volgens Edith Maat, directeur Pensioenfederatie, hangen deze uitkomsten voor een deel samen met het feit dat de lat van de VBDO Benchmark ieder jaar omhoog gaat: ‘Dit jaar zijn ook nieuwe zaken uitgevraagd. Waar het opstellen van beleid bij de meeste fondsen op orde blijkt, is het nu zaak om ook aantoonbaar te maken hoe beleid tot uitvoering is en wordt gebracht. De meetmethodes die daarvoor zijn ontwikkeld en verder in ontwikkeling zijn, worden steeds vaker gebruikt. Het is goed dat op Europees niveau wordt ingezet op deze methoden, maar ook op betere data en dat externe effecten zoals milieuschade in de prijsvorming gaat meelopen. Daar draagt de Nederlandse pensioensector actief aan bij, omdat dit de uitvoering van het verantwoord beleggen verder verbetert. We verwachten dan ook volgend jaar weer een stap vooruit te zien’.
ABP meest duurzame pensioenfonds
ABP is ook dit jaar het meest duurzame pensioenfonds. Voor het derde jaar op rij scoorde ABP het hoogst met een 4,3 uit een maximum van 5. ABP wordt op de voet gevolgd door BPF Bouw (4,0) en PME (3,9). Pensioenfonds Huisartsen is de snelste stijger en klimt van plek 46 naar 22.