Vijf grote trends brengen de komende decennia een volatielere wereld met meer inflatie en hogere rentes, luidt de analyse van econoom Koen De Leus en marktstrateeg Philippe Gijsels van BNP Paribas Fortis. ‘Als je de inflatie weet te compenseren, ben je al goed bezig.’
‘We staan aan de vooravond van een andere wereld. Vijf bepalende golven zullen de wereldeconomie overspoelen’, schrijven Koen De Leus en Philippe Gijsels bij het begin van hun boek “De nieuwe wereldeconomie”. Daarin geven de hoofdeconoom en de hoofdmarktstrateeg van BNP Paribas Fortis hun kijk op de trends die de komende decennia onze economie en welvaart zullen bepalen.
Het boek brengt de perspectieven van twee verschillende disciplines samen. De Leus: ‘Veel boeken gaan ofwel over economie ofwel over beleggen. Maar ik heb nog weinig boeken gezien die maken dat je de economie begrijpt en dit meteen kunt vertalen naar de financiële markten.’
De twee hanteren elk hun eigen stijl. De Leus houdt zich als econoom aan doorwrochte analyses, Gijsels bouwt zijn betoog meer rond sprekende verhalen en anekdotes. ‘Over de grote lijnen zijn we het eens. We zijn akkoord over de richting, maar niet altijd de snelheid of de precieze uitkomst. Ik verwacht bijvoorbeeld dat de inflatie en rente hoger zullen zijn dan Koen’, vertelt Gijsels.
Vijf megatrends
De trends waar het duo zijn relaas aan ophangt zijn innovatie en productiviteit, het klimaat, de multiglobalisering, de oplopende schulden en de vergrijzing. Deze trends zijn nieuw, omkerend ofwel versnellend. Hoe ze elkaar precies zullen versterken of net tegenwerken, is soms moeilijk te voorspellen. Toch komen de auteurs tot een sprekende conclusie: ‘Alles wijst op een structureel hogere inflatie en meer volatiliteit’, luidt het.
‘De klimaattransitie zal bijvoorbeeld voor prijsschommelingen zorgen in grondstoffen. Ook de vertraging van de globalisering voedt de inflatie, net als de vergrijzing die maakt dat de arbeidspopulatie krimpt’, legt De Leus uit. ‘Wat deze effecten kan opheffen is innovatie, maar we weten niet wat bijvoorbeeld artificiële intelligentie zal betekenen voor de productiviteit.’
‘Ik ben nog iets extremer dan Koen’, vult Gijsels aan. ‘Voor mij zijn de jaren ’60 en ’70 terug met grote overheden, hoge belastingen, invoerheffingen en conflicten. Dat is echt het spiegelbeeld van vorige periode. Ik verwacht echt grote schokken in de grondstoffenprijzen. En dan heb ik het niet over zwarte zwanen zoals een pandemie of de oorlog in Oekraïne. Het volstaat om voor koper de vraag en het aanbood naast elkaar te leggen om te zien dat het niet klopt.’
Bij elk hoofdstuk brengen de twee ook toekomstverhalen, ‘gedachtenoefeningen over hoe het kan lopen’. ‘Het is niet zo moeilijk om heel negatieve scenario’s te bedenken. Ik heb mij nog ingehouden’, lacht De Leus. Toch vinden de auteurs niet dat ze een zwartgallig boek hebben geschreven, integendeel. Gijsels: ‘We zitten in een periode van chaos, een periode waarin we nieuwe evenwichten zoeken en mensen elkaar niet meer lijken te verstaan, maar tegelijk ben ik nog nooit zo optimistisch geweest over de opportuniteiten die er zijn.’
Uitkomst voor de markten
De megatrends die de nieuwe wereldeconomie bepalen kunnen volgens de auteurs zo ook een leidraad vormen voor beleggers. De Leus somt een paar voorbeelden op: ‘Door het klimaat gaan we van een consumptie- naar een meer investeringseconomie. In sectoren als hernieuwbare energie of bagger liggen mogelijks de opportuniteiten van de eeuw. De multiglobalisering maakt dan weer dat naast China ook landen als Vietnam en India op de radar komen. En de babyboomers staan voor hun pensioen. Die zullen minder gaan sparen. Zo kan je voor elke trend ook opportuniteiten ontwaren.’
Voor Gijsels ligt de sleutel in reële activa. ‘In Monopoly maakt het niet uit hoeveel geld er op tafel ligt, wel wie de huizen en de hotels bezit. Als we bijvoorbeeld naar een wereld met meer robots evolueren, dan is de vraag wie de robots in handen heeft.’ Voorts verwacht hij dat een klassieke buy & hold-aanpak moeilijker zal werken in een meer volatiele wereld. En dat een meer thematische aanpak kan lonen. Maar bovenal zullen beleggers het wellicht toch met wat minder rendement moeten stellen. ‘Als je de inflatie weet te compenseren, ben je al goed bezig’, besluit Gijsels.