De ‘sweet spot’ van high yield bedrijfsobligaties zal voortduren zolang beleidsmakers niet de verkeerde beslissingen nemen en er geen ‘double dip’ optreedt.
Dat zegt Konstantin Leidman, fondsmanager van het UBS (Lux) BF Euro High Yield Fund, in een gesprek met Fondsnieuws.
Zijn fonds is genomineerd in de categorie Obligaties Euro High Yield voor een FD Morningstar Award.
Recordaantal emissies
Leidman denkt dat er een recordaantal high yield obligaties worden geëmiteerd. ‘De reden is dat de rentetarieven waarschijnlijk laag blijven en dat schept een goed klimaat voor bedrijven om zich te herfinancieren via high yield obligaties.’
Zijn fonds investeert in euro gedenomineerde high yield bedrijfsobligaties.
De fondsmanager verwacht dat het percentage faillissementen in Europa in de komende twaalf maanden verder zal afnemen. Hij gelooft dat het faillissementspercentage uitkomt op het gemiddelde historische niveau van 4 à 5 procent.
Roadmap
Leidman gaat voor 2010 uit van een gematigd positieve ‘roadmap’, maar stelt dat op twaalf maandbasis de risico’s voor een ontsporing van het economisch herstel aanwezig blijven.
De recente volatiliteit is volgens hem een teken van de aangebroken consolidatiefase na een periode van sterke rendementen.
‘De spreads blijven aantrekkelijk, ook al zal de economische groei lange tijd op een laag pitje blijven. Meer risicovolle credits lijken in dit klimaat minder aantrekkelijk te worden.’
Hij pleit ervoor dat de Europese autoriteiten een fiscaal gedisciplineerd beleid voeren en voor langere tijd de rentetarieven laag houden.
Underperformance
Het UBS (Lux) BF Euro High Yield Fund behaalde vorig jaar een rendement van 70,28 procent. Dat is een underperformance van 6,1 procent ten opzichte van de benchmark, de ML Eur High Yield Constrained Index.
In vergelijking met de concurrentie was er ook sprake van een outperformance, aldus de fondsbeheheerder.
Het goede resultaat van vorig jaar verklaart Leidman door de beleggingsstrategie van zijn fonds. Die strategie bestaat uit een mix van een top down view met fundamentele research.
‘Per sector worden bedrijven gevolgd door obligatie-analisten die in de betreffende sector zijn gespecialiseerd’, licht Leidman toe.
‘Snel reageren’
Met de kennis die ze in huis hebben van bedrijven en van de bedrijfsobligatiemarkt, weten ze tijdig wanneer een downgrade op stapel staat.
‘Dat stelt mij in staat om snel te reageren en kansen te grijpen’, zegt Leidman. Zo kunnen volgens hem binnen industrieën de meest aantrekkelijke bedrijven en obligaties worden geselecteerd.
‘Ik heb daar vorig jaar veel profijt van gehad. Bijvoorbeeld toen we zagen aankomen dat bedrijfsobligaties van een aantal financials van investment grade naar non-investment grade zou worden gedegradeerd en daardoor in de voor ons relevante index terecht zou komen.’
Meer risico
Dankzij deze top down-visie in combinatie met de omvangrijke research, werd de aanvankelijke defensieve positie van 2009 geleidelijk gewijzigd en zo werd tegen het eind van het eerste kwartaal een neutrale positie ingenomen waarbij meer risico werd genomen.
Banken en verzekeraar werden daarbij overwogen ten opzichte van de index. Leidman koos in zijn portefeuille voor een overweging van Triple C’s en Single B’s.
Volgens Leidman ging de Europese high yield markt dit jaar goed van start, vergeleken in absolute termen met beleggingen in cash en investment grade bedrijfsobligaties. En ook over het aantal emissies heeft hij niets te klagen.
Financiële sector
Het UBS (Lux) BF Euro High Yield Fund behaalde Year-to-Date een goede outperformance in vergelijking met de benchmark. Dat was wederom in grote mate te danken aan de financiële sector.
Deze sector wist haar sterke performance ook in de eerste twee maanden van dit jaar door te trekken.
Credit spreads verkrapten met 52 basispunten tot 791 basispunten. In dit klimaat outperformden Triple C en Single C-bedrijfsobligaties, en werd het nemen van extra risico beloond.
Single-B’s bleven achter bij de index en dit had een positieve invloed op het rendement van het fonds.
De grootste deelneming was eind januari in Wind Acquisition Holding met 4,51 procent van het fonds. Daarna volgen ING Verzekeringen met 3,68 procent en de Britse FCE Bank, de financieringsarm van autofabrikant Ford, met 3,65 procent.