In een tijd waarin vermogensbeheerders elkaar steeds vaker opzoeken vanwege onder meer de hoge regeldruk, besloot HIP Capital na jarenlang alleen beleggingsadvies te hebben gegeven, een volledige beheervergunning aan te vragen. ‘Deze stap bewijst dat we het zelf willen blijven doen.’
HIP Capital begon zeven jaar geleden met beleggingsadvies. ‘Iedereen stopte met advies, terwijl wij er juist nog steeds een markt voor zagen’, vertelt oprichter Dick Hubertus terugblikkend tegen Investment Officer.
De firma groeide de afgelopen jaren sterk genoeg om voor een volledige vergunning (kosten aanvraag: 200 euro per uur werk voor AFM, tot maximaal van 100.000 euro, red.) te gaan, daarbij kreeg HIP steeds meer klanten in de boeken die goed passen bij vermogensbeheer.
Behalve het extra aanbod van HIP Capital, verandert er volgens Hubertus weinig nu de nieuwe vergunning binnen is. ‘Het verschil tussen advies en beheer ligt vooral achter de schermen.’
Verder groeien
Wel geeft de vergunning de firma de kans om onafhankelijk verder te groeien en op termijn zelfs eigen bewaring, fondsen of labels in te richten. Plannen hierover zijn nog pril.
Hubertus wil vooral blijven doen wat hij in de afgelopen zeven jaar heeft gedaan, namelijk de klant zo goed mogelijk helpen bij het samenstellen en beheren van zijn beleggingen.
Het proces om de volledige vergunning aan te vragen, verliep volgens Hubertus vrij soepel. ‘We wisten wat we konden verwachten. Al gaat het niet zomaar om een invuloefening bij de AFM en DNB; je hebt echt een goede compliancepartij nodig die je hierin begeleidt.’
Uiteindelijk heeft het proces voor HIP een jaar geduurd: ‘Je moet goed kunnen uitleggen wat je aan het doen bent en er is veel meer bemoeienis met betrekking tot de bedrijfsvoering dan bij een nationaalregimevergunning. Dat is ook waar veel partijen tegenaan lopen, die continue druk van boven. Het is een van de redenen waarom vermogensbeheerders elkaar opzoeken.’
Overname niet overwogen
Hoewel oprichter Dick Hubertus erkent dat het een goed moment had kunnen zijn om aansluiting te zoeken bij een andere partij, heeft hij dat geen moment overwogen. ‘We zijn nog altijd in staat om autonoom te groeien en de stap naar een volledige beheervergunning laat zien dat we vertrouwen in onze eigen kracht hebben’, stelt Hubertus. Vorig jaar hebben we de grens van 300 miljoen euro aan belegd vermogen bereikt, dat gaat inmiddels richting de 400 miljoen euro.
Hubertus ziet er weinig in om zelf partijen over te nemen. ‘We zouden ons een heleboel werk op de hals halen voor iets wat we nu met eigen mensen al voor elkaar krijgen. Daar winnen we niet zoveel mee. We hebben nu het volume en de omvang om het zelf te doen, dus er is geen noodzaak om het bedrijf uit te bouwen met een partner.’
Consolidatie zet zich door
Hubertus is zich ervan bewust dat zelfstandig doorgaan als vermogensbeheerder niet voor iedereen een gegeven is. ‘Ik denk dat de consolidatie onder vermogensbeheerders alleen maar verder op gang zal komen. Over een aantal jaar zullen er alleen nog middelgrote en grote partijen over zijn, een stuk of twintig tot dertig, de kleintjes zullen verdwijnen, verwacht ik.’
Hubertus komt nog eens terug op de toegenomen regeldruk. ‘Vroeger werd er gezegd dat je 100 miljoen euro nodig hebt om een vermogensbeheerder te runnen, maar vanwege de toegenomen kosten is dit nu eerder enkele honderden miljoenen als je maatwerk wilt bieden. Heb je minder, dan moet je echt naar online oplossingen kijken, maar dan heb je dat belangrijke stukje persoonlijk contact niet.’
Hubertus wil de eigen buffers nog wat verder uitbreiden om eventuele toekomstige kostenverhogingen in toezicht op te vangen. ‘Ik wil niet tornen aan onze zelfstandigheid. Een verdere verscherping van de regelgeving zou geen reden moeten zijn om je te laten overnemen. We zijn met HIP Capital zeven jaar geleden een eigen avontuur begonnen en we zijn nog lang niet klaar.’