Actief of index? Helemaal niet, actief én index! Beide beleggingsbenaderingen kun je combineren. Iedere beleggingsbeslissing is immers een actieve beslissing.
Ben je zeker dat een superieur rendement t.o.v. de benchmark bij een actief fonds daadwerkelijk toe te schrijven is aan de alpha vaardigheden van de beheerder dan wel aan de blootstelling aan factoren. Indien dat laatste, dan kun je het duur actief fonds vervangen door kostenefficiënte, systematische strategieën. Beslis ook niet per activaklasse je voorkeur voor index dan wel actief, maar bepaal de optimale combinatie op het niveau van de holistische portefeuille nl. bij het samenstellen van de strategische asset allocatie.
Passief beleggen bestaat niet
Indexbeleggen wordt dikwijls omschreven als passief beleggen. Alsof je niets meer hoeft te doen. Niets is minder waar. Iedere beleggingsbeslissing is een actieve beslissing. Of het nu gaat om de strategische samenstelling van de portefeuille of de analyse en selectie van de correcte index en ETF. Meer en meer worden zowel actieve als indexstrategieën gecombineerd om te komen tot een optimale verhouding tussen risico, rendement en kost. De traditionele praktijk om te alloceren tussen alpha en beta binnen eenzelfde activaklasse leidt dikwijls tot ongewilde afwijkingen van het risico en de rendementsobjectieven op portefeuille niveau. Daarom is het belangrijk om de beslissing tussen actief en index te maken bij de start van de portefeuilleconstructie. Dit vraagt een gedetailleerde kennis van de mix van alle soorten bronnen van rendement.
Een belangrijke factor in het proces zijn ‘factoren’
Vroeger dacht men dat het extra actief rendement bovenop het marktrendement beschouwd werd als ‘alpha’. Maar academici en beleggers hebben ondertussen aangetoond dat een actief rendement ook kan gerealiseerd worden via factoren. Factoren zijn brede en consistente bronnen van rendement die een belangrijk deel van de prestatie van een portefeuille op lange termijn kunnen verklaren. Macro factoren zoals economische groei, reële rentevoeten, inflatie, kredietspreads, … verklaren de prestaties tussen activaklassen. Stijlfactoren zijn verantwoordelijk voor rendementsverschillen binnen activaklassen. De meest gekende stijlfactoren zijn kwaliteit, value, momentum, grootte en minimum volatiliteit. Een belegger heeft toegang tot deze bronnen van rendement op een systematische en kostenefficiënte manier via index of factor strategieën. In dat verband worden factor of smart beta ETF’s meer en meer gebruikt. Bij de keuze van actieve fondsen moeten beleggers dus goed analyseren welk gedeelte van het actief rendement toe te schrijven is aan bepaalde stijlfactoren.
In the mix
Als je actieve fondsen wil combineren met indexproducten moet je allereerst het gewenste totale risico (afwijking t.o.v. een benchmark) en het totale kostenbudget bepalen bij het samenstellen van de strategische asset allocatie van je portefeuille.
Daarnaast moet je een grondige analyse maken van de diverse rendementsbronnen met name beta (de markt), factoren en échte alpha. Die laatste vind je terug in iedere activaklasse, is gedecorreleerd tussen activaklassen en heeft dus zo goed als geen impact op het algemene risico van een portefeuille. Maar, alpha gecorrigeerd voor het risico varieert wel aanzienlijk tussen categorieën. Een belegger doet er dus goed aan om een alpha risicobudget te bepalen.
Bij het evalueren van actieve fondsen zijn er een aantal essentiële zaken die je zeker moet bekijken.
Welk gedeelte van het actieve rendement komt eventueel van stijlfactoren? Houd ook voldoende rekening met alle kosten, want die kunnen de alpha volledig in rook doen opgaan. Ook de tijd en inspanning die je moet nemen om échte actieve fondsen (alpha managers) te zoeken speelt een belangrijke rol. Hier wordt dikwijls verwezen naar ‘governance costs’.
Stephan Desplancke is oprichter van Toward en Investment Officer kennisexpert.