Terwijl Europa als gevolg van een oorlog en een energiecrisis aan het overleven is, wordt in de rest van de wereld hard en doelgericht aan de toekomst gewerkt. Het meest opvallende nieuwsbericht daarover kreeg deze maand beperkte aandacht: het bezoek van de Chinese president Xi Jinping aan Saudi-Arabië. Bij dat bezoek werd een strovuur uitgelegd om de almacht van de petrodollar op te blazen.
Om deze ontwikkeling te kunnen duiden, in vogelvlucht de context: in 1944 werd het systeem van Bretton Woods geïntroduceerd. Dit hield in dat er een stelsel van vaste wisselkoersen kwam en dat alleen de dollar tegen een vaste hoeveelheid goud kon worden ingewisseld bij de Amerikaanse centrale bank. Voor de valuta van de overige 44 deelnemende landen kon dat niet. Zij kenden wel een vaste wisselkoers met de dollar. Het was een systeem dat feitelijk neerkwam op een herinvoering van de goudstandaard.
In de jaren zeventig van de vorige eeuw kwam er een einde aan Bretton Woods. Oorzaak : de oliecrisis, waarop de Verenigde Staten reageerden met hun weigering om nog langer de inwisselbaarheid van dollars voor goud te accepteren. Toch wisten de Verenigde Staten de hegemonie van de naoorlogse wereld te blijven. Dat kon doordat Washington een deal sloot met de Saudi’s, waarin werd overeengekomen dat olie enkel en alleen kon worden gekocht met dollars. Hierdoor bleef de dollar de reservemunt van de wereld, wat de VS tot op de dag van vandaag ongekende voordelen geeft zowel bij de financiering van hun overheidstekorten als bij het behoud van koopkracht.
Wereld keert Westen rug toe
De oorlog om Oekraïne kan nu tot revolutionaire veranderingen leiden. Aanleiding is de reactie van de VS op de Russische agressie. De Amerikanen hebben Rusland de toegang tot het internationale betalingssysteem Swift ontzegd en bovendien zijn hun buitenlandse valutareserves bevroren. Dit heeft een schok door de wereld van het zuidelijk halfrond gejaagd en vele regeringsleiders en staatshoofden de ogen geopend. Conclusie: er moet een alternatief worden ontwikkeld voor de dollar hegemonie van de Amerikanen.
Eerder deze maand was het zover: de Chinese president Xi Jinping reisde naar Saudi-Arabië, waar hij met de lidstaten van de Gulf Cooperation Council (GCC) overeenkwam om olie en gas, via de beurs van Shanghai, af te rekenen in yuan. Deze doorbraak kon worden bereikt, omdat de GCC-landen nu de voor hun olie en gas betaalde yuans kunnen gebruiken om in dezelfde munt de geïmporteerde goederen en diensten uit China te betalen. Bovendien - en dat is zeker zo belangrijk - is afgesproken dat zij hun yuan-overschotten kunnen converteren naar goud.
Nieuwe goudstandaard
Het akkoord tussen China en de GCC-landen zou het einde kunnen inluiden van het in 1973 gemoderniseerde Bretton Woods. Het kan een eerste belangrijke stap zijn naar een nieuw financieel systeem in de wereld. Want de oliemarkt is ten minste twintig keer groter dan de goudmarkt, wat een indicatie geeft hoeveel geld er wel niet omgewisseld zal worden in goud en wat dat voor de toekomstige prijs van het edelmetaal zal betekenen - niet voor niets lopen veel landen op deze ontwikkeling vooruit: de goudvoorraad staat op het hoogste punt in vijftig jaar. De ‘geheime’ koper was afgelopen jaren vooral China.
De draai die olieproducerende landen in hun perspectief op de wereld maken - van West naar Oost - verrast niet: hun irritatie en verzet speelt al enige tijd. Zij hekelen de kritiek en inmenging van Westerse landen, en dan vooral de VS, in hun binnenlandse aangelegenheden.
In reactie daarop weigerden de GCC-landen om president Biden te volgen in zijn oproep tot het opleggen van sancties aan Rusland. Ook weigerden deze landen, in aanloop naar de Amerikaanse midterm-verkiezingen, af te zien van hun voorgenomen vermindering van de olieproductie. Hierdoor werd president Biden gedwongen (tijdelijk) de strategische voorraden van de VS aan te spreken.
Goodbye G20, hello BRICS+
Tegen deze achtergrond ontstaat nu versneld een nieuwe wereldwijde infrastructuur van samenwerking en overleg. Het is een alternatief voor de G20, die is opgericht in 1999, en langzaam maar zeker irrelevant aan het worden is. De nieuwe wereld heet BRICS - het acroniem voor Brazilië, Rusland, India, China en Zuid-Afrika, dat bedacht is door Jim O’Neill, toenmalig topman van Goldman Sachs Asset Management. Ten minste twaalf landen, onder wie Algerije, Argentinië, Indonesië en Iran, hebben zich aangemeld om er lid van te worden. Daarnaast is er ook interesse van landen als onder meer Turkije, Egypte en Afghanistan.
Het gecombineerde BBP van deze toekomstige groep landen is grofweg 29.400 miljard dollar, tegen 23.000 miljard voor de VS en 14.500 miljard voor de EU. Maar belangrijker nog: de BRICS+-landen vertegenwoordigen met 4,6 miljard de helft van de wereldbevolking en 45 procent van de olie- en 60 procent van de wereldwijde gasreserves.
Geen bemoeizucht
Het verbaast dan ook niet dat Saudi-Arabië de blik niet langer op het westen, maar op het oosten van de wereld heeft gericht. Zo zijn kroonprins Bin Salman en president Xi Jingping een strategisch partnership aangegaan voor 30 jaar. Het omvat vrijwel alle relevante sectoren van de economie: energie, telecom, handel, infrastructuur en regionale samenwerking. Bovendien staat er een afspraak in, die als een paradigmawisseling van het nieuwe tijdvak kan worden beschouwd: de twee partners hebben expliciet vastgelegd dat zij zich niet zullen bemoeien met de binnenlandse aangelegenheden van de ander.
Dat deze samenwerking wereldkundig werd gemaakt tijdens het WK voetbal in het door het Westen fel bekritiseerde gastland Qatar (foto: emir of Qatar Sheikh Tamim bin Hamad Al-Thani, tweede van links) kan dan ook nauwelijks een verassing zijn.
Welkom in de nieuwe wereld!