
Nicholas Cator, oprichter van Venturi, kwam woensdag helemaal vanuit Singapore naar de kantoren van vermogensbeheerder Quaestor in Roeselare om beleggers te briefen over de plannen van het investeringsbedrijf, dat zich richt op de consumentenmarkt in India en Zuidoost-Azië.
Cator kon in West-Vlaanderen meteen met nieuws uitpakken, want Venturi’s fonds (180 miljoen dollar opgehaald kapitaal in 2022) rondde deze week een investering van 25 miljoen dollar af in JQR (Just Quick Run), een sportschoenmerk in India.
Dat wordt de zevende participatie van het groeifonds, naast interieurontwerper Livspace (India en Singapore), melkleverancier Country Delight (India), de K12-privéscholen (India) en beautybedrijf Believe, dat het L’Oréal voor de moslimwereld wil worden. Op de Filipijnen is het Venturi Fund een aandeelhouder van de supermarktketen Dali - zeg maar de Filipijnse Aldi - en de koffieketen Pickup Coffee.
Jonge Aziatische consument
De rode draad van al die investeringen? Elk van die consumentgerichte bedrijven zal de komende jaren sterk kunnen groeien, omdat in landen als India, Indonesië, Viëtnam en de Filipijnen - de focusmarkten van Venturi - de economische vooruitzichten rooskleurig zijn en de jonge bevolking aspiraties heeft om tot de middenklasse te behoren, zo argumenteert Cator met een hele reeks statistieken.
Cator benadrukt dat Venturi geen durfkapitalist is en ook geen private equity-speler. ‘We positioneren ons als groeifonds en investeren in bedrijven die winstgevend zijn of een duidelijk pad richting winst hebben én waar een duidelijke exitstrategie uit te werken is, bijvoorbeeld via een beursgang of via een fusie of overname.’ De ambitie is dus dat Venturi zijn participaties na 3 à 6 jaar te gelde kan maken.
De positionering van Venturi als groeifonds:

Hoeksteeninvesteerder Quaestor
Quaestor is een van de cornerstone investeerders van Venturi, naast de familie de Mévius, de Franse autofamilie Peugeot en de Antwerpse holding Ackermans & van Haaren. In Roeselare zijn ze alvast tevreden over de samenwerking, want de vooropgestelde financiële doelen worden bijna altijd gehaald. Het is natuurlijk nog wachten op de exits uit de participaties om de daadwerkelijke rendementen te berekenen.
‘Via Venturi kunnen we aan onze klanten, voornamelijk Vlaamse ondernemersfamilies, toegang geven tot investeringen in de groeiregio Zuidoost-Azië en India, waarbij we een contactpersoon hebben met grote ervaring in de regio. We worden zo ook ontlast van alle administratie en er zijn via co-investeringsrechten mogelijkheden om extra te investeren in de onderliggende participaties’, legt Olivier Rogiest, vennoot bij Quaestor, uit.
Cator verhuisde eind 2014 naar Singapore om van daaruit de Aziatische investeringen van Verlinvest te beheren. Dat is de Brusselse investeringsgroep waarmee twee families achter biergigant AB InBev, de Spoelberch en de Mévius, wilden diversifiëren. De mister Asia van Verlinvest besloot solo te gaan en richtte in 2019 Venturi op. Frédéric de Mévius, de ex- topman die Verlinvest verliet nadat zijn familie de holding overliet aan de familie de Spoelberch, zag de plannen van zijn voormalige poulain wel zitten en werd de voorzitter van Venturi’s raad van bestuur.
Venturi Fund 2
Cator mikt nog op een laatste, achtste investering tegen de zomer en dan is Venturi Fund volledig belegd. Maar hij hoopt later in het jaar 250 miljoen dollar op te halen voor opvolger Venturi Fund 2, dus 70 miljoen meer dan het eerste fonds. Wat de bedrijvenportfolio van het nieuwe fonds betreft, mikt Cator op twee investeringen per jaar en dat gedurende vijf jaar, dus tien participaties in totaal.
De klanten van Quaestor investeerden de eerste keer, inclusief co-investeringen, circa 60 miljoen dollar in Venturi en de onderliggende bedrijven. De belangstelling bij de Vlaamse zakenfamilies om in Aziatische groeibedrijven te investeren is nog steeds groot, zo klinkt het.
Dat ondanks de - in de pers breed uitgesmeerde - val van het Indiase onderwijsbedrijf Byju’s, waar de Brusselse holding Sofina zijn broek aan scheurde. Venturi had overigens ook een participatie, maar was er tijdig uitgestapt. ‘Onvermijdelijk komen er vragen rond Byju’s, waar er een gebrek aan governance was’, erkent Cator. ‘Maar er is sindsdien veel veranderd in het Indiase bedrijfsleven, met meer aandacht voor goed bestuur en meer auditcomités.’
Hij kan al meteen op zoek gaan naar interessante groeibedrijven in India, dat nog meer dan in het eerste fonds het prioritaire land wordt, want er komt snel vers geld beschikbaar. Een eerste closing van Venturi Fund 2, gepland voor juni, zou al op 150 miljoen euro moeten uitkomen, zo verwacht de Venturi-topman.