Eerder dit jaar droegen Fried van ’t Hof en Piet Hoorneman de dagelijkse leiding van Hof Hoorneman Bankiers over aan de volgende generatie. Een gesprek met de opvolgers over de bank, vertrouwen en risico’s.
Ze zijn momenteel vooral bezig met het managen van de groei’, vertellen directeur beleggingen Najib Nakad en operationeel directeur Jaco Aardoom en directeur private banking Adriaan Wijt (foto). Dat lukt door te automatiseren en efficiënter te werken, maar ook door nieuwe mensen aan te nemen.
‘Het vinden van relatiemanagers is momenteel betrekkelijk eenvoudig’, lacht Wijt. Hij was tot voor kort kantoordirecteur van ABN Amro Mees Pierson in Amsterdam en was dit eerder in Nijmegen en Utrecht. ‘Veel banken zijn momenteel aan het herstructureren, waardoor het aantal relatiemanagers daar krimpt.’
Het vinden van goede beleggers is moeilijker. Want ja, waar gebeurt dat nog: écht beleggen, verzucht de nieuwe directie. ‘Wij willen geen mensen die leunen op buy- of hold-adviezen uit analistenrapporten, maar zoeken mensen die er écht zelf in kunnen en willen duiken en daar ook naar handelen. Wij beleggen niet in fondsen van anderen, maar analyseren en beleggen alleen direct zelf voor onze klanten. Zo weten wij altijd precies waar we in belegd zijn en waarom.
Klanten stellen dat op prijs. Bij ons kunnen ze nog echt inhoudelijk over hun beleggingen praten. Onze veertien relatiebeheerders worden continu op regelniveau bijgepraat. Daarnaast worden klanten regelmatig uitgenodigd voor rondetafelgesprekken met onze beleggers waarin we ze vertellen hoe we hun geld beleggen, in welke bedrijven we zitten en waarom.’
Historie
Het huidige Hof Hoorneman Bankiers werd in 1989 opgericht als Veer, Palthe en Voûte. Dit drietal had kort daarvoor Robeco verlaten om een eigen zelfstandige vermogensbeheerder op te zetten. Na het overlijden van Veer komt de vermogensbeheerder in 1999 in handen van de Duitse Dresdner Bank en gaat verder onder de naam Dresdner VPV.
In 2002 worden oprichters en naamgevers Palthe en Voûte verdacht van handel met voorkennis en begin 2003 op aanwijzing van DNB geschorst. Piet Hoorneman treedt van de zijde van Dresdner in eerste instantie tijdelijk aan als directeur. Een halfjaar later volgt ook Fried van ’t Hof.
In 2008 neemt Commerzbank eigenaar Dresdner Bank over. Als Commerzbank in 2009 staatssteun krijgt, is een van de eisen van Brussel dat buitenlandse activiteiten worden afgestoten. Van ’t Hof en Hoorneman zijn dan echter al in onderhandeling over een management buy-out. Deze slaagt en het bedrijf gaat verder onder de naam VPV Bankiers.
Om hun lange-termijncommittent te tonen en afscheid te nemen van de naam van de oprichters, wordt het bedrijf in 2011 omgedoopt tot Hof Hoorneman Bankiers.
Grootaandeelhouder
Aardoom zit al sinds 2010 in de directie van Hof Hoorneman Bankiers. Nakad was hoofd beleggingen, maar zat nog niet in de directie. Wijt kwam van buiten de bank. Officieel telt de directie nu vijf leden. Van ’t Hof en Hoorneman zijn op het moment van schrijven namelijk officieel nog statutair directeur. Maar zij zullen op korte termijn terugtreden. Ze blijven wel grootaandeelhouder. Samen hebben ze 80 procent van de aandelen. De overige 20 procent is gecertificeerd en in handen van het personeel, waaronder de nieuwe directie.
Of er ook gesproken is over het uitkopen van Van ’t Hof en Hoorneman, daarover doen de nieuwe directeuren geen uitspraken. Duidelijk is in ieder geval dat de oude leiding een stap terug doet en de nieuwe directie gaat werken aan ‘de volgende fase’, zoals zij het noemen. ‘De propositie staat, de resultaten zijn goed en we groeien hard, maar toch zijn er nog heel veel mensen die nooit van ons gehoord hebben’, aldus Aardoom.
‘Wij gaan werken aan betere lokale zichtbaarheid, bijvoorbeeld door meer kantoren te openen’, zegt Wijt. ‘Hof Hoorneman heeft al kantoren in Gouda, Laren, Groningen, Arnhem, Den Bosch en Maastricht. Maar we streven naar een bredere landelijke dekking, zodat we dichter bij onze klanten komen te staan en meer mensen ons persoonlijk leren kennen.’
De bank heeft per eind mei bijna vijfduizend klanten, zo’n achthonderd daarvan hebben een klassieke portefeuille gevuld met individuele aandelen en obligaties of een Fondsenrekening.
Bij beide is de beleggingsstrategie hetzelfde, alleen is deze bij de Fondsenrekening verpakt in eigen beleggingsfondsen. Dit maakt de strategie toegankelijk voor klanten met vermogens vanaf pakweg 250.000 euro. Voor kleinere klanten is er sinds anderhalf jaar de Vermogensopbouwrekening, een onlinebeheerconcept, toegankelijk vanaf 5000 euro. Hier zitten momenteel ruim duizend klanten in, gemiddeld beleggen zij 52.000 euro, zegt Aardoom.
Het totale vermogen onder beheer bedroeg eind mei dit jaar 2,2 miljard euro. Vooral de groei van het vermogen in de beleggingsfondsen is enorm. Vorig jaar nam dit met zo’n 200 miljoen euro toe, een groei van 44 procent. Ongeveer een kwart hiervan was het gevolg van koerswinst. De rest was nieuwe instroom. Wijt: ‘Dit is ongekend. Waar zie je nou zulke groeicijers in de financiële industrie?’
Nakad verklaarde dit eerder al door erop te wijzen dat mensen waarschijnlijk gewoon weer meer zin hadden om te beleggen, maar daarnaast heeft het bedrijf goede beleggingsresultaten laten zien en van zich laten horen in radiospotjes. Aardoom: ‘Dat helpt. We zien dat de interesse na afloop van iedere campagne terugzakt naar een hoger niveau dan daarvoor.’
Ook heeft meegespeeld dat het Hof Hoorneman Phoenix-fonds, een distressed-debtfonds, nu meerdere keren op rij bovenaan de Elsevier Top 100 van beleggingsfondsen prijkte.
Nakad: ‘Binnen dit fonds kopen wij stukken waar iedereen vanaf wil, bijvoorbeeld schuld van bedrijven die vlak voor een faillissement zitten. Deze stukken zijn dan flink in koers gedaald, maar hebben wel nog een coupon en een nominale waarde. Tijdens een herstructurering is een van de oplossingen om van de schuldenlast af te komen, het omzetten van dit soort papier in aandelen. Dat is vaak echt geweldig, daarmee houd je soms een deel van je lening en je wordt ook nog eigenaar van de onderneming.’
Dit fonds behaalde de afgelopen vijf jaar een jaarlijks rendement van bijna 22 procent. Dat het echter geen fonds zonder risico is, bewijst 2008. Toen behaalde het fonds — dat toen weliswaar nog een joint venture was met een andere partij — een negatief rendement van bijna 60 procent.
Binnen de beheerportefeuilles wordt behalve veel in high yields ook in distressed debt belegd, met uitzondering van de defensieve portefeuilles. Volgens Nakad zijn beide ‘categorieën met een superieur risico-rendementsprofiel’.
Uit onderzoek van Advies-Check kwam onlangs naar voren dat Hof Hoorneman de afgelopen jaren het beste rendement had behaald tegen het genomen risico. De fondsportefeuille met een neutraal profiel behaalde per 30 april gemiddeld na kosten over de afgelopen vijf jaar een rendement van 6 procent per jaar, die met een offensief profiel rendeerde 9,6 procent per jaar.
Het beleggingsbeleid van Hof Hoorneman is bottom-up: ‘Hier geen grote macro-economische visies. Het gaat erom hoe een bedrijf presteert en waarom’, zegt Nakad. ‘Hof Hoorneman is van huis uit een waardebelegger. Gezocht wordt naar ondergewaardeerde aandelen met als doel die tegen een hogere prijs te verkopen. We beleggen simpelweg in bedrijven met een goede marktpositie, goede cashflows, niet te veel schuld — maximaal 2,5x ebitda — en die dus niet te duur zijn. Ondernemingen met veel schuld zijn de bedrijven die het hardst op en neer gaan.’
In duurzaam beleggen — een grote trend — loopt Hof Hoorneman niet voorop, maar de bank heeft zich wel verbonden aan het Global Compact-initiatief van de Verenigde Naties. Dit betekent dat alleen belegd wordt in bedrijven die bepaalde principes rond onder meer mensenrechten, anti-corruptie en milieu onderschrijven.
Het uitsluiten van fossiele brandstoffen zoals partijen als Triodos doen, gaat de bank echter te ver. Nakad: ‘Wij proberen hier zo praktisch mogelijk mee om te gaan. We hebben nog zeker tien tot vijftien jaar fossiele brandstoffen nodig, tot die tijd kun je daar dus ook best in investeren.’
Onderscheidend ten opzichte van andere vermogensbeheerders is dat Hof Hoorneman een bank is, weliswaar een vermogensbank. ‘Maar we hebben een bankvergunning in plaats van een vergunning als vermogensbeheerder. Dit betekent dat we ook onder toezicht staan van DNB en dat is best een klus.’ Een aantal jaren geleden was dit voor vermogensbank Oyens & Van Eeghen, tegenwoordig eigendom van het Belgische Delen, reden de bankvergunning in te leveren.
Vertrouwen
Hof Hoorneman peinst hier niet over. ‘Klanten vinden het prettig dat wij een bank zijn. Dat geeft vertrouwen. Het geeft ons bovendien de mogelijkheid zelf ook effecten-kredieten en spaarrekeningen aan te bieden. Ook zijn wij niet afhankelijk van een bewaarbank voor de bewaring van stukken.’
Bij de meeste andere banken staat de zogenoemde ‘open architecture’ hoog in het vaandel, wat inhoudt dat niet (alleen) in eigen beleggingsfondsen belegd wordt, maar (ook) de beste producten van anderen geselecteerd worden. Hof Hoorneman gelooft hier niet in. Nakad: ‘Waarom zou je juist je kerncompetentie uitbesteden?’
Hoewel er gewerkt wordt met eigen fondsen, benadrukt de bank dat er geen sprake is van een stapeling van kosten, in die zin dat er wordt betaald voor het fondsbeheer en daar bovenop voor de dienstverlening van de bank. ‘Klanten met een Fondsenrekening of Vermogensopbouwrekening betalen alleen de fondskosten, daarnaast worden geen servicekosten of transactiekosten gerekend.’
Met een lopendekostenfactor van 2,54 procent en daarnaast een performance fee van 20 procent per jaar over het rendement boven 10 procent, is het Phoenix-fonds — het befaamde distressed-debtfonds — wel relatief duur.
Aardoom verklaart dit door erop te wijzen dat het een heel arbeidsintensief fonds is om te managen en dat het fonds deze kosten meer dan goedmaakt. Het Emerging Markets-fonds kent een lopendekostenfactor van 2,29 procent, het China-fonds van 1,99 procent, het Value-fonds van 1,87 procent. Alle plus prestatievergoeding.
Gevraagd naar het grootste risico voor de bedrijfsvoering, zegt de nieuwe directie dat dat een neergang van de beurzen is. ’Wij zien een direct verband tussen de stijging van de AEX en de toename van klanten voor beleggen. Vermogensbeheer blijft een heel cyclische business. Als er zich geen externe schok voordoet, verwachten wij echter dat de huidige cyclus nog wel één tot drie jaar voortduurt. Dat geeft ons dus nog wel even om in expansie te investeren.’
Dit artikel is gepubliceerd in het Fondsnieuws-magazine dat vandaag is verschenen.