Voor het derde kwartaal op rij neemt het uitgekeerde dividend aan aandeelhouders af. Die ontwikkeling wordt vooral geweten aan de sterke dollar. Onderliggende cijfers zijn wel gunstig.
Aandeelhouders hebben in het tweede kwartaal van dit jaar 405 miljard dollar aan dividend ontvangen. Dat is op jaarbasis een daling van 6,7 procent, zo blijkt uit de ‘Henderson Global Dividend Index’ van Henderson Global Investors. Door de sterke dollar is ‘de waarde’ van het uitgekeerde dividend met 52,2 miljard dollar afgenomen.
Tegelijkertijd nam het onderliggende dividend jaar-op-jaar met 8,9 procent toe, indien het valuta-effect en andere factoren eruit worden genomen. Deze stijging is vooral te danken aan gunstige ontwikkelingen in Japan en Europa.
Alex Crooke, hoofd inkomensbeleggen bij Henderson Global Investors, wijst er tegenover de Financial Times op dat het officiële cijfer dan teleurstellend mag lijken, de onderliggende stijging is daarentegen positief. Volgens hem wijst het cijfer erop dat de cultuur van dividendrendement in de wereld aan belang wint.
Het dividend nam in Europa met 14,3 procent af door een zwakke euro, maar het onderliggende cijfer laat een stijging zien van 8,6 procent. Dat was vooral te danken aan gunstige ontwikkelingen op dit vlak in Nederland, België en in Italië.
In Japan is het het zelfde laken een pak: het officiële cijfer liet een daling zien van 7,1 procent, maar onderliggend nam de pay out-ratio toe met 16,8 procent door een sterk winstgroei.
Crooke stelt dat dividendbeleggers er goed aan doen een wereldwijde benadering te volgen. Opvallend is dat ook financiële bedrijven - die na de crisis van 2008 enige jaren weg zijn geweest van het dividendfront - nu bezig zijn aan een sterke comeback.
Henderson verwacht dat dit jaar jaar wereldwijd 1160 miljard dollar aan dividend wordt uitgekeerd: een stijging van 29 miljard dollar ten opzichte van vorig jaar.
In de VS bestaat echter wel wat bezorgdheid over de vooruitzichten voor dividendaandelen nu gerekend wordt op een stijgende rente. Hierdoor komt de vergelijkingsmaatstaf tussen dividend- en obligatierendement mogelijk in een andere voor aandelenmarkten minder gunstige verhouding te liggen.