Beleggers wereldwijd zijn te somber over China en onderschatten de mogelijkheden van het land om de economie te hervormen.
Dat heeft de FT opgetekend uit de mond van topman Stuart Gulliver van HSBC.
Hij laat zich daarmee in vergelijkbare bewoordingen uit als chief executive Tidjane Thiam van Credit Suisse eerder deze week. Die zei de ‘obsessie’ van de markt met de afnemende groei in China niet te begrijpen.
Gulliver stelt dat de omvang van China er de reden voor is dat het niet hetzelfde patroon zal volgen als andere opkomende markten, en dat het daarom niet per se voor dezelfde uitdagingen komt te staan.
‘Hoewel ik het pessimisme van sommige marktobservanten ten aanzien van China begrijp, ben ik het fundamenteel met ze oneens’, zei hij donderdag tijdens een jaarlijkse conferentie van de bank in Hongkong.
‘De turbulentie van de afgelopen maanden laat zien dat de “cycle of suspicion” doorbroken moet worden met betrekking tot China’s motieven en toewijding om te hervormen.’
Volgens hem is de trage voortgang die China boekt om de financiële markten te liberaliseren niet per se een teken van op handen zijnde problemen.
Ook lijdt het niet aan de kwalen die andere opkomende markten doorgaans typeren, zoals de afhankelijkheid van buitenlandse financiering en een lage kredietwaardigheid als gevolg van grote inflatiegolven.
‘Tegelijkertijd is de private sector buitenlandse activa en inkomenstromen aan het accumuleren. Dit alles betekent dat er geen reden is waarom de Chinese economie uiteindelijk niet zou kunnen omgaan met een meer flexibele wisselkoers.’