Waarom staat er een bingotrommel op zijn bureau? Hoe vaak is hij als stand-up comedian gestorven op een podium? En waarom is hij gehecht aan een oude CVP-affiche uit 1977? Minister van Financiën Vincent Van Peteghem vertelt het in De Spiegel, de podcast waarin topmensen uit de financiële wereld spreken over hun carrière, hun leven en hun passies.
Volgende maand kunnen spaarders opnieuw intekenen op een nieuwe uitgifte van de staatsbon, die deze keer een looptijd heeft van vijf of acht jaar. Het is uitkijken of het huzarenstukje van in september kan herhaald worden: toen werd er bijna 22 miljard euro aan spaargeld opgehaald via de staatsbon. In het bureau van de minister staat alvast een ingelijste poster van die staatsbon. Het was een verjaardagsgeschenk van zijn kabinetsmedewerkers. ‘Het succes van de staatsbon hadden we totaal niet zien aankomen. Aanvankelijk dachten we één à twee miljard op te halen.’
Onderkoelde relatie
Veel banken voelen zich geviseerd door de minister van Financiën door de uitgifte van de staatsbon, een onderzoek naar kartelvorming, de bankentaks en de hogere bijdrage aan het depositogarantiestelsel. Daardoor wordt weleens gesproken over een onderkoelde relatie tussen de minister en de topmensen van de financiële sector in ons land. ‘Ik heb een open relatie met de topmensen van de banken. Ik zeg altijd mijn mening, ben heel eerlijk tegen hen en maak duidelijk wat ik van hen verwacht in hun maatschappelijke rol. Daarvan schrikken ze.’
Tegelijkertijd benadrukt Van Peteghem het belang van de financiële sector. ‘Ik apprecieer enorm wat de sector heeft gedaan tijdens de coronacrisis, door bijvoorbeeld uitstel toe te staan voor de terugbetaling van leningen. Maar ik redeneer vanuit het algemeen belang en de focus op financiële stabiliteit. Ik heb de banken duidelijk gemaakt dat de financiële stabiliteit in het gedrang komt als mensen niet langer begrijpen waarom hun spaarcenten niets opbrengen, maar de rente op hun lening wel omhoog gaat. Dat ondermijnt helemaal het vertrouwen in de financiële sector en bij uitbreiding de financiële stabiliteit. Dan moet ik ingrijpen. Net zoals ik het niet eens was met de voorstellen om de banken via een verhoging van de minimumrente te verplichten om de spaarrente te verhogen. Want ook dat dreigde de financiële stabiliteit te ondermijnen.’
Praeses
De politieke carrière van Vincent Van Peteghem heeft blitz-allures. In 2012 zette hij zijn eerste politieke stappen in de gemeentepolitiek, in 2016 deed hij als opvolger zijn intrede in de Kamer van volksvertegenwoordigers en op 1 oktober 2020 legde hij de eed af als vicepremier en minister van Financiën. Sindsdien is zijn leven helemaal veranderd. ‘Ik word geleefd door mijn agenda. Op zich is dat niet erg, want gelukkig kan ik rekenen op een hecht team. Maar het is wennen om als minister te merken dat overal waar je komt, er constant naar jou gekeken wordt en er ook altijd bepaalde verwachtingen zijn. Ik begrijp dat volledig, maar het vraagt veel energie.’
Vincent Van Petgehem is ook doctor en professor. Van 2012 tot 2020 was hij eerst professor in operatiemanagement en later ook directeur onderwijsinnovatie aan de EDHEC Business School in Rijsel. ‘Ik koos voor een academische carrière omdat ik heel graag les gaf en er daarnaast genoeg tijd overbleef om aan politiek te doen. Bij veel van mijn vrienden die een carrière aanvatten in de privésector, zag ik dat er naast hun werk nog weinig tijd overbleef voor andere zaken. Politiek was voor mij toen al een passie, daar wilde ik tijd voor overhouden.’
Ondanks zijn succesvolle academische parcours, was Van Peteghem niet de vlijtigste student. ‘Ik had goede punten en heb nooit een tweede zit gehad. Maar ik heb zeker genoten van mijn studententijd. Die is ook heel bepalend geweest voor wie ik vandaag ben. In mijn laatste jaar werd ik praeses van de VEK, de grootste studentenclub van Gent, en moest ik een team aansturen. Ik ben er echt van overtuigd dat ik vandaag niet op deze plaats zou zitten zonder dat engagement toen. Ik heb mezelf daar beter leren kennen en ben gegroeid als mens en als teamleider. Daar heb ik geleerd om verantwoordelijkheid te nemen.’
Comedian
Als praeses trad Van Peteghem een eerste keer echt uit zijn comfortzone. Dat deed hij later ook toen hij na enkele workshops op de Gentse Feesten het aandurfde om op te treden als stand-up comedian. Hij speelde zelfs nog in het voorprogramma van bekende comedians zoals Michaël Van Peel, Kamagurka en Alex Agnew. ‘Ik had voor ongeveer vijftien minuten aan materiaal, waarvan ik wist dat ik de zaal aan het lachen kon krijgen. Maar comedy is heel moeilijk omdat je jezelf heel erg blootgeeft. Het is elke keer stressen als je op een podium stapt. En het is vooral ook een les in nederigheid. Ik heb fantastische avonden beleefd waar ik een zaal met 500 mensen heb doen lachen. En ik heb voor zalen gestaan waar je na een kwartier amper een lach hoorde. Dan sterf je op het podium.’
Zijn ergste ervaring was de finale van de Culture Comedy Award in Nederland. ‘Ik moest als eerste optreden en dat publiek was nog niet opgewarmd. Na vijftien minuten hadden er maar twee mensen gelachen: mijn beide ouders die in de zaal zaten. Dat was een afgang. Daarna heb ik toch maar beslist om daar niet al te veel energie meer in te steken. Ik gebruik nog wel humor, maar in dagdagelijkse gesprekken of om gespannen situaties te ontmijnen.’
Bingo
Wie de minister toch nog eens helemaal in zijn element wil zien, moet daarvoor eens naar een bingoavond komen waar de minister zelf aan de bingotrommel draait. Dan komt alles samen: zijn drang om zich op een podium te zetten, onder de mensen zijn én zijn passie voor bingo. Zelfs op zijn bureau in Brussel staat een bingotrommel. ‘Ik ben een grote bingo-fan, ook al zien veel mensen dat als een activiteit voor senioren. Het is een heel leuk spel en ik doe hard mijn best om mijn liefde voor bingo door te geven. Met het kabinet spelen we af en toe eens een ludiek spelletje bingo. De eerste keer dat ik dat voorstelde, keken de meeste van mijn medewerkers raar op. Maar intussen is het een traditie op mijn kabinet.’
Midden de mensen
Aan de muur achter het bureau van de minister hangt een oude affiche van een CVP-congres in 1977. ‘Die affiche hing nog bij mijn oma. Toen na haar overlijden in 2003 haar huis moest worden leeggemaakt, heb ik die als aandenken meegenomen. Alleen al daarom is die affiche heel belangrijk voor mij. Bovendien luidde de slogan van de CVP toen: “Omdat mensen belangrijk zijn.” Daarvan ben ik zelf heel erg overtuigd.’
De nood om onder de mensen te komen, heeft de minister al doende geleerd van zijn vader Martin, die tot 2012 burgemeester was van De Pinte (en waarvan de minister nu zelf titelvoerend burgemeester is). ‘Van mijn vader heb ik veel geleerd. Als kind nam hij me tijdens de weekends al mee naar eetfestijnen en allerhande activiteiten. Dat is mijn hele jeugd doorgegaan. Ik zag hoe hij omging met mensen, hoe hij dingen realiseerde en de dienstbaarheid die hij uitstraalde. Dat heb ik van hem zeker overgenomen. Ik ben zelf ook graag tussen de mensen.’ Maar het is soms een moeilijk evenwicht. ‘Ik zit veel tussen de mensen, maar ik zou meer aandacht moeten hebben voor persoonlijke zaken bij vrienden en familie. Door de drukte van de job blijft er soms niet genoeg tijd en energie over voor heel diep contacten met bijvoorbeeld mijn hele dichte vrienden. Dat is een tekortkoming.’
Familiemens
Van Peteghem is een familiemens. Maar dat valt niet altijd eenvoudig te vereenzelvigen met zijn functie als minister. ‘Natuurlijk zit daar een spanning op. Maar voor mij telt de kwaliteit van onze momenten samen, meer dan de kwantiteit. Tijdens de herfstvakantie zijn we er samen even tussenuit geweest en dan geef ik me helemaal over aan dat moment. Maar ik besef ook dat de situatie waarin ik nu zit alleen maar mogelijk is dankzij mijn fantastische vrouw, die knapper, slimmer en ambitieuzer is dan ik en die desondanks toch de keuze maakt om die rol in het gezin wat meer op te nemen. Daar ben ik heel dankbaar voor. Zij is er altijd, ik ben er vooral op de leuke momenten.’
Van Peteghems gezin is zijn belangrijkste energiebron. ‘Onlangs ging ik tussen twee vergaderingen door snel naar huis en zag ik mijn jongste dochter Olivia. Zij begon meteen te huilen toen ze me zag en ik dacht meteen: ‘verdorie, die kent me niet meer.’ Twee seconden later waren we gelukkig al aan het spelen en heb ik haar in haar bedje gelegd. Dat geeft meteen weer zoveel energie. Ik heb geen tijd voor hobby’s. Ik heb ook niet de behoefte om drie uur op een koersfiets te zitten of om uit een vliegtuig te springen. Ik heb genoeg aan de momenten met mijn gezin en de mensen rondom mij.’