Gita Gopinath, IMF
i-38Rt7tV-L.jpg

Het is nog te vroeg om over stagflatie te spreken, maar de inflatierisico’s nemen toe en daarom moeten centrale banken zeer waakzaam zijn om vroegtijdig het monetaire beleid aan te scherpen als de prijzen stijgen en de mondiale groei afneemt.

Dat stelt het Internationaal Monetair Fonds (IMF) dinsdag in zijn halfjaarlijkse World Economic Outlook. Hoofdeconoom Gita Gopinath (foto) van het Fonds vindt het nog te vroeg om van stagflatie te spreken, maar ze erkent wel dat er hier en daar in de aanbodketen sprake is van groeiende tekorten. Hierdoor doen zich extra schokken voor, die maakt dat de onevenwichtigheden in de wereldeconomie aanhouden. 

Dreiging van tweede ronde-effecten 

Het IMF deelt de inschatting die maandag ook De Nederlandsche Bank maakte: de inflatie zal de komende maanden sterk stijgen en zal dan ergens medio 2022 afnemen en dalen naar het niveau van vóór de pandemie. Maar Gopinath voegt daar aan toe dat ‘de inflatierisico’s naar boven gericht zijn’. Zij riep daarom centrale banken op om in te grijpen als de prijsdruk op een structureel hoger niveau blijft. Dat kan bij voorbeeld het geval zijn door energieschokken, maar ook als de stijgende prijzen evolueren in hogere looneisen. 

Het IMF vindt dat centrale banken die ontwikkeling voor moeten zijn. Het fonds waarschuwt dat de centrale banken daarom ‘zeer, zeer waakzaam moeten zijn’ voor eventuele tweede ronde-effecten. Het fonds Gopinath stelt in het rapport dat ‘een spiraal van twijfel een rem kan zetten op de particuliere investeringen en leiden tot precies dat tragere herstel van de werkgelegenheid dat centrale banken trachten te vermijden door hun beleid niet aan te scherpen.’

Als de centrale banken erin slagen om de komende inflatierisico’s het hoofd te bieden, dan kunnen de ontwikkelde economieën zich volledig herstellen van de pandemie en weer terugkeren naar het niveau van voor de pandemie.

Ook DNB waarschuwt voor inflatie-risico

De Nederlandsche Bank heeft maandag in haar overzicht over de financiële stabiliteit een soortgelijke waarschuwing doen uitgaan. De inflatierisico’s nemen toe en kunnen inderdaad op termijn tot stagflatie leiden. 

Daarbij kwam ook een waarschuwing van DNB-econoom Ralph Verhoeks dat ‘beleggers al een tijd veel risico nemen’ en dat ‘kan tot inflatie en hogere rente leiden’. Verhoeks antwoordt op de vraag hoe het toch komt dat beleggers steeds meer risico nemen: ‘dat komt door de lage rente. Die maakt het moeilijker om rendement te behalen. Dat geldt voor jou als particulier – denk aan de lage rente op je spaarrekening. Maar ook voor beleggers.’

‘Om een voorbeeld te geven: obligaties zijn meestal een relatief veilig beleggingsproduct. Maar momenteel levert nog geen 10 procent van de obligaties wereldwijd een rendement van 2 procent of meer op. En bijna 30 procent geeft zelfs een negatief rendement. Daarom gaan beleggers op zoek naar alternatieven: aandelen, maar ook andere producten. Daarbij geldt eigenlijk per definitie: hoe hoger het verwachte rendement, hoe meer risico.’

‘Beleggers verslaafde geraakt aan lage rente’

Dat risicovolle gedrag, waar uit zich dat in? wordt Verhoeks op de website van DNB gevraagd. Hij antwoordt: 
’dat zie je terug in allerlei ontwikkelingen. Aandelenmarkten bereikten eerder dit jaar recordhoogtes. Wereldwijd gingen dit jaar tot nu toe 2300 bedrijven naar de beurs, samen haalden ze bijna 500 miljard dollar kapitaal op. Dat is nu al fors meer dan in heel 2020. De markt voor risicovolle schuldpapieren van bedrijven met een lage kredietwaardigheid groeit. En ook de markt voor hefboomleningen – leningen aan bedrijven die al veel schuld hebben – blijft groeien. Sinds de correctie op de financiële markten in het voorjaar van 2020 zijn de prijzen van risicovolle beleggingen vrijwel onafgebroken gestegen.’

Volgens Verhoeks moeten ‘beleggers er rekening mee houden dat er een einde kan komen aan het ruime monetaire beleid van centrale banken en dat de rente kan stijgen. Ze zijn door de jaren heen namelijk verslaafd geraakt aan de lage rente.’

De opvatting van Verhoeks is onder beleggers overigens niet onomstreden. Centrale banken worden door hun lage rente beleid gezien als aandrijvers van de toenemende risico’s die op de markten worden genomen. Maar DNB zegt daarover, bij monde van Verhoeks: ‘als het gaat over de lage rente, wordt vaak gekeken naar de Europese Centrale Bank (ECB). Die drukt de rente de afgelopen jaren om de lage inflatie op te krikken. Maar de rente daalt wereldwijd al decennia door structurele ontwikkelingen, zoals de toename van spaargeld en lagere investeringen.’ 

IMF: opkomende economieën hardst getroffen
Het IMF verwacht dat de wereldeconomie in 2021 met 5,9 procent zal groeien en dat in 2022 de groei zal afnemen tot 4,9 procent. De inflatie in de ontwikkelde economieën zal dit jaar naar verwachting gemiddeld 2,8 procent bedragen en dalen in 2022 tot 2,3 procent. Deze inflatieprognoses zijn vanaf april echter met respectievelijk 1,2 en 0,6 procentpunt naar boven bijgesteld, wat het oplopende risico van een nieuwe inflatiedreiging laat zien. Het IMF merkte ook op dat zelfs wanneer de pandemie voorbij is, de opkomende economieën op de lange termijn veel harder zouden worden getroffen. Zij zullen in 2024 waarschijnlijk bijna 10 procent kleiner zijn dan verwacht werd voordat de pandemie toesloeg. Bij die inschatting wordt China buiten beschouwing gelaten.
Author(s)
Categories
Target Audiences
Access
Limited
Article type
Article
FD Article
No