Over de opkomst van inflatie is bijzonder veel te doen op dit moment. Cost-push inflatie zien we wel in de vorm van hogere grondstoffenprijzen en prijzen voor bouwmaterialen. Maar of het voldoende is om een echt algemene inflatie-opstoot te veroorzaken? De meningen lopen sterk uiteen, zo blijkt uit de visies van verschillende internationale beheerders.
Bert Flossbach van Flossbach von Storch meent in een recente paper alvast van niet. ‘Er bestaat geen gevaar voor een aanhoudende stijging van de inflatie zolang de hogere inflatieverwachtingen niet stevig in de hoofden van de mensen zijn verankerd en bijvoorbeeld ook een bepalende factor zijn bij de loononderhandelingen. Pas dan zouden de centrale banken gedwongen zijn hun uiterst soepele beleid aan te passen, of althans het vooruitzicht daarop open te houden.’
Arbeidsmarkt
Volgens hem zou de Amerikaanse arbeidsmarkt aanzienlijk moeten verbeteren voordat dit punt wordt bereikt. Het aantal werkenden als percentage van de bevolking in de werkende leeftijd bedraagt nog steeds slechts 57,8 procent (maart 2021), vergeleken met 61,1 procent vóór de crisis, wat in absolute cijfers neerkomt op acht miljoen minder banen.
Veel banen zijn vermoedelijk ook alleen behouden gebleven dankzij het loonbeschermingsprogramma, waardoor de officiële arbeidsmarktgegevens er iets beter uitzien dan ze in werkelijkheid zijn.
Flossbach: ‘Er is dan ook geen acute noodzaak voor de Amerikaanse Federal Reserve (Fed) om haar obligatieaankopen te verminderen, vooral omdat de obligatierendementen al vrij sterk zijn gestegen en een verdere stijging van de rendementen het economisch herstel negatief zou kunnen beïnvloeden.’
ECB
Ook hoeft niet te worden gevreesd dat de Europese Centrale Bank (ECB) dat dit jaar zal doen, aangezien de economische productie van veel landen in de eurozone onder het niveau van voor de crisis zal liggen, ondanks aanzienlijke steunmaatregelen.
Een aanzienlijk, zichzelf in stand houdend herstel van de economische activiteit is nodig voordat van een minder expansieve oriëntatie kan worden uitgegaan. Hoe dan ook, de ECB heeft renteverhogingen tot 2023 uitgesloten en zelfs daarna heeft zij nog de discretionaire bevoegdheid om eventuele inflatieoverschrijdingen te tolereren door deze als tijdelijk te bestempelen.
De ernstige nevenschade die kan worden verwacht, is volgens hem een andere reden waarom het twijfelachtig is of centrale banken er ooit in zullen slagen hun uiterst soepele monetaire beleid te beëindigen.
Grootste risico
Andrea Siviero, portefeuillebeheerder en strateeg bij Ethenea, verwoordt het als volgt: ‘Het grootste risico van deze belangrijke overheidsstimuli – en dat wordt regelmatig geciteerd – is een permanente stijging van de inflatie in de VS.
Het Amerikaanse ministerie van Financiën en de Fed zijn het op dit punt niet eens. De Fed beweert de middelen te hebben om een stijging van de inflatie te beheersen.
De recente neerwaartse beweging van de rente op Amerikaanse Treasuries lijkt erop te wijzen dat de markt de Fed misschien begint te geloven en dat de markt minder bevreesd is voor een grote inflatiedruk.’
Onzeker
De strategen van Banque de Luxembourg Investments tonen zich genuanceerd: Op korte termijn lijkt een normalisering van de inflatie nagenoeg zeker. Door de algemene daling van de prijzen in maart 2020 na de uitbraak van het coronavirus zullen de meeste prijsindicatoren de komende maanden opveren als gevolg van basiseffecten. De forse klim van de grondstofprijzen en de geleidelijke heropening van de economieën zullen eveneens aan een hogere inflatie bijdragen.
Ten slotte komt de grootste onzekerheid van de impact van de begrotingssteun. Die zou een paradigmaverschuiving teweeg kunnen brengen in vergelijking met de situatie vóór de uitbraak van het coronavirus.
Aangezien stimuleringsmaatregelen vroeger uitsluitend monetair van aard waren en de kredietvraag niet konden stimuleren, had monetaire expansie uiteindelijk weinig effect op de reële groei en de prijzen.
Wanneer de overheid de banksector echter omzeilt door cheques naar de bevolking te sturen, heeft dat onmiddellijk een rechtstreeks effect op de reële economie. De gevolgen voor de inflatie blijven niettemin moeilijk te voorspellen.’