De ING-beleggersbarometer stijgt in september, maar blijft voor de zevende opeenvolgende maand onder het neutrale niveau hangen. Toch zien de beleggers licht aan het einde van de tunnel. Zo wordt bijvoorbeeld vastgoedrenovatie minder uitgesteld dan eerder dit jaar. Nederlandstaligen blijven wat hun uitgavengedrag betreft voorlopig iets terughoudender dan Franstalige beleggers.
De ING-beleggersbarometer klimt in september van 74 naar 80 punten, maar blijft toch nog altijd onder het neutrale niveau van 100 punten hangen en dat nu al voor de zevende maand op rij. De inschatting van de conjunctuur van de voorbije maanden is net iets minder negatief geworden. Zo zag 65 procent van de respondenten de economie verslechteren, terwijl dat in augustus nog 71 procent was. Ook de toekomstverwachtingen ogen minder somber, hoewel de zwartkijkers toch nog ruimschoots in de meerderheid zijn: 51 procent ziet de economie achteruit boeren in de komende maanden, terwijl 20 procent op beterschap hoopt.
De verslechtering van de financiële toestand van de huishoudens lijkt toch wat af te nemen: waar in april nog 44 procent van de geënquêteerden de financiële toestand van zijn gezin zag verslechteren, is dat percentage in september geslonken tot 31 procent. Nu zegt 59 procent van de respondenten dat hij in de komende maanden zeker of waarschijnlijk geld over zal hebben om te sparen of te beleggen, het hoogste percentage sinds de start van de coronacrisis in maart.
Herstel?
Op een echt herstel van de economie is het toch nog even wachten. Slechts 36 procent van de respondenten denkt dat dit al het geval zal zijn voor de zomer van volgend jaar. Maar een even groot percentage zegt dat we nog tot minstens 2022 geduld zullen moeten oefenen.
Interessant is dat bij Nederlandstaligen slechts 33 procent een herstel in de komende negen maanden verwacht, terwijl het bij Franstaligen om 39 procent van de beleggers gaat. Dat corona nog altijd een belangrijke invloed heeft op het dagelijkse leven is volgens 53 procent van de geënquêteerden een feit. Dit is logischerwijze wel wat lager dan tijdens de lockdown in april, toen 66 procent van de respondenten deze vraag positief beantwoordde.
Sparen…
De financiële onzekerheid maakt de Belg nog altijd voorzichtig in zijn consumptiegedrag. Zo houdt een belangrijk deel van de bevolking nog steeds de knip op de portemonnee: 44 procent van de respondenten zegt dat hij in de komende maanden zijn spaarreserves eerder zal verhogen, 45 procent is dit niet van plan.
Uit de bevraging bleek verrassend genoeg dat wat grote uitgaven betrof, voor alle categorieën Nederlandstaligen minder uitgaven gepland hadden dan Franstaligen. Wat de spaarreserves betreft, zijn Nederlandstaligen dan ook iets meer geneigd (45 procent) om deze te verhogen in de komende maanden dan Franstaligen (41 procent). Dit fenomeen doet zich meestal voor bij een zwakke conjunctuur, omdat Nederlandstaligen gemiddeld gezien meer in de conjunctuurgevoelige privésector werken dan Franstaligen, wat de huidige voorzichtigheid kan verklaren.
…en renoveren
Covid-19 heeft het vertrouwen van de Belg in vastgoed nauwelijks aangetast. Liefst 52 procent van de ondervraagden denkt dat de vastgoedprijzen binnen een jaar hoger zullen zijn dan vandaag. Terwijl slechts 11 procent een terugval vreest. Getuige daarvan is de huidige drukte op de vastgoedmarkt. Dat verklaart misschien ook, vermoedelijk in combinatie met het mislopen van een buitenlandse reis, waarom de Belg renovatiewerken minder uitstelt.
Van de Belgische beleggers die dit jaar een renovatie van hun woning hadden gepland, zegt nu 59 procent dat die doorgaat (t.o.v. 44 procent in mei toen dezelfde vraag werd gesteld).
31 procent stelt de renovatie voorlopig uit (48 procent in mei) en 10 procent heeft deze geannuleerd (8 procent in mei).
De situatie is dus nog lang niet normaal, met nog altijd een heel grote spaarneiging bij de Belgische bevolking, maar we kunnen toch zeggen dat sommige belangrijke uitgaven minder worden uitgesteld, wat het economische herstel ten goede zou moeten komen.