Nu Amerikaanse aandelen duurder zijn dan Europese en het groeimomentum in Europa beter lijkt, zijn veel asset allocatiespecialisten onderwogen naar Amerikaanse en overwogen naar Europese aandelen.
Deze strategie werkt dit jaar tot nu toe prima, schrijft Bob Homan, hoofd van het investment office van ING, in een marktanalyse.
Hij wijst erop dat koersontwikkeling op de beurzen in Europa en in de Verenigde Staten elkaar niet veel ontlopen, is door de daling van de dollar ten opzichte van de euro een flink verschil in de waardeontwikkeling ontstaan. Hierdoor bleef voor Europese beleggers in Amerikaanse aandelen van de 9 procent koerswinst bijna niets over door de 8 procent lagere dollar.
Door die zwakke dollar zal het rendementsverschil in euro’s tussen Europese en Amerikaanse aandelen niet heel veel verder zal oplopen. Hierdoor wordt export vanuit de eurozone van producten en diensten naar de VS lastiger, voor Amerikaanse exporteurs is het omgekeerde het geval.
Tegelijkertijd neemt de inflatie in Europa hierdoor af, waardoor de rente laag zal (moeten) blijven - tegen de zin van ECB-president Draghi.
Amerikaanse beleggers hebben het gemakkelijker dan Europese: zij kunnen koerswinst nemen en hebben bovendien een valutawinst van 8 procent voor het grijpen., dat ze in eigen kunnen herbeleggen. Volgens Homan is dit een verklaring voor de telkens nieuwe all-time highs in de VS.
Deze mechanismen verklaren waarom de economieën en de beurzen in de wereld enorm met elkaar zijn verweven, zowel via de beurskoersen als via de valutakoersen, en de rendementsverschillen vaak tijdelijk zijn.
Homan: ‘Ik trek hier een tweetal conclusies uit: het loont om een actief regiobeleid te voeren en het heeft zin om te diversifiëren (je portefeuille beter te spreiden) naar een regio waar bovenstaande effecten minder duidelijk spelen, te weten de opkomende markten.’