Meer dan de helft van de beleggers belegt met 40 procent of meer van hun totale vermogen. Vijf procent van de beleggers houdt geen of slechts een minimale spaarbuffer aan.
Dit blijkt uit de ING BeleggersBarometer van april.
Sparen en beleggen worden vaak tegenover elkaar gezet als een of-of keuze, maar de particuliere belegger kiest volgens ING vaak voor de combinatie. Een derde van de particuliere beleggers kiest voor een combinatie waarbij minimaal 70 procent van het totale vermogen wordt belegd, en de rest gespaard.
Daarnaast kiest 24 procent voor een combinatie waarbij tussen de 40 en 60 procent en de rest gespaard.
De overige beleggers (37 procent) sparen beduidend meer dan dat zij beleggen; zij beleggen met maximaal 30 procent van hun vermogen. Opvallend is dat 5 procent van de beleggers aangeeft (nagenoeg) hun gehele vermogen op de beurs in te zetten.
Positieve grondhouding houdt aan
De beleggingsbarometer kwam uit op een score van 137 punten, tegen 133 vorige maand en het jaargemiddelde van 134.
Hieruit blijkt dat het optmisme onder beleggers onveranderd (groot) is. Dit is iets hoger dan vorige maand (133) en zit ook boven het jaargemiddelde tot nu toe (134).
Volgens Bob Homan, hoofd van het ING Investment Office, is het positieve sentiment te danken aan het feit dat de wereldeconomie er fundamenteel goed voor staat. De Amerikaanse economie normaliseert, na de strenge winter, en zet de positieve trend van vorig jaar door.
Ook in Europa ziet ING herstel. Dat geldt vooral voor de zuidelijke eurolanden, wat ook blijkt uit de indices voor zowel aandelen als obligaties.
Zwarte raaf: Opkomende markten
Zwarte raaf in het wereldwijde beeld zijn volgens Homan de opkomende markten kampen. Zo heeft de crisis in Oekraïne een sterk negatief effect op Rusland en is de Chinese export in maart onverwacht scherp gekrompen.
Onenigheid bestaat er tussen beleggers over de sectoren waar het beste rendement wordt gemaakt. IT-aandelen, nutsbedrijven en industriegoederen stijgen het meest in de gunst van de particuliere belegger. Zij worden nu gezien als kansrijk door respectievelijk 70 procent (was 58), 57 procent (was 47) en 61 procent (was 51) van alle beleggers.
Nutsbedrijven
Homan: ‘De omslag in het sentiment rond nutsbedrijven is opvallend. Dit jaar is de nutssector de best presterende sector op de beurs nadat het jaren achter elkaar de zwakste sector is geweest. Ook wij denken dat het slechte nieuws rond nutsbedrijven de afgelopen jaren in de koersen is verwerkt en zijn positiever geworden over deze sector.’