ING heeft een belang genomen in het Chinese leenplatform WeLab. Dat maakt de bank woensdag bekend in Peking. Samen met het Maleisische staatsinvesteringsfonds Khazanah, en de Chinese Guangdong Technology Financial Group wordt in totaal 160 miljoen geïnvesteerd in het Chinese bedrijf.
WeLab behoort tot een van de opkomende bedrijven in de Chinese sector van de financiële technologie. Het bedrijf werd in 2013 opgericht door een groep oud-bankiers in Hongkong en is in China onder meer actief met het peer-to-peerplatform (p2p) wolaidai.com, vrij vertaald ‘ik kom lenen’.
Via de app en de website kunnen consumenten en bedrijven eenvoudig geld lenen, en wegzetten. WeLab maakt daarbij gebruik van big data om snelle onlinekredietscores in kaart te kunnen brengen. Het percentage wanbetalingen zou daardoor fors lager liggen dan bij creditcardmaatschappijen, klanten zouden ook sneller geholpen kunnen worden.
2,5 miljoen klanten
Vorig jaar wist WeLab reeds de zogeheten serie-A-financiering binnen te halen, een financieringsronde voor vroege investeerders. Via een partnerschap met een bedrijf van de succesvolle zakenman Li Ka-shing uit Hongkong, werd daarin 14 miljoen euro aangetrokken. Inmiddels is WeLab klaar om verder op te schalen, meent Benoit Legrand, hoofd fintech bij ING. ‘WeLab heeft reeds 2,5 miljoen klanten. In totaal is er reeds voor 9 miljard renminbi (1,3 miljard euro) aan leningen aangevraagd.’
De markt voor p2p-leningen in China maakt een stormachtige groei door. Alleen al in het afgelopen jaar kwamen er 1020 aanbieders bij, een groei van 64 procent. Volgens de Chinese dataverzamelaar Lending House zijn er nu bijna 2600 P2P-platformen actief in China. Zij duiken in het gat waar staatsbanken zich traditioneel niet induiken, zo zei bestuursvoorzitter Gregory Gibbs van de grote speler Lufax dinsdag in Hongkong. ‘Die partijen zijn voor 70 procent, tot soms wel 90 procent gefocust op de grotere bedrijven.’
Leren van Chinese platforms
In de afgelopen maanden kwamen er regelmatig verhalen naar buiten over bedrijven waar de eigenaren er met het geld vandoor waren gegaan. Daarom kwam Peking afgelopen jaar met richtlijnen die de wildgroei aan P2P-platforms in goede banen moet leiden. Legrand zegt overtuigd te zijn van het succes dat WeLab reeds heeft laten zien. ‘Uiteraard is dit een investering waarop we rendement hopen te boeken. Maar we zijn geen durfkapitalisten: we hopen vooral ook van hen te leren, bijvoorbeeld als het gaat om kredietbeoordelingen’, zo zegt hij. ‘Daarmee hopen we uiteindelijk ook onze eigen klanten weer beter te kunnen bedienen.’
China heeft een reputatie als het gaat om het gebruik van big data. Zo is Alibaba met zijn Sesame Credit al op grote schaal bezig met het gebruiken van big data om klanten kredietscores toe te kennen. ING zegt daar voorzichtig mee te zijn, maar hoopt wel te leren van de ervaringen van WeLab. ‘Je kunt prima een auto kopen die 200 kilomter per uur kan rijden, en je beperken tot een snelheid van 120. In elk land gelden andere normen en waarden voor privacy en het gevoel van veiligheid’, zegt Legrand daarover. ‘Wat we hier in China doen, is iets anders dan we in Europa doen. Voorop staat dat we onze competenties willen blijven uitbreiden: niemand weet immers hoe de markt er over tien jaar voor staat.’
Al eerder investeringen in fintech
De investering in WeLab maakt ING een van de eerste westerse banken met een substantiële investering in de Chinese fintechsector. De investering is overigens niet het eerste wapenfeit van ING in fintech-investeringen. Zo nam het eerder onder meer al een belang in het Amerikaanse Kabbage, dat net als WeLab gespecialiseerd is in snelle onlineleningen. Op dit moment loopt er een proef met Kabbage in Spanje, die bij succes zal worden uitgerold naar andere landen.
Hoeveel ING precies heeft geïnvesteerd in WeLab, wil Legrand niet zeggen. Wel wil hij kwijt dat hij van de drie nieuwe aandeelhouders ‘het kleinste bedrag’ heeft geïnvesteerd.
Copyright: Het Financieele Dagblad, 20 januari 2016