Richard de Groot, ABN Amro
i-Jxdx8zz-XL.jpg

Hoewel de vooruitzichten voor dividendaandelen zijn afgenomen, blijft het thema inkomen populair bij beleggers. Volgens sommigen staan de huidige inkomstenproducten echter nog in de kinderschoenen.

Af en toe stuurt een beleggingsdeskundige een bericht uit met de boodschap dat dividendbeleggen zijn mooiste tijd heeft gehad. De rentestijging kan bijvoorbeeld roet in het eten gooien: dividendaandelen worden minder aantrekkelijk zodra de rente opveert.

Beursanalist Corné van Zeijl twitterde deze zomer dat defensieve aandelen voor het eerst sinds jaren achterbleven bij de markt. Ondanks deze onheilstijdingen merken grootbanken met modelportefeuilles rond het thema inkomen weinig van afnemend enthousiasme bij de klant. Hoogstens zien banken dat de groei is afgenomen in vergelijking met topjaren 2012, 2013 en 2014.

ABN Amro startte eind 2011 met zijn inkomstenportefeuille. Sindsdien is het hard gegaan’, zegt Richard de Groot, directeur vermogensbeheer bij de bank. Eind vorig jaar zat er 3 miljard euro in de portefeuille. Dat is ongeveer 15 procent van het totaal in onze mandaten.’

Belangstelling iets getaand

Bij ING, dat al sinds 2009 een inkomensportefeuille heeft, is de populariteit van deze beleggingsvorm iets getaand. ‘Er is nog wel groei, maar de afgelopen maanden groeide onze strategie Actueel driemaal zo snel’, zegt Friso Rengers, beheerder inkomensstrategieën bij ING. ‘Qua beheerd vermogen staat de inkomensstrategie wel nog op de tweede plaats.’ ING verstrekt geen absolute getallen.

Bij ING kan de klant al vanaf 1000 euro instappen. Bij ABN Amro waren de portefeuilles alleen toegankelijk voor private banking-klanten. ‘Maar in het vierde kwartaal gaan we de mandaten ook actief aanbieden aan andere klantgroepen’, aldus De Groot. Rabobank voert anders dan ING en ABN voor beheerklanten geen inkomensproduct, maar heeft wel inkomensportefeuilles voor adviesklanten.

Particulieren die kiezen voor een inkomensportefeuille zijn doorgaans trouw. ‘Dit is niet het type belegger dat het ene jaar kiest voor het thema duurzaam en een paar jaar later overstapt naar inkomen’, zegt De Groot.

Dat is ook de ervaring bij ING. ‘Een kwart van onze klanten belegt volgens Strategie Inkomen en is loyaal aan die keuze. Bovendien behaalt een belegger het beste resultaat als hij vasthoudt aan een passende beleggingsstijl’, zegt Rengers.

Een andere reden om geen vaarwel tegen inkomensbeleggen te zeggen, is volgens Rengers dat de bedreigingen gering zijn. ‘De rente in de VS zal op den duur iets stijgen, maar we verwachten geen snelle en steile reeks renteverhogingen. Het besef dat de renteverhoging niet leidt tot een structureel hogere rente, kan de belangstelling voor deze strategie zelfs weer stimuleren.’

Lood om oud ijzer

Critici menen dat inkomensbeleggen meer een marketingsausje is dan een fundamenteel andere manier van beleggen. Ook wijkt het totale rendement nauwelijks af van gewoon gespreid beleggen, stelt hoofd beleggingscompetence Bert van den Broek van Rabobank. ‘Als je naar de rendementen op de langere termijn kijkt, is het lood om oud ijzer.’


Rengers weerspreekt deze kritiek. ‘Het rendement kan enkele procenten verschillen met gewoon gespreid beleggen. Tijdens de kredietcrisis deden dividend­aandelen het slechter omdat banken en verzekeraars flink onder druk stonden. Na de internetbubbel deden ze het juist beter omdat dividendaandelen niet overgewaardeerd waren zoals technologieaandelen.’

Andere samenstelling

De Groot wijst erop dat de samenstelling van de inkomensportefeuille afwijkt van een doorsnee portefeuille. ‘De categorie “alternatief” in dit mandaat bestaat helemaal uit vastgoed omdat daar een belangrijke inkomenscomponent bij zit. Er zitten geen grondstoffen en hedgefondsen in deze portefeuille.’

Hoewel rendement van belang is, is het regelmatige inkomen uit de belegging belangrijker voor de meeste beleggers. ‘Er zit ook een psychologische kant aan. Klanten vinden het prettig dat ze zien dat deze belegging inkomen uitkeert’, aldus De Groot.

De Groot ziet dat beleggers de combinatie van lage kosten door het gebruik van passieve producten (twee derde van de portefeuille) en zichtbaar rendement waarderen. Het gemak spreekt de klant volgens hem eveneens aan.

‘De inkomsten worden op een andere rekening gestort. Elke keer een paar procent van je portefeuille verkopen, is meer werk. De klant ziet wat de inkomsten zijn. Die zijn hoger dan bij een gewone portefeuille. Daar liggen ze in de buurt van de 1,5 procent. Wij mikken op 3 procent, maar dat percentage kunnen we niet garanderen.’

Iets wat tot de kritiek leidt dat de exacte inkomsten variëren en je moet beschikken over een fors vermogen om er een serieus inkomen uit te halen. Bij een dividendrendement van 3 procent levert een ton jaarlijks 3000 euro op. Dat is 250 euro per maand.

‘Als iemand 500 euro aanvullend inkomen per maand nodig heeft, is het lastig als de inkomsten op en neer gaan afhankelijk van rente en de hoogte van het dividend’, meent Van den Broek. Volgens Van den Broek staan de huidige inkomensproducten nog in de kinderschoenen.

Ontspaarproducten

De Rabo-bankier wil ontspaarproducten ontwikkelen die een vast inkomen genereren. ‘Denk aan een portefeuille die maandelijks 1000 euro oplevert ongeacht de hoogte van de coupon en het dividend. De bank zorgt dan dat een deel wordt verkocht, maar dat de structuur van de portefeuille intact blijft.’

Van den Broek verwacht in de toekomst meer vraag naar dit soort producten. ‘Steeds meer mensen worden deels afhankelijk van inkomen uit vermogen. Denk aan ondernemers en zelfstandigen die geen pensioen hebben kunnen opbouwen.’

Dit artikel is gepubliceerd in het Fondsnieuws-magazine dat op 16 september is verschenen.

 

Author(s)
Categories
Companies
Access
Limited
Article type
Article
FD Article
No