‘Het effect van het centrale bankbeleid wordt in de markt nog altijd onderschat. Dat is zeer proactief en gaat de markt voor langere tijd beheersen. Dat komt doordat de rentes historisch laag worden gehouden, wat een effect heeft op de risico-strategieën. En dat geeft ons vertrouwen.’
Dat zegt Gerwin Wijnia, de chief investment officer van InsingerGilissen, die in zijn rentevisie uitgaat van “lower for longer”. Het centrale bankbeleid, gericht op een langdurige lage rente, is namelijk bedoeld om overheden in staat te stellen fors te investeren in de economieën van de EU. Tegelijkertijd, erkent hij, kan dat beleid ook negatieve gevolgen kan hebben voor de samenleving en daarmee voor de economie op de langere termijn.
‘Maar’, zegt Wijnia, ‘dat wordt de komende twee jaar niet opgelost.’ Volgens Wijnia is de ECB, vanuit zijn mandaat, inderdaad niet verantwoordelijk voor het oplossen van een recessie, maar wel voor het prijsbeleid en een goed functionerend financieringssysteem. In dat kader is te verwachten dat nog zeker enige jaren sprake zal zijn van bewust laag gehouden rente.
Lage rente is een uitdaging
Wijnia spreekt met Fondsnieuws-hoofdredacteur Cees van Lotringen in het kader van de podcast-serie “Strategy shift”, dat het thema is van het Fondsevent, waarvan de dertiende editie op maandag 28 september in een digitale vorm plaatsvindt. Het interview is het laatste in een serie gesprekken die met strategen van de vijf Nederlandse (groot)banken hebben plaatsgehad over hun macro-economische visie, de asset allocatie en de portefeuilleconstructies in het licht van de coronacrisis.
Wijnia zegt in het interview dat de lage rente voor een neutrale portefeuille met een zware weging naar obligaties een uitdaging is. InsingerGilissen is onderwogen in staatsobligaties, maar neemt in plaats daarvan een grotere weging - en dus wat meer risico - naar bedrijfsobligaties, high yields en emerging market debt. High yields vindt hij interessant, omdat ze als het ware in de correlatie meelopen met aandelen en daar krijg je dan ook een redelijke vergoeding voor.
Nog niet in portefeuille, maar wel interessant vindt Wijnia inflatielinkers, een instrument dat volgens hem niet goed geprijsd is, omdat de markt een hele lage inflatiegroei rekening houdt. Eerder sprak in deze podcast-serie ook Rabobank zich voor blootstelling naar inflatielinkers uit.
Sterke blootstelling naar VS
De portefeuille duurzaam gebalanceerd van InsingerGilissen heeft tot 30 juni goed gepresteerd in verhouding tot de referentie-index. Te danken is dat vooral aan de sterke traditionele blootstelling die het huis heeft naar Amerikaanse aandelen, die in het aandelengedeelte (100 procent) goed zijn voor maar liefst 57 procent. ‘De reden is dat de Verenigde Staten voor aandeelhouders de beste aandeelhouderswaarde toevoegt. Europa onderwegen wij in dat kader, al trekken we dat nu wel wat bij’, zegt Wijnia.
‘Dat komt door het kwaliteitsvraagstuk dat in ons beleggingsbeleid centraal staat. Wij richten ons zowel bij bedrijven, sectoren, als landen, op kwaliteit. Daarmee bedoelen we: welke ondernemingen hebben een sterke marktpositie, zijn winstgevend en kunnen een storm overleven? Vanuit dat perspectief hebben wij van oudsher een overweging naar informatietechnologie, health care en duurzame consumptiegoederen. Wij mijden daarentegen financials, energie en utilities.’ Het effect van die keuze is dat de aandelenportefeuille het year to date 7,33 procent beter heeft gedaan dan de referentie-index MSCI All Countries World NTR Index.
Outperformance dankzij kwaliteitskeuzes
Bij obligaties wijken de prestaties van InsingerGilissen niet sterk af van de gecombineerde referentie-indices, maar bij beursgenoteerd Europees vastgoed daarentegen wel: de benchmark FTSE Epra/Nareit Developed Europe NTR Index dook in de eerste zes maanden -22,03 procent in de min. InsingerGilissen beperkte het verlies tot -12,32 procent, wat 9,71 procent beter is dan de referentie-index.
Per 30 juni noteerde de portefeuille met een rendement van -0,61 procent een outperformance van maar liefst 2,84 procent, tegenover de samengestelde referentie-index die uitkwam op een rendement van -3,45 procent.
De CIO legt uit dat dat te danken is aan een opgenomen long-short fonds, dat ook kwaliteitskeuzes maakt door te beleggen in bedrijven met een goede balans en een hoog kwaliteitsbesef. Tegelijkertijd wordt short gegaan in bedrijven die daarvan het tegenovergestelde laten zien. Daarmee wordt de risico-rendementsverhouding in dit gedeelte van de portefeuille sterk verbetert.
Bent u beleggingsprofessional en wilt u meedoen aan de interactieve 13e editie van het Fondsevent op maandag 28 september, meld u zich dan hier aan.