Managers van smallcapfondsen presteren vaak beter dan hun benchmark, maar institutionele partijen hebben er nauwelijks oor naar. Een gemiste kans, stelt bfinance.
Veel institutionele partijen maken te weinig gebruik van small-capstrategieën voor hun klanten, stelt bfinance in haar nieuwste publicatie Small Cap Equities: Time for Targeted Exposure? Onderzoekers Martha Brindle en Robert Doyle merken op dat het universum van portfoliomanagers in het smallcapsegment snel wisselt, wat potentiële beleggers kan afschrikken. De terughoudendheid is onterecht, volgens hen.
Onderweging
De onderweging is de afgelopen jaren sterk toegenomen als gevolg van de opkomst van passieve en smart bèta-investeringen, die doorgaans een lagere blootstelling aan smallcap-aandelen hebben dan actief beheerde fondsen.
Bovendien heeft de verschuiving van regionale naar wereldwijde mandaten geleid tot een verminderde blootstelling aan smallcap-aandelen, die vaker voorkomen in opkomende markten.
Toch benadrukken de onderzoekers dat het serieus nemen van de selectie van managers de moeite waard is. Volgens hen vertoont het wereldwijde universum van actieve smallcapbeheerders een ‘indrukwekkende outperformance’.
Outperformance
Een meerderheid van de wereldwijde smallcap-managers presteerde beter dan de MSCI ACWI Small Cap sinds 2009 op driejaarlijkse basis, zelfs na aftrek van een indicatieve beheervergoeding van 75 basispunten.
Bepalend voor de performance binnen de beleggingscategorie is echter het verschil tussen een waarde- en groeistrategie. Amerikaanse en Canadese smallcapmanagers richten zich meestal op waardeaandelen, terwijl smallcapmanagers uit opkomende markten zich meestal richten op groeiaandelen.
Deze stijlverschillen zijn een belangrijke factor geweest in de recente prestaties van smallcapmanagers. Amerikaanse smallcapmanagers hebben de afgelopen jaren beter gepresteerd dan hun collega’s, terwijl smallcapmanagers van opkomende markten ondermaats presteerden, aldus het onderzoek.
Brindle: ‘Small caps zijn juist interessant op dit moment, omdat een nieuw tijdperk van lagere economische groei en verhoogde inflatie een boost kunnen zijn voor small caps, die ook een aanzienlijke diversificatie kan toevoegen aan aandelenallocaties.’
Ook onderzoek van CME-group, het derivatenbeursbedrijf uit Chicago, toont aan dat small caps doorgaans beter presteren in ‘turbulente periodes’ met volatiele rente en inflatie, economische neergang en vroegtijdig economisch herstel.
Banken
Hoewel ook 2023 voldoet aan de kwalificatie “turbulent”, is de underperformance van de SP600 small-capindex ten opzichte van de SP500 significant. Terwijl de bluechip-index dit jaar met 8 procent is gestegen, koerst de SP600 nog rond hetzelfde niveau als in januari. De underperformance is te danken aan de relatief zware weging naar de gehavende financiële sector, die het grootste deel van de index uitmaakt en net iets meer dan een vijfde van het totaal vertegenwoordigt.
De gevolgen van het omvallen van deze banken en de snelle opname van spaartegoeden bij sommige andere regionale Amerikaanse banken waren fors, stelt Curt Organt, portfolio manager US Smaller Companies Equity Strategy bij T. Rowe Price. Voor Amerikaanse beleggers in small caps zijn de recente ontwikkelingen relevant, aangezien regionale banken een belangrijk onderdeel vormen van het Amerikaanse small- en mid-cap (SMID) beleggingsuniversum.
Desondanks is Organt van mening dat smallcap-aandelen aantrekkelijk gewaardeerd zijn en klaar kunnen zijn voor een herstel. De Russell 2000, die net als de SP600 de prestaties van smallcap-aandelen volgt, heeft momenteel een prijs-winstverhouding van ongeveer 14.