Institutionele beleggers zoeken vaker hun heil bij hedgefondsstrategieën, in een antwoord op de lage obligatierendementen en hooggeprijste aandelenmarkten. Een aantal beleggers bouwt voor het eerste hedgefondsallocaties op, een tweede groep verfijnt en verbetert bestaande allocaties naar hedgefondsen.
Dat schrijft bfinance in een rapport. Het onderzoeksbureau merkt dat de portefeuilleconstructie van hedgefondsen is veranderd, tegen een achtergrond van toegenomen onzekerheid, met de pandemie en de macro-economische gevolgen daarvan.
‘Het sentiment onder institutionele beleggers ten aanzien van hedgefondsen lijkt in 2021 merkbaar positiever te zijn, gesteund door gemiddeld dubbelcijferige winsten in 2019 en 2020 - een niveau dat sinds 2010 niet is vertoond’, aldus auteur Toby Goodworth (foto). Volgens het head liquid markets van bfinance is sprake van een aantal verschuivingen in deze markt, waarvan hij onder meer “minder mandaten”, “meer instrumenten in de gereedschapskist” en een “bredere benadering van diversificatie” als belangrijke ontwikkelingen noemt.
Over die mandaten schrijft hij dat voor de wereldwijde financiële crisis nog sprake was van overdiversificatie, met portefeuilles die vijftig of meer hedgefondsbeheerders telden. ‘Nu zien we vaak goed gediversifieerde portefeuilles met niet meer dan tien tot twintig beheerders. Een trend die ook de vraag heeft ondersteund naar beleggingsbenaderingen die zijn opgebouwd uit meerdere strategieën en stijlen, in plaats van een beperkt aantal stijlen.’
Meer instrumenten
Met “meer instrumenten in de gereedschapskist” bedoelt Goodworth dat beleggers naast hedgefondsen nu ook toegang hebben tot Alternative Risk Premia strategieën en Absolute Return Multi Asset strategieën, die gebruikmaken van niet-traditionele technieken. Alternative Risk premia strategieën nemen bijvoorbeeld long/short-posities in verschillende beleggingscategorieën in, in de hoop rendementen te halen uit factoren zoals waarde en momentum.
Diversificatie-benadering
Intussen zoeken beleggers volgens de schrijver steeds meer naar een evenwicht tussen verschillende doelstellingen, iets wat Goodworth typeert als een bredere benadering van diversificatie. Daarbij richten veel beleggers zich volgens hem minder op een verbetering van het voor risico gecorrigeerde rendement (Sharpe ratio) en meer op voor staartrisico’s gecorrigeerde prestaties, convexiteit tijdens marktcrises en het vermogen om te presteren tijdens abnormale marktomstandigheden.
Bfinance stelt concluderend dat beleggers allocaties naar marktonafhankelijke en convexe strategieën kunnen overwegen. ‘Hoewel het portefeuilleontwerp afhankelijk is van de bestaande blootstellingen en de doelstellingen van de belegger, kunnen deze twee complementaire groepen samenwerken om een robuuster profiel te bieden, dat “neerwaartsgevoeliger” is.’