Converteerbare obligaties hebben een uitstekend jaar achter de rug. Het is de vraag of de categorie deze goede performance kan doorzetten. Maar UBS denkt van wel: verzekeraars worden namelijk door de regels van Solvency II gedwongen hun risicokarakteristieken af te bouwen.
‘Solvency zorgt ervoor dat verzekeraars het (beperkte) risico van fixed income willen, maar het rendement van aandelen. Hierdoor is, in ieder geval op de korte termijn, sprake van een sterke instroom in deze categorie,’ zegt Alain Eckmann van UBS Global Asset Management.
Risico/rendement
Maar belangrijker is volgens hem dat convertibles vanwege de specifieke risico/rendementskarakteristieken aantrekkelijk zijn voor multi-asset portefeuilles. Eckmann is wereldwijd hoofd voor converteerbare obligaties bij UBS Global Asset Management.
De markt houdt er rekening mee dat het koersrendement op obligaties onder druk komt te staan nu een rentestijging wordt verwacht. Eckmann stelt dat de gevolgen van een rentestijging op de korte termijn in ieder geval een beperkte impact op zijn fonds zullen hebben.
‘Een stijging van de lange rente veroorzaakt een verlies van 1,4 procent in het fonds, maar daar staat tegenover dat als aandelen met 3 procent stijgen dat ook geldt voor convertibles.’
Stijgende rente
Afgelopen jaar was de Global Convertible Index van UBS (Eur) goed voor een rendement van maar liefst 18 procent, tegen 0,6 procent voor wereldwijde bedrijfsobligaties en meer dan 28 procent voor de MSCI World index.
‘Het bevestigt de regel dat convertibles goed zijn voor ongeveer tweederde van het aandelenrendement,’ zegt Eckmann. In 2013 was het rendement vooral te danken aan aandelen, stijgende rente had een beperkt negatief effect op de asset class.
Fair value
De performance van convertibles wordt vooral gedreven door het rendement op aandelen en credits, waardering en de uitgifte van nieuw papier. Zowel aandelen als credits waren in 2013 in een groot deel van het jaar aantrekkelijk, terwijl de waardering van convertibles zich nu in de buurt van fair value bevindt. Daarnaast is er, na twee teleurstellende jaren, weer sprake van een stijgende emittering van converteerbare obligaties.
Volgens Eckmann vraagt dat laatste wel om een behoedzame strategie. ‘We hebben ons op minder bekende en minder liquide bedrijven gericht. Een bijkomend voordeel was dat de onderliggende aandelen het goed deden, waardoor we dicht bij de benchmark konden blijven.’
Bottom-up benadering
Eckmann stelt dat het monetaire beleid van de Federal Reserve maar een beperkte invloed heeft gehad. ‘Dat is, denk ik, te danken geweest aan onze bottom-up benadering, waarbij we vooral naar de risico/rendementsverhouding kijken.’
Het UBS Convert Global Fund is er in principe niet op uit de converteerbare obligaties om te zetten in aandelen. Het fonds ziet zichzelf als een building block in een multi asset-benadering.
Diversificatie
‘De crisis van 2008 was er één van teveel leverage. Daar is nu een einde aan gekomen, maar op basis van 20 jaar ervaring zeg ik: er komt een nieuwe crisis. Convertibles geven dan bescherming, omdat ze bijdragen aan de diversificatie van de hele portefeuille.’
Eckmann vindt dat de marktomstandigheden, ondanks het economisch herstel, nog altijd onzeker zijn. Daarom is het risico-aangepaste rendement van convertibles nog altijd interessant, zegt hij. ‘En dat zal de komende jaren zo blijven.’
Behalve de neerwaartse bescherming, noemt hij ook de korte looptijden, verbeterde liquiditeit en inkomende spreads als argumenten waarom convertibles interessant blijven.
Sinds 1994 is het rendement van convertibles 6,7 procent per jaar tegenover 7,5 procent voor aandelen en 5,4 procent voor obligaties; terwijl het risico gemiddeld 10,4 procent was, tegen 14,9 procent voor aandelen en 3,4 procent voor obligaties.
Performance
Het UBS Convert Global Fund bleef in 2013, alsook in de afgelopen drie jaar, bij de referentie-index licht achter, maar over vijf jaar presteert het fonds met een cumulatief rendement van bijna 105 procent beter dan de index (94,57 procent).
Van het fonds is meer dan 75 procent in de VS en Europa belegd, terwijl 60 procent van de ongeveer 120 titels in de portefeuille van BBB of BB-kwaliteit zijn.
Meer achtergronden op Fondsnieuws:
‘Convertibles hebben voorlopig de wind mee’