Beleggers trokken in 2020 veel geld terug uit geraakte aandelen-categorieën als dividend, smallcaps en waarde. Anders dan bij de laatste twee, is de vermogensstroom richting dividend-aandelen nog lang niet op het niveau van vóór de klap. Maar met de lage waarderingen in de categorie, is de verwachting dat daar binnenkort verandering in komt.
‘De flows en performance van dividend-aandelen waren natuurlijk dramatisch in 2020’, blikt Philippe Roset van State Street SPDR ETF’s terug. ‘Veel bedrijven mochten geen dividend uitkeren door afgekondigde maatregelen. Daarbovenop speelde onzekerheid rondom financials, renteverlagingen en de energiesector, waarop dividend-aandelen behoorlijk stil vielen. Dat zagen we terug in de flows’, aldus het hoofd Nederland.
Tussen begin maart en begin november onttrokken beleggers meer dan 1,5 miljard dollar uit de dividend-ETF’s van de aanbieder. En hoewel Roset ervan overtuigd is dat dividend bij beleggers zal terugkeren op de radar, is er “pas” een half miljard teruggestroomd sinds november.
‘We gaan eruit’
Bij Kempen Capital Management herkent Joris Franssen van het dividendteam de beweging. ‘We hebben klanten gehad die in die moeilijke periode hebben gezegd: ‘we gaan eruit’’. De assets van de Kempen dividendstrategieën zijn tussen maart en november met ongeveer 30 procent gedaald. Sindsdien zijn de assets weer meer 25 procent gestegen.
Hoewel het beheerd vermogen daarmee nog niet op het niveau is van voor de corona-uitbraak, is het rendement alweer in positief vaarwater. Het wereldwijde dividendfonds staat year to date op +15 procent, tegenover 7 procent voor de brede markt. In 2020 haalde het fonds een rendement van -10 procent. Franssen: ‘Ten opzichte van de brede markt hebben we het vorig jaar lastig gehad.’
Ook de Amerikaanse dividend-ETF van SPDR staat er in rendementstermen inmiddels een stuk beter voor, met een outperformance van 8 procent ten opzichte van de S&P500. Eerder was sprake van een underperformance van 12,5 procent.
Relatief goedkoop
De omstandigheden voor dividend-aandelen zijn inmiddels een stuk verbeterd, merken Roset en Franssen op. Ze zijn relatief goedkoop en de dividendverwachtingen zijn volgens analisten conservatief omdat ze zijn gebaseerd op futuresprijzen. Bovendien is het punt in de economische cyclus gunstig, aangezien dividendaandelen het in de regel goed doen tijdens de expansie- en slowdownfase.
Over dat laatste zegt Roset de laatste maanden wél al ongekende flows richting value en smallcaps gezien te hebben, thema’s die eveneens bij deze fase van de cyclus passen. ‘Die stroom ontbreekt nog een beetje voor dividend. Naar onze verwachting is dat de volgende stap van beleggers, aangezien smallcaps relatief sneller omzet genereren. Dividenduitkeringen volgen vaak pas als er voldoende cashflow is. De koersen van dat soort bedrijven komen daardoor ook later op gang.’
De beweging zal volgens hem eerst te zien zijn bij defensief ingestoken dividendstrategieën of strategieën met een kwaliteitsfilter. ‘Als het herstel goed doorzet of we wat verder in de cyclus komen, kunnen de strategieën volgen die zich puur op hoge dividendrendementen richten - wat ook het geval kan zijn als het dividend redelijk stabiel is en de koers lager.’
Aan de zijlijn
De dividend-strategieën van Kempen hebben op dit moment een voorkeur voor kwaliteitsaandelen in cyclische sectoren. Een voorkeur die begin 2020 zorgde voor klappen, maar sindsdien fors bijdraagt aan herstel. Franssen: ‘Sinds het vierde kwartaal profiteren we eindelijk weer van onze beleggingsstijl. ‘Financiële instellingen profiteren van oplopende lange rentes, basismaterialen en olie van stijgende grondstofprijzen en cyclische consumentengoederen van gunstigere economische vooruitzichten.’
‘Er zijn aandelen bij waarvan we zeggen: het koersherstel gaat zó hard, moeten we niet wat voorzichtiger zijn? Uitgaande van genormaliseerde winstgevendheid zit er echt nog wel wat in. Op basis hiervan was het een half jaar geleden heel aantrekkelijk om cyclische bedrijven te kopen. Nog steeds wel, maar we worden wel selectiever dan in het voorjaar van 2020. Als cyclische aandelen fors verder stijgen, haken wij af en gaan op zoek naar andere delen van de markt die wel aantrekkelijk gewaardeerd zijn.’
De kansen die Franssen en Roset zien, zien klanten ook. De eerste netto instroom is een feit, en beide beleggers merken in gesprekken met klanten dat het animo begint toe te nemen. Franssen: ‘Waar sommige klanten al hebben bijgestort, staan anderen aan de zijlijn klaar. Ook spreken we prospects die hebben geprofiteerd van groei-fondsen en beseffen dat het plaatje kan draaien. Een dividendfonds toevoegen aan je portefeuille na een periode zoals die achter ons ligt, kan interessant zijn.’
Op naar dividendgroei
Behalve op de veranderende marktomstandigheden en grote waarderingskloof wijst Franssen daarbij op veranderingen bij dividend-bedrijven zelf. ‘Veel bedrijven hebben niet stilgezeten tijdens de crisis en hebben hun kostenbasis flink verlaagd. Bij best wat ondernemingen is de omzet nog niet terug op het niveau van vóór corona, maar qua winstgevendheid zijn ze er al bijna. Als de markten straks weer opengaan, komt de winstgevendheid van dit soort bedrijven er beter uit dan voor de crisis. Dat zal resulteren in dividendgroei.’
Niet alleen bij bedrijven heeft de crisis voor veranderingen in aanpak gezorgd. Bij het dividend-team van Kempen net zo goed. Franssen: ‘Van deze extreme periode hebben we geleerd dat we zoeken naar bedrijven die veel dividend-potentieel hebben, niet zozeer naar de bedrijven die op dít moment veel dividend betalen. We overwegen om minder strikt vast te houden aan een dividendrendement van 3 procent in ons raamwerk, mits er sprake is van dividendgroeipotentieel.’